CBS

Grote koersverliezen voor institutionele beleggers

Door koersverliezen is de aandelenportefeuille van de institutionele beleggers in het derde kwartaal van 2001 met 53 miljard euro (117 miljard gulden) in waarde gedaald. Een dergelijk koersverlies is bij de institutionele beleggers nog niet eerder gemeten, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Ruim 9% van de obligatieportefeuille is in het derde kwartaal verkocht. Het betreft hier met name binnenlandse overheidsobligaties. De waarde van de totale beleggingen van verzekeraars en pensioenfondsen is gedaald van 721 miljard euro (1 589 miljard gulden) naar 673 miljard euro (1 484 miljard gulden).

Aandelenportefeuille flink gekrompen
De aandelenportefeuille van de institutionele beleggers is in het derde kwartaal van 2001 met 13% afgenomen. Dit is voor 53 miljard euro een gevolg van koersdalingen (-17%). De koersverliezen bij de verzekeraars zijn procentueel iets lager (-15%) dan bij de pensioenfondsen (-18%). De MSCI-Wereldindex voor aandelen is in deze periode 21% gedaald. De institutionele beleggers hebben in het derde kwartaal voor 13 miljard euro aandelen gekocht. Over de eerste drie kwartalen van dit jaar tezamen bedragen de aankopen 38 miljard euro. In deze drie kwartalen is in totaal 65 miljard euro koersverlies geleden. De verhouding tussen binnen- en buitenlandse aandelen is niet gewijzigd.

Binnenlandse obligaties verkocht
De waarde van de totale obligatieportefeuille is afgenomen met ruim 5 miljard euro. Met name binnenlandse overheidsobligaties zijn verkocht respectievelijk afgelost (- 6 miljard euro). De aandacht van institutionele beleggers verschuift naar buitenlandse obligaties. Door aflossing van de overheidsschuld is de Nederlandse obligatiemarkt krapper geworden. Ook het wegvallen van het valutarisico door de invoering van de euro heeft de aandacht naar het buitenland verlegd. De pensioenfondsen hebben voor bijna 8 miljard euro aan obligaties verkocht en hebben een koerswinst gerealiseerd van bijna 2 miljard euro, waardoor hun totale portefeuille met 4% is afgenomen. Het binnenlandse deel van de portefeuille is met 11% gedaald. De verzekeraars hebben hun obligatieportefeuille in het derde kwartaal van dit jaar met 1% uitgebreid. Dit is het saldo van een inkrimping van het binnenlands deel met ruim 7% en van aankopen van buitenlandse obligaties ter waarde van ruim 4 miljard euro (+10%).

Totale beleggingen fors gedaald
De totale institutionele beleggingen zijn in het derde kwartaal fors gedaald van 721 miljard euro tot 673 miljard euro (-6,7%). In procenten is een dergelijk grote daling voor het laatst gemeten in het derde kwartaal van 1998 (-6,5%). De institutionele beleggingen liggen thans op hetzelfde niveau als eind 1999. De daling van de totale beleggingen is voor een groot deel terug te vinden bij de aandelen (-13%) en obligaties (-2%). Deze categorieën maken samen 75% van de totale beleggingen uit. Bij de pensioenfondsen is dit percentage 82% en bij de verzekeraars 63%. De beleggingen van de pensioenfondsen zijn daarom sterker beïnvloed door de turbulentie op de effectenmarkten. Hun totale beleggingen zijn in het derde kwartaal van 2001 met bijna 9% gedaald, terwijl de verzekeraars een daling van ruim 3% laten zien.