Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn


Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS)

Werken aan een aantrekkelijk en vitaal platteland

29 november 2001

Het voortbestaan van de Nederlandse land- en tuinbouw lijkt op het spel te staan door BSE- en de mond- en klauwzeercrises en door ontwikkelingen binnen de Europese landbouwpolitiek. Heeft het Nederlandse platteland nog toekomst? Dertien plattelandsgebieden hebben in het kader van het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS), onderdeel Vitaal Platteland, plannen gesmeed om hun streek economisch en sociaal te versterken. Medewerkers van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW schreven een slotrapportage voor het overheidsoverleg.

Het gaat om Zuid-West Friesland, Lauwersland, de Hunze, Hart van Twente, Neede-Borculo, Vallei Zuid-West, Noord-Holland Midden, de Krimpenerwaard, West Zeeuwsch Vlaanderen, de Hilver, de Tuin van Limburg, en de gemeenten Gemert-Bakel en Nederweert. Hierbij waren maar liefst 11 provincies, 49 plattelandsgemeenten en meer dan 250 plattelandskernen betrokken. Zij hebben niet alleen plannen gemaakt, maar ook precies aangegeven welke belemmeringen ze ondervinden bij het ten uitvoer brengen daarvan. Soms knellen wetten, soms werken overheden langs elkaar heen, soms is de Europese en landelijke 'beleidsdouche' op provinciaal en gemeentelijk niveau niet meer te verwerken, soms wordt de ervaringskennis van lokale initiatiefgroepen veel te weinig benut.

Wegen naar een ander platteland
In het rapport Wegen naar een ander platteland komen de gesignaleerde knelpunten én voorstellen voor oplossingsrichtingen aan de orde. Er worden negen offensieven gepresenteerd, met de wegen waarlangs de landelijke gebieden sociaal en economisch vitaal gehouden kunnen worden. Deze stappen kunnen de komende tijd concreet gezet worden om de kwaliteit van het landelijk gebied te versterken en de agenda voor het landelijk gebied invulling te geven. Bijvoorbeeld een offensief om een nieuwe agenda voor het platteland op te stellen, een offensief om de lokale daadkracht van burgers en lokale initiatiefgroepen te versterken en een offensief voor het ontwikkelen van multifunctionele dienstencentra om de verschraling van het voorzieningenniveau op het platteland te bestrijden.

Kerngroep BANS
Radboud Engbersen, Ard Sprinkhuizen en Astrid van der Kooij van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW schreven de slotrapportage in opdracht van de kerngroep BANS Vitaal Platteland. De kerngroep bestond uit vertegenwoordigers van de ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en ook vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO).