Persbericht
Nieuwste versie Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening
Verstedelijkingsbeleid blijft open ruimte
opslokken
Amsterdam, 28 november 2001 --- Milieudefensie
vindt dat de vandaag door het kabinet
gepresenteerde deel 3 van de Vijfde Nota
Ruimtelijke Ordening de vernieuwing ontbeert om
de verstedelijking daadwerkelijk af te remmen.
Het contourenbeleid is weliswaar helderder
geworden maar nog steeds is éénderde van
Nederland zoekruimte voor verdere bebouwing.
Het kabinet heeft ten aanzien van vorige plannen
haar ambities niet aangescherpt. Ze streeft er
niet naar om efficiënter om te gaan met de
beschikbare ruimte binnen steden waardoor het
platteland gevrijwaard zou worden van verdere
bebouwing. In de door het kabinet aangewezen
'bundelingsgebieden', die zo'n éénderde van
Nederland beslaan, kunnen provincies zoeken naar
nieuwe bouwlocaties.
Milieudefensie-directeur Wijnand Duyvendak: 'In
deze kabinetsplannen worden, traditiegetrouw,
alle ruimteclaims voor bebouwing gehonoreerd ten
koste van het platteland. Het wordt alleen wat
netter geordend. Wat nog steeds ontbreekt is het
besef dat we níet aan alle behoeften voor
bedrijventerreinen, wegen en grote woningen
kunnen voldoen. Want op die manier verdwijnt
alsnog de openheid, de stilte en de rust - iets
waarvan Nederlanders juist massaal aangeven óók
behoefte aan te hebben. Met de invoering van een
strakke rode contour om de steden en een
openruimteheffing had het kabinet een nieuwe
richting in kunnen slaan. Dat laat ze na. Het
kabinet offert nu alweer een groot stuk van het
Groene Hart op.'
Milieudefensie vindt dat de rode contouren, die
de grenzen van uitbreidinglocaties moeten gaan
aangeven, nú moeten worden getrokken en dat een
openruimteheffing een voorwaarde moet zijn voor
iedere uitzondering. Dit betekent een enorme
stimulans voor innovatieve stedelijke
vernieuwing. Volgens de kabinetsnota worden de
contouren echter pas in 2005 getrokken, pas
nádat de gemeenten hun uitbreidingsplannen voor
de komende vijftien jaar hebben veilig gesteld.
Duyvendak: 'Dat is de wereld op z'n kop. De open
ruimte kan natuurlijk niet meer worden beschermd
nadat zij is volgebouwd.'