Den Haag, 3 december 2001
Vragen van het lid Koenders (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken,
Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking over de situatie in Afghanistan
1.
Hoe beoordeelt de Regering de voortgang van de Bonn-conferentie, de vorming
van een eventuele VN-vredesmacht, en welk gedetailleerd overzicht heeft zij
over de vluchtelingen- en de voedselsituatie?
Welke exacte posities neemt zij inzake internationaal overleg in?
2.
Op welke wijze kan op korte termijn de straffeloosheid in Afghanistan worden
verkleind als middel tegen nieuwe mensenrechtenschendingen en steunt het
Kabinet de verzoeken van mevrouw Robinson van Amnesty International om een
onderzoek in te stellen naar de gedode krijgsgevangenen in Mazar-I-Sharif en
Takteh Pol? Welke initiatieven neemt de Regering terzake?
3.
Wil de Regering zich tevens inzetten voor een VN-commissie van experts met
betrekking tot de situatie van de mensenrechten en ter voorbereiding van de
juridische opbouw in Afghanistan?
4.
Hoe beoordeelt de Regering de opzet van militaire rechtbanken in de VS
t.b.v. verdachte terroristen en welke discussie vindt in Europees verband
plaats om eventuele uitlevering c.q. berechting zo spoedig mogelijk en op
juiste wijze te doen plaatsvinden? Welke positie heeft Nederland daarbij?
5.
Hebben de VS op één of andere wijze formeel of informeel gesondeerd bij of
een verzoek gedaan aan Nederland voor het zenden van F-16 al dan niet met
een zgn. gevechtsrol? Zo ja, welke precieze reactie heeft de Nederlandse
Regering daarop gegeven en om welke redenen?
6.
Kunnen deze vragen bij voorkeur per omgaande beantwoord worden en in elk
geval ruim voor het volgende overleg met de Tweede Kamer?