-
Palestijnse volk: bezet, beroofd en vernederd
27 november 2001
In het kader van de campagne United Civilians for Peace (UCP) bracht
dit weekend (22 t/m 25 november 2001) een delegatie van prominente
Nederlanders een werkbezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden.
Sinds oktober verblijven acht Nederlandse burgerwaarnemers van UCP in
het gebied. UCP is een samenwerkingsverband van Cordaid, ICCO, IKV,
Kerken in Actie, Novib en Pax Christi. De delegatie bezocht ook
diverse Israëlische en Palestijnse ontwikkelings-, vredes- en
mensenrechtenorganisaties die zich sterk maken voor een duurzame en
rechtvaardige vrede in het Midden-Oosten.
Na vier dagen van intensief rondtoeren, lange gesprekken met de lokale
bevolking, de UCP-burgerwaarnemers, partners, vertegenwoordigers van
de Palestijnse Autoriteit en leden van de Knesset trekt de delegatie
de conclusie dat Israël het internationaal recht voortdurend blijft
schenden bij het uitblijven van politieke actie door de internationale
gemeenschap.
De praktijk van bezetting
Bezoeken aan diverse plaatsen op de Westelijke Jordaanoever en de
Gazastrook brachten inzicht in wat de Israëlische bezetting voor
mensen inhoudt:
- Er zijn vele tientallen checkpoints, waardoor de West Bank en
Gazastrook feitelijk in zo'n 60 onderling afgesloten stukken zijn
verdeeld. Palestijnen moeten soms uren wachten bij deze checkpoints of
zijn geheel opgesloten; men kan niet naar het werk of naar school;
zelfs ambulances worden tegengehouden. Het gaat hier om een grote
beperking van de bewegingsvrijheid en om dagelijkse vernedering.
- Vele tientallen huizen en hectaren landbouwgrond zijn vernietigd; de
delegatie bezocht zelf een kapot gewalste waterput en vernielde
aardbeienvelden in Gaza.
- Door de afsluitingen en de economische wurggreep is de werkeloosheid
in de Palestijnse gebieden tot meer dan 50% gestegen; inmiddels leeft
ruim 50% van de bevolking onder de absolute armoedegrens.
- Er vinden met grote regelmaat buitenrechtelijke executies plaats van
vermeende terroristen.
- Bij demonstraties wordt vaak zonder enige aanleiding geschoten op
burgers. Dit leidde tot ruim 800 doden (onder wie veel kinderen) en
tienduizenden gewonden, van wie velen blijvende handicaps dragen.
Tijdens de eerste dag van het bezoek van de delegatie kwamen vijf
jonge kinderen door een Israëlische bom om het leven in de Gazastrook,
Veel van deze maatregelen en acties van Israëlische zijde worden
gebracht onder de noemer van veiligheid. In de praktijk blijkt echter
keer op keer dat zij niets met veiligheid te maken hebben en neerkomen
op een collectieve bestraffing van de Palestijnse burgerbevolking. De
delegatie constateert dat Israël voordurend de Palestijnen provoceert.
Het uitlokken van geweld lijkt te moeten voorkomen dat er ooit sprake
kan zijn van een wapenstilstand en van bijvoorbeeld de uitvoering van
het Mitchell rapport (dat "zeven dagen van absolute rust" als
voorwaarde stelt).
Dit alles gebeurt met een routine, planmatigheid en frequentie waaruit
duidelijk een vaste regie en opdracht van de regering blijken. Het
scherpst komt dit naar voren in het nederzettingenbeleid. Grond en
bezit worden afgenomen, enclaves gecreëerd voor specifieke groepen -
en soms wel 40.000 mensen - op plekken die een voortdurende belasting
opleveren voor Palestijnen. Kolonisten krijgen eigen wegen, eigen
beveiliging, eigen sociaal-economische voorzieningen die ten koste van
vrijheid en recht van de Palestijnen worden gerealiseerd. Er is een
planmatige opzet die een volwaardige Palestijnse staat nagenoeg
onmogelijk maakt. Een beleid dat al tientallen jaren onverminderd
doorgaat.
Het bovenstaande betekent een systematische schending van
mensenrechten en internationaal (humanitair) recht.
De weg uit het conflict
Het duidelijk falend leiderschap aan beide kanten lijkt nauwelijks in
staat om de geweldsspiraal te doorbreken. Het ontbreken van een
oplossing voor de treurige situatie van dit moment is echter vooral te
wijten aan het gebrek aan actie van de kant van de internationale
gemeenschap. Israël heeft diverse internationale conventies kunnen
negeren omdat er geen politieke actie volgde.
Een oplossing voor het conflict zal pas mogelijk worden wanneer een
einde komt aan de bezetting van Palestijns gebied. De internationale
gemeenschap zal:
- Israël onder druk moeten zetten om zich terug te trekken uit de
bezette gebieden en de grenzen van voor 1967 te respecteren, in
overeenstemming met VN-resoluties en om de nederzettingen te
ontmantelen en een oplossing te zoeken voor het probleem van de
Palestijnse vluchtelingen.
- Internationale waarnemers moeten sturen om de naleving van
mensenrechten te controleren en/of een VN-protectiemacht voor de
bescherming van burgers;
- Concrete maatregelen moeten nemen om Israël hiertoe aan te zetten;
Israël kan met economische of politieke middelen gedwongen worden zijn
beleid te veranderen. De eerste stap die op dit moment gezet moet
worden is opschorting van het EU-associatieverdrag met Israël.
Bij elke stap van de internationale gemeenschap is het van belang dat rekening gehouden wordt met de ongelijkwaardigheid van de partijen. Er is sprake van één partij die economisch, politiek en militair de overhand heeft en een andere die bijna geen middelen heeft. Ook bij toekomstige vredesonderhandelingen zal internationaal recht en niet de machtsverhouding tussen de partijen de standaard moeten zijn.
Het initiatief van burgers
Het bezoek heeft het belang van het sturen van burgerwaarnemers
onderstreept. De delegatie heeft geconcludeerd dat de lokale
Palestijnse en Israëlische organisaties veel belang hechten aan de
aanwezigheid van deze Nederlandse burgers. De waarnemers hebben zich
sinds hun komst zes weken geleden snel bekend gemaakt met de lokale
situatie en reeds uitgebreid gerapporteerd over hun bevindingen. Zij
zullen nog tot begin januari in het gebied blijven en dan worden
afgelost door een volgende groep. Tevens maken de organisaties zich
sterk voor internationale uitbreiding van het initiatief in Europa en
daarbuiten. De delegatie komt tot de conclusie dat de beeldvorming in
Nederland te weinig inzicht biedt in de dagelijkse praktijk van
bezetting. De waarnemers en de leden van deze delegatie zullen dan ook
bij terugkomst verder werken aan het uitdragen van de feitelijke
informatie over de situatie. De delegatieleden vinden het tot slot van
belang bij te dragen aan een brede maatschappelijke coalitie die nodig
is tegen bezetting en onderdrukking en vóór een rechtvaardige en
vreedzame toekomst van Israëlische en Palestijnse burgers.
De delegatie UCP:
Hedy d'Ancona (voorzitter Novib, delegatieleider)
Farah Karimi (Tweede Kamerlid Groenlinks)
Anton Westerlaken (oud-voorzitter CNV, directeur 's Heerenloo)
Hans Kruijssen (algemeen directeur Cordaid)
Jack van Ham (algemeen directeur ICCO)
Website van de campagne: www.unitedcivilians.com
-
Meer weten? E-mail info@groenlinks.nl