Den Haag, 26 november 2001
BIJDRAGE VAN MARJA WAGENAAR (PvdA) AAN HET WETGEVINGSOVERLEG OVER MEDIA
Twee onderwerpen staan voor de PvdA centraal bij deze begrotingsbehandeling:
de taak en positionering van de publieke omroep in ons land (ook regionaal
en lokaal) en de publieke verantwoordelijkheid voor pluriformiteit in het
gehele medialandschap.
De afgelopen tijd hebben veel plannen gecirculeerd, zoals een nieuwszender
en meer geld voor internetactiviteiten. Ik neem ze systematisch even door.
a. Nieuwszender
b. Internetactiviteiten
c. Auteursrecht
e. Programma-indeling
2. Financieel perspectief voor regionale en lokale omroepen
Lokale en regionale omroepen zijn belangrijk. Zij vormen een essentieel
onderdeel van de lokale democratie. Denk maar aan de Commissie-Elzinga. De
PvdA kiest ervoor om de lokale en regionale democratie te versterken.
Daarbij horen ook de waakhonden van diezelfde democratie: de media. Ook op
lokaal en regionaal niveau. De PvdA vindt dat mensen meer betrokken zouden
moeten zijn bij de gemeenschap waarin ze wonen. Ook daarvoor zijn deze media
nodig. Als voorbeeld zou ik ook nog willen noemen de fantastische rol die
RTV Oost geheel belangeloos heeft gespeeld bij de ramp in Enschede. Toch is
het tobben geblazen sinds de fiscalisering. In de Kamer heeft het moties en
amendementen geregend. Maar opgelost is het probleem nog steeds niet. Lokale
omroepen kloppen soms tevergeefs bij hun gemeente aan. Het laatste
amendement daarover van de Kamer is het kabinet nog aan het onderzoeken.
Regionale omroepen zeggen de komende jaren nog 30 mln. meer nodig te hebben
om een beetje behoorlijk te draaien. En iedereen blijft maar naar elkaar
kijken. Vandaar dat wij de staatssecretaris willen vragen om in samenspraak
met betrokkenen (dat zijn de omroepen, VNG en IPO) te komen tot een
meerjarig financierings- en investeringsprogramma voor lokale en regionale
omroepen. Immers, ook de landelijke omroep heeft een meerjarenbegroting.
Hier is dat ook gewenst op basis van afspraken met alle betrokkenen. Daarbij
mogen wat de PvdA betreft twee zaken als stok achter de deur worden
gehanteerd: terugkeer naar een doeluitkering en voorschriften in de Mediawet
met verplichtingen ten aanzien van gemeenten en provincies. Immers, ook
gemeenten en provincies mogen hun verantwoordelijkheden op dit gebied niet
ontlopen.
Een ander punt blijft de interferentie. De tot nu toe gedane proeven met
storingen van digitale televisie op de kabel zijn weinig representatief. De
PvdA heeft het kabinet al eerder gevraagd in een motie om aan deze
problematiek tegemoet te komen. Daar is nu een halve oplossing voor gekomen.
De nieuwe stekkerset zal niet meer dan f. 12,50 kosten. Maar hoe zit het met
de verkrijgbaarheid en de installatie? Hoe worden klachten opgevangen? Ook
dat moet opgelost en hoort bij de uitvoering van de motie.
De kabelaars zijn nu gelukkig ook bezig te zorgen dat de kabel open gaat
voor andere internetproviders. Darmee wordt een belangrijke stap gezet op
weg naar het uitgangspunt: keuze op en tussen infrastructuren voor
consumenten. Het wetsontwerp daarover is echter vertraagd. Waaraan ligt dat?
En wanneer komt het nu wel?
De positie van onderdelen van de gedrukte pers is zorgelijk. De PvdA hecht
eraan ook hier die zorgen nog eens naar voren te brengen. Ik zou de
staatssecretaris om te beginnen eens willen vragen de oorzaken daarvan te
onderzoeken en te belichten in zijn nota over persbeleid die wij binnenkort
zullen ontvangen. Ons bereiken berichten dat de aanzienlijke stijging van de
papierprijs een van de oorzaken is. Mede door concentraties in die sector.
Zou de staatssecretaris dat eens willen laten onderzoeken? Ook
mediaconcentraties zijn aan de orde van de dag. Op regionaal niveau zijn
veel kranten verdwenen, terwijl de regionale omroepen maar met moeite het
hoofd boven water houden. De situatie bij PCM laat zien dat pluriformiteit
niet langer een vanzelfsprekendheid is. Op RTL4 en RTL5 heeft de lengte van
de dagelijkse nieuwsuitzendingen herhaaldelijk ter discussie gestaan. Andere
commerciële omroepen brengen geen of alleen binnenlands nieuws. Nieuws- en
informatievoorziening kan dan ook niet louter een speelbal zijn van de
commerciële wetten van de markt. Niet voor niets zijn er ooit stichtingen
opgericht om de inhoud van kranten te waarborgen. Dat geldt ook voor het
bedrijfsfonds voor de pers en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Niet voor niets ook moet de publieke omroep een vastgesteld gedeelte van
haar zendtijd (ruim 70%) besteden aan cultuur en informatie.
