CDA

Vijfde Nota biedt te weinig ruimte voor lokale en regionale invulling

30 november 2001

"Het derde deel van de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening gaat teveel uit van centrale sturing". Dat zegt CDA woordvoerder Gerd Leers in een eerste reactie. Leers: " Waar we voor vreesden wordt bewaarheid. De oorspronkelijke keuze van Pronk om de 5e Nota op te zetten als een strategische nota en daarmee veel ruimte te laten voor provinciale en lokale invulling is gaandeweg uitgehold. We zien nu dat door het opschroeven van de voorwaarden en richtlijnen uiteindelijk toch de centrale sturing voorop is komen te staan. Daardoor dreigen initiatief en verantwoordelijkheid van onderop te worden gesmoord."

In dit verband betreurt Leers het dat de zgn. Balansgebieden zijn vervallen. "Hier werd juist de ruimte geboden aan provincies en gemeenten voor de toekomstige invulling van ruimteclaims. Het blijft tamelijk onduidelijk hoe de gebieden buiten de rode en groene contour dan wel ingevuld worden. Het CDA is op zich niet tegen een beleid waarbij buiten de stedelijke concentratiegebieden maximale bebouwingscontouren rond woonkernen worden getrokken. Maar buiten de 'nationale landschappen' en 'groene contourgebieden' dienen provincies zelf de keuze te kunnen maken of zij dit instrument willen hanteren, of bijvoorbeeld contingenten hanteren. Het lijkt nu te veel een keurslijf te worden, getuige de uitspraak dat rond alle kernen strakke contouren moeten worden getrokken."

Leers plaatst vraagtekens bij de keuze om voor het bepalen van de ruimtevraag uit te gaan van het
zogeheten 'trendmodel'; het extrapoleren van de verdeling van bevolking en arbeidsplaatsen zoals die zich in de afgelopen 25 jaar heeft ontwikkeld. "Bij de begroting van VROM heeft het CDA reeds aangegeven dat de toekomstige bevolkingsgroei geen vaststaand gegeven is. De migratiecomponent hierin kan wel degelijk worden beïnvloed. De ruimtevraag kan ook worden beïnvloed door meer in te zetten op intensiveren en het combineren van functies."

Het CDA stemt in met de rol van water als ordenend principe. Dat geldt ook voor de zeven aangewezen Nationale Landschappen, onder de voorwaarde dat het 'normale landelijke gebied' binnen deze landschappen niet helemaal op slot gaat, en het beleid ontwikkelingsgericht is.

Het CDA ondersteunt van harte de aangekondigde initiatieven om tot grotere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaamse havens in het Scheldegebied te komen; dit ligt in lijn met vergelijkbare CDA-pleidooien in het verleden.

Leers noemt het jammer dat Leeuwarden niet de vergelijkbare status heeft als Groningen/Assen. Deze laatstgenoemde combinatie heeft de status van een nationaal stedelijk netwerk; Leeuwarden slechts regionaal stedelijk netwerk. Leers: "Het CDA wil dat Leeuwarden samen met het regionaal stedelijk netwerk Drachten/Heerenveen/Sneek één nationaal stedelijk netwerk wordt".

Gesteld wordt dat deze Vijfde Nota het integratiekader op het gebied van de ruimtelijke inrichting vormt. Het CDA gaat er van uit dat dit ook daadwerkelijk waar gemaakt wordt, hetgeen bijv. moet blijken bij het binnenkort uit te brengen 2de Structuurschema Groene Ruimte (SGR2). Het zal ook moeten blijken bij toekomstige grote infraprojecten, zoals de snelle verbinding tussen de Randstad en Noord-Nederland. Overigens is er opnieuw een beleidsdiscrepantie tussen de 5e nota en het NVVP. In het NVVP is het ruimtelijk sturend aspect van infrastructuur onvoldoende meegenomen.

Woordvoerder: Gerd Leers, tel. 06-51806864.

Voor verdere informatie: CDA Voorlichting; Hans v.d. Vlies, 06-22934604