---
Ministerie van Defensie
---
SMT logo
Nieuw Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2)
26-11-2001
Persbericht van het Ministerie van Defensie DV/PB 109
Staatssecretaris van Defensie H.A.L. van Hoof heeft vandaag, mede
namens de minister van VROM en de staatssecretaris van LNV, de ontwerp
planologische kernbeslissing over de Defensieterreinen, het zogeheten
Tweede Structuurschema Militaire Terreinen aan de Tweede Kamer
aangeboden.
Dit structuurschema, dat een geldigheidsduur heeft van tien jaar,
bevat de hoofdlijnen van het komende rijksbeleid voor militaire
terreinen en complexen. Het is het vervolg op het SMT-1 dat vanaf 1985
van kracht is en in 2003 afloopt.
In 1985 had Defensie ruim 23.000 hectare aan oefenterreinen in beheer.
In het jaar 2000 was dat gedaald tot ongeveer 16.000 hectare. Op basis
van de Defensienota-2000 sluit de huidige oefenbehoefte van de
krijgsmacht op bijna 11.000 hectare. Dit betekent dat een groot aantal
terreinen, in totaal zon 5.000 hectare, buiten militair gebruik kan
worden gesteld.
Doelstelling van het SMT-2 is het scheppen van de noodzakelijke
ruimtelijke voorwaarden voor de gereedstelling en instandhouding van
de krijgsmacht. Verwezenlijking van de infrastructuur voor huisvesten,
opleiden en oefenen van de krijgsmacht, versterking van de ruimtelijke
kwaliteit, doelmatige benutting van het ruimtebeslag en ´verweving van
functies waar mogelijk, scheiding waar nodig` zijn sleutelwoorden bij
het vastleggen van het ruimtegebruik door Defensie. Binnen dat kader
wordt een bijdrage geleverd aan het rijksbeleid op het gebied van
ruimtelijke ordening, natuur, milieu, recreatie en cultuurhistorie.
Relevant rijksbeleid, zoals de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, de
derde Nota Waddenzee, de nota Natuur voor Mensen en de nota Bevedère,
is betrokken bij het opstellen van dit structuurschema. Tijdens de
geldigheidsduur van het SMT zal verder worden gewerkt aan het
samengaan van defensiegebruik met andere functies, bijvoorbeeld natuur
en recreatie, om verdere synergie te bereiken. Medegebruik van
defensieterreinen voor natuur- en extensieve recreatieve doeleinden
wordt bevorderd.
De oefenbehoefte van de krijgsmacht is uitgangspunt voor de
ruimtebehoefte in dit SMT.
In Nederland bestaat behoefte aan de volgende ingerichte
oefenterreinen:
- Twee compagniesoefenterreinen (COTn) voor gemechaniseerde eenheden:
Marnewaard en Oirschot.
- Een oefenterrein primair voor de compagnieën van de luchtmobiele
brigade (OLB): Eder- en Ginkelse Heide.
- Een oefenterrein primair voor pelotons van de luchtmobiele brigade:
De Haar
- Drie dubbele eenheidsoefenterreinen (dEOTn): Leusderheide,
Weerterheide en Havelte-West.
- Een eenheidsoefenterrein: Stroese Zand.
In totaal gaat het hierbij om een behoefte aan 5700 hectare. De Eder-
en Ginkelse Heide wordt definitief het oefenterrein van de
Luchtmobiele Brigade.
De regering heeft het voornemen ongeveer 5.300 hectare aan zogeheten
overige oefenterreinen aan te houden. Daarmee komt de totale
oefenbehoefte uit op 11.000 hectare.
Dossier SMT: alle documenten en informatie over het Structuurschema