Ook op internationaal niveau zien we steeds meer concentraties. Nieuw
daarbij is dat (bijna) monopolisten van technische uitzendmiddelen
(telefoon, internet, kabel) allianties aangaan met producenten van inhoud
(bijv. AOL-Time Warner, Endemol-Telefonica). Uiteindelijk betekent deze
ontwikkeling: minder keuzemogelijkheden voor de consument, meer vervlakking
in het aanbod, minder mogelijkheden voor experimenten, programma's,
tijdschriften en kranten gericht op een beperkt publiek. Juist vandaag heeft
de Britse staatssecretaris voor cultuur een interessante nota gepubliceerd
over anti-concentratiewetgeving als het gaat om media. Heeft deze
staatssecretaris daar al kennis van genomen? Wat vindt hij ervan?
Het toezicht op dergelijke concentraties is gebrekkig. Cultuur en informatie
vereisen een ander toezicht dan benzinestations en bouwkartels. Het
Commissariaat voor de Media is al belast met de monitoring van
mediaconcentraties. De vraag is dan ook of de staatssecretaris zou willen
onderzoeken of en hoe deze toezichthouder kan worden belast met een
toezichthoudende rol met pluriformiteit als insteek als het gaat om
mediaconcentraties.
1. Publieke omroep voor een breed publiek
Ruim anderhalf jaar geleden is de Concessiewet vastgesteld. Daarin is een
goed evenwicht gevonden tussen enerzijds centrale sturing en anderzijds de
pluriformiteit die de verenigingen vertegenwoordigen. De netprofilering en
de zenderprofilering hebben in korte tijd hun kracht bewezen. En dat is een
compliment aan de Hilversumse inspanningen. Toch moet er nog een slag
gemaakt. Immers, juist een publieke omroep moet er zijn voor een breed
publiek. Dat betekent dat kijk- en waarderingscijfers een rol moeten spelen.
Niet voor ieder programma, maar wel voor netten en zenders als geheel. Op
Nederland 1 gaat dat de goede kant op. Maar op Nederland 3 valt dat tegen,
terwijl juist dit net voor innovatie zou moeten zorgen. De publieke omroep
doet het uitstekend bij kinderen.
Het is onduidelijk of een nieuwszender levensvatbaar is. De vraag is ook of
themakanalen voor nieuws of cultuur niet beter in een daadwerkelijk digitaal
tijdperk passen. De keuze van de staatssecretaris om op dit moment geen
geld voor een nieuwszender uit te trekken kunnen we dan ook begrijpen.
Desalniettemin vindt de PvdA het wel de moeite waard om met een experiment
op Nederland 2 te starten. Als dat een succes is, zijn wij bereid de komende
jaren alsnog na te denken over extra middelen. Dat succes zullen wij afmeten
aan drie criteria: samenwerking in Hilversum zelf, samenwerking tussen
landelijke en regionale omroepen en voldoende kijk- en waarderingscijfers.
Wij onderschrijven de keuze van de staatssecretaris om de
internetactiviteiten van de publieke omroep een financiële stimulans te
geven. In internationale samenwerkingsverbanden wordt de Nederlandse
publieke omroep gezien als voortrekker op dit gebied (bijv. Chigaco). Die
rol moet worden uitgebouwd. Juist nu anderen het vanwege commerciële
onhaalbaarheid laten afweten is het belangrijk dat er voor internet ook meer
inhoud met substantie wordt ontwikkeld. Er is op internet ook erg veel
rotzooi te vinden. Daar is niets tegen, maar er moet meer onder de zon zijn.
Op dit moment wachten kabelbedrijven met investeringen in digitalisering
omdat er te weinig inhoud is. Juist de publieke omroep kan daarvoor zorgen.
Ook zou ik de motie-Halsema nog eens in herinnering willen roepen die vraagt
om het ontwikkelen van een publieke inhoud voor internet te stimuleren. Mijn
fractie heeft indertijd die motie van harte ondersteund. De staatssecretaris
zegt in zijn brief van 12 juli jl. dat het belangrijk is het kaf van het
koren te scheiden op internet. En dat betrouwbare onafhankelijke partijen
daarvoor zorg moeten dragen. Waar blijft de stimulans? Ook zou ik er nog
eens op willen wijzen dat de publieke omroep inhoud moet ontwikkelen voor
alle mogelijke nieuwe technieken, zowel bijv. breedband als UMTS.
