CJE/01/62
29 november 2001
Arrest van het Hof in zaak C-366/99 Joseph Griesmar/Franse Republiek
Het Hof spreekt zich uit voor een gelijke behandeling van vaders en moeders bij de berekening van hun ambtenarenpensioen
Volgens het Hof is het in strijd met het beginsel van gelijke beloning dat vaders die bewijzen dat zij de opvoeding van hun kinderen op zich hebben genomen, worden uitgesloten van de anciënniteitsbonificaties die worden toegekend aan moeders die een ambtenarenpensioen genieten
Aan J. Griesmar, een Franse magistraat en vader van drie kinderen, is
een rustpensioen toegekend dat overeenkomstig de geldende regeling is
berekend op basis van zijn werkelijke dienstjaren. Bij de berekening
van zijn pensioen werd geen rekening gehouden met de bonificatie per
kind die wordt toegekend aan moeders die ambtenaar zijn, waardoor
Griesmar meent in strijd met het gemeenschapsrecht slachtoffer te zijn
van een discriminatie op grond van geslacht.
Griesmar stelde beroep in bij de Conseil d'État (Raad van State) en
voert een vermeende discriminatie tussen mannen en vrouwen aan. De
Franse rechter legt het Hof in wezen de vraag voor of een rustpensioen
voor een ambtenaar kan worden aangemerkt als beloning en zo ja, of de
aan vrouwelijke ambtenaren toegekende bonificatie per kind verenigbaar
is met het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen.
In de lijn van zijn rechtspraak inzake sociale politiek herhaalt het
Hof, dat rustpensioenen voor ambtenaren, een bijzondere categorie van
werknemers, wel degelijk als beloning zijn te beschouwen, omdat zij
rechtstreeks verband houden met de voorheen uitgeoefende
dienstbetrekking. In dat geval is het beginsel van gelijkheid van
mannen en vrouwen van toepassing.
Vervolgens moet worden vastgesteld of de bonificatie per kind
samenhangt met de tijdens het zwangerschapsverlof geleden
loopbaannadelen - wat geen betrekking kan hebben op mannen - dan wel
of deze bonificatie bedoeld is ter compensatie van nadelen als gevolg
van de opvoeding van een kind, in welk geval, zoals Griesmar stelt,
ook mannelijke ambtenaren aanspraak zouden kunnen maken op deze
bonificatie.
Volgens het Hof staat de toekenning van deze bonificatie los van het
zwangerschapsverlof en houdt zij integendeel verband met de periode
die nodig is voor de opvoeding van een kind, welke periode veel langer
is. Voor het overige kan de situatie van mannelijke ambtenaren, wat de
opvoeding van kinderen betreft, vergelijkbaar zijn met die van
vrouwelijke ambtenaren, en kan deze situatie voor hun loopbaan
dezelfde gevolgen hebben. Volgens de Franse pensioenwetgeving wordt
het pensioen van een vrouwelijke ambtenaar echter anders berekend dan
dat van een mannelijke ambtenaar, ook al kan deze laatste bewijzen dat
hij de opvoeding van zijn kinderen op zich heeft genomen. Er is dus
sprake van een verschillende behandeling op grond van geslacht ten
nadele van mannelijke Franse ambtenaren die hun kinderen zelf hebben
opgevoed.
Anders dan de Franse regering stelde, oordeelt het Hof dat de
bonificatie die is toegekend aan moeders die ambtenaar zijn, niet kan
worden gerechtvaardigd als maatregel om vrouwen in hun beroepsleven te
helpen, omdat de bonificatie wordt toegekend bij de pensionering, en
dus de problemen niet oplost waarmee zij tijdens hun loopbaan kunnen
worden geconfronteerd. Volgens het Hof kan de onderhavige bonificatie
de loopbaanproblemen van de moeders met gezinslast dan ook niet
oplossen.
Het Hof besluit bovendien de gevolgen van dit arrest niet te beperken
in de tijd, en verwerpt het verzoek van de Franse regering in die zin,
die eventuele financiële gevolgen aanvoerde.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Deze persmededeling is beschikbaar in alle talen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int heden vanaf ongeveer 15.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
tel (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656
Er zullen beelden van de uitspraak beschikbaar zijn bij "Europe by
Satellite", Europese Commissie, DG X, Audiovisuele dienst, L-1920
Luxemburg, tel: (352) 4301 35177, fax: (352) 4301 35249 en B-1049
Brussel, tel: (32) 2 296 5956, fax: (32) 2 230 1280