Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Na ineenstorten Mayarijk veranderde het klimaat
3 december 2001
NWO-onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben aangetoond dat na het ineenstorten van het Mayarijk het klimaat in Zuid-Mexico veranderde. Uit bewaard gebleven stuifmeelkorrels konden de paleo-ecologen afleiden dat het klimaat snel droger werd.

De verschraling van het klimaat verklaart de afname van de bevolking na het uiteenvallen van het Mayarijk. De klimaatonderzoekers hielpen zo een raadsel op te lossen uit de archeologie. Amsterdamse onderzoekers vermoeden dat de instorting van het Maya-rijk, ongeveer elfhonderd jaar geleden, erosie en verdroging veroorzaakte in het zuiden van Mexico en het noorden van Guatemala. (Klik op het plaatje voor een grotere versie)De Amsterdamse paleo-ecologen konden aan de hand van stuifmeelkorrels nauwkeurig het klimaat in een bepaald gebied reconstrueren. Elke plant heeft zijn voorwaarden waaronder deze kan groeien. Door de mogelijke groeiomstandigheden van elke plant in een gebied over elkaar heen te leggen, ontstaat een nauwkeurig beeld van het lokale klimaat.

In het gebied waar de Maya's leefden, het zuiden van Mexico en het noorden van Guatemala, vonden de onderzoekers dat rond het jaar duizend het klimaat snel verdroogde. Dat was zo'n honderd jaar nadat het Mayarijk ineen was gestort. De onderzoekers vermoeden dat de bewoners na het uiteenvallen van het goed georganiseerde rijk, veel natuur en landbouwgebied verwoestten. Dit leidde tot erosie, waardoor de verdamping en daarmee de regenval afnam.

De stuifmeelkorrels geven ook informatie over landbouw in het verre verleden. In Peru konden de paleo-ecologen reconstrueren hoe het verbouwen van maïs en granen zich verspreidde over de diverse bevolkingsgroepen. Bepaalde volken, die bij de komst van de Spanjaarden leefden als jagers en verzamelaars, blijken een rijk agrarisch verleden te hebben.

Het stuifmeelonderzoek in Zuid en Midden-Amerika heeft ook gegevens opgeleverd die van belang zijn