De PvdA heeft herhaaldelijk aangegeven dat het bestaande auteursrecht niet
is toegesneden op een digitale toekomst of daar zelfs hinderpalen voor kan
opwerpen als voor iedere herhaling opnieuw deze rechten moeten worden
betaald. Waar blijft de kabinetsnotitie over dit onderwerp? Daarbij zou ik
overigens op willen merken dat mijn fractie ten principale van mening is dat
de rechten van die programma's die met publiek geld worden geproduceerd in
publieke handen moeten blijven. Maar het omgekeerde geldt ook. De
programmagegevens van de publieke omroep zullen uiteindelijk ook beschikbaar
moeten worden gesteld aan anderen. Tegen betaling uiteraard als anderen die
gegevens voor commerciële doelen gebruiken. De rechtszaken slepen nog steeds
voort. De staatssecretaris zou ons op de hoogte houden. Wat is de huidige
stand?
d. Beweging in het bestel
De PvdA vindt dat louter centrale van bovenaf opgelegde organisatievormen en
besluitvormingsmechanismen niet meer van deze tijd zijn. In die zin zou het
model van de omroepverenigingen wel weer eens een hele eigentijdse
organisatievorm kunnen worden. Maar dan wel met beweging en vernieuwing.
Vanuit het oogpunt dat beweging in het bestel wenselijk is zou ik de
staatssecretaris willen vragen of hij bij alle uitgebrachte negatieve
adviezen over de toelating van De Nieuwe Omroep nog eens zou willen bekijken
of alle zorgvuldigheid hier in de beoordelingen uitputtend is toegepast.
De brief van de staatssecretaris over de criteria voor programma-indeling is
nog niet in alle opzichten verhelderend. Zou de staatssecretaris de
gehanteerde criteria nog eens op transparante wijze kunnen uitleggen? En aan
kunnen geven waar een programma als "The nanny" nu wel onder valt en met
welke redenen. De commotie die er over dit onderwerp ontstond, deed
overigens een storm van cultuurelitisme opwaaien. Tot en met het
hoofdredactioneel commentaar van de Telegraaf toe, waar het Volendamse BZN
in de ban werd gedaan. De PvdA vindt dat cultuur een breed begrip is en geen
grachtengordelse invulling moet krijgen. Het kan niet zo zijn dat als veel
mensen iets mooi vinden iets plotseling geen cultuur meer is. Juist een
publieke omroep die er is voor een breed publiek moet het begrip cultuur ook
breed blijven invullen.
f. Naweeën fiscalisering
In een kameruitspraak is gesteld dat de publieke omroep geen financieel
nadelige gevolgen mocht ondervinden van de fiscalisering. Toch is er nu een
slepend conflict ontstaan. Daarbij heeft het kabinet ervoor gekozen om dit
conflict op een apolitieke manier op te lossen: voorleggen aan de
Rekenkamer. Toch kun je het boekhoudkundig stelsel van het Rijk niet zomaar
opdringen aan de omroep, die met een ander boekhoudkundig stelsel werkt en
ook op die basis zou moeten worden gecompenseerd. Bovendien lag er al een
kameruitspraak. Ik zou de staatssecretaris dan ook willen vragen volgens de
boekhoudkundige systematiek van de omroep zelf te werk te gaan.
Een ander punt, dat ik hier zou willen aansnijden, betreft de samenwerking
van de landelijke publieke omroep met de regionale omroepen. Idioot
bijvoorbeeld dat de bezoeken van Willem-Alexander en Máxima dubbelop werden
gedaan. Met dat soort zaken moet Hilversum echt meer samenwerken met de
regionale omroepen.
3. Kabel
In een debat over het mediabeleid hoort ook de kabel thuis. Nederland is het
meest dichtbekabelde land ter wereld en toch hebben we bitter weinig
geregeld. Moeten er vanuit overheden (bijv. door bundeling van de vraag)
geen initiatieven worden genomen om met de kabelaars tot een snelle
verglazing van het net te komen dan nu het geval is?
Nog steeds is de dienstverlening bij sommige kabelaars nog niet op orde. In
Almere is zelfs een hele nieuwe wijk verstoken van kabel omdat UPC daar
achter loopt. De vraag aan de staatssecretaris is dan ook of dit een
incident is, of we dit vaker kunnen verwachten en wat hij hieraan denkt te
gaan doen? We spreken immers over een voorziening die door mensen vrij
belangrijk wordt gevonden.
4. Pluriformiteit en publieke verantwoordelijkheid
De afgelopen kabinetsperiode heeft ons de Concessiewet opgeleverd en daarmee
een sterkere en meer geprofileerde publieke omroep. Daar hecht de PvdA ook
voor de toekomst aan. Zowel landelijk als regionaal en lokaal. In een
democratie zijn waakhonden nodig. Diezelfde democratie vraagt ook om
pluriformiteit in plaats van vervlakking.