De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCDWK/2001/4599
datum
26-11-2001
onderwerp
Korting op het groene HBO
doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Ingevolge uw verzoek doe ik u bij deze mijn reactie toekomen op de brief van de HBO-raad inzake de korting op het groene HBO onderwijs.
In de brief van de HBO-raad wordt gesteld dat de voorgenomen korting zal leiden tot een verschil in bekostiging van groen en ander hoger onderwijs. De HBO-raad lijkt dit te baseren op cijfers die aantonen dat het groene HBO minder krijgt bekostigd dan het overige HBO.
datum
26-11-2001
kenmerk
TRCDWK/2001/4599
bijlage
De cijfers van de HBO-raad lijken zowel het normatieve budget, dat wil
zeggen de algehele rijksbijdrage, te bevatten als flankerend beleid
waarvoor de instellingen aanvullend overheidsbudget ontvangen.
Onduidelijk is echter of ook onderwijsbudget van de andere
departementen is meegenomen. Daarmee is een goede vergelijking van het
totale budget dat vanuit de rijksoverheid naar de twee verschillende
typen HBO gaat, op dit moment niet goed mogelijk.
Teneinde tot een goed inzicht te komen in de eventuele verschillen in
normatieve bekostiging tussen het groene en het overige HBO is een
onderzoek gestart. Dit onderzoek zal begin 2002 zijn afgerond.
Op voorhand wil ik echter stellen dat het uitgangspunt voor mij is dat
het groene HBO conform dezelfde principes als het overige HBO wordt
bekostigd. Deze principes worden door beide departementen toegepast
voor het vaststellen van de normatieve rijksbijdrage. Het onderzoek
zal in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur &
Wetenschappen worden uitgevoerd. Ervaring met zo'n onderzoek in ander
verband - AOC's en andersoortig voorbereidend en middelbaar
beroepsonderwijs - leert dat zo'n review goede informatie over
verschillen in bekostiging geeft. Mocht uit het onderzoek blijken dat
het groene HBO niet meer of minder krijgt bekostigd dan het overige
HBO, dan zal ik de korting heroverwegen.
Ik verwacht overigens dat het onderzoek in elk geval een aantal - nu
reeds bekende - verschillen in de normatieve bekostiging zal laten
zien. Ik doel daarbij op de verschillen die te maken hebben met de
profielen en met de budgetfactor.
Bij de berekening van die normatieve rijksbijdrage voor het groene HBO
wordt uitgegaan van dezelfde profielprijzen als voor het HBO. Tot nu
toe worden voor vrijwel het gehele HAO de technische profielprijzen
gehanteerd. Gezien de inhoudelijke verbreding van het groene
onderwijs, ligt het in den rede dat in de toekomst een aantal
opleidingen niet meer tot deze categorie horen.
Ook geldt voor het groene HBO dat er een enigszins hogere budgetfactor
wordt gehanteerd. Achtergrond hiervan is de bijzonderheid dat het
groene HBO onderwijs - vanwege de mono-sectorale structuur - minder
mogelijkheden heeft voor het opvangen van dalende instroom in de
landbouw sector met stijgende instroom in de andere sector. Gezien de
ontwikkelingen waarbij de inhoud van groen onderwijs steeds meer
verweven raakt met andere sectoren, is het de vraag of de hogere
budgetfactor op termijn nog terecht is.
Ook verschillen in budget voor flankerend beleid zijn denkbaar. De
groene HBO-instellingen hebben de afgelopen jaren - vanwege dalende
studenten aantallen - behoorlijk moeten saneren en hierdoor op hun
vermogen ingeteerd. Op dit moment zijn vermogensposities en marges van
de instellingen door de bank genomen slechter dan die van de
instellingen voor het overige HBO-onderwijs.
De inhoudelijke vernieuwingen zoals die geschetst worden in de
kabinetsnota's Voedsel en groen en de beleidsbrief Groen Onderwijs
2010: richting en ruimte vragen echter om vernieuwing van het groene
HBO. Alleen dan zal de instroom in groene HBO op peil kunnen blijven.
De ontwikkelingen laten zien dat het stimuleren van vernieuwingen hun
vrucht afwerpen. Het aantal ingeschreven studenten in groen HBO
vertoont voor het eerst sinds jaren weer een opgaande lijn en de
doorstroom is goed. Maar het groene onderwijs zal die vernieuwingen
moeten doorzetten.
Ook in de toekomst zal hiervoor overheidsbudget nodig zijn. Of dat
budget hoger of lager moet zijn dan nu, hangt mede af van financiële
ruimte die de instellingen nog zelf kunnen creëren door een betere
bedrijfsvoering. Het overige HBO heeft in de afgelopen jaren met de
vorming van grote instellingen een efficiencyslag in de
bedrijfsvoering gemaakt. Het groene HBO is hiermee nog aan de gang.
Verwachting is dat er bijvoorbeeld door meer samenwerking in dure
voorzieningen en praktijkfaciliteiten een betere bedrijfsvoering te
bereiken is. Het ligt in de rede dat groene HBO hierdoor een
financiële efficiency winst kan behalen en er zo in de toekomst meer
financiële armslag kan ontstaan voor vernieu-wingen. De instellingen
zullen in de loop van de komende maanden inzicht geven in de eventuele
efficiencywinst. Ik kan daar dus op dit moment geen concrete cijfers
over geven.
Of de opgelegde korting inderdaad leidt tot een verschil in
bekostiging is op dit moment niet aan te geven. Die conclusie kan
alleen getrokken worden als het eerder genoemde onderzoek is
opgeleverd.
Ik wil daarbij ook inzicht in de bijdragen vanuit de gehele overheid
aan het HBO in vergelijking tot die van LNV aan het groene HBO. In het
onderzoek zal dat meegenomen worden.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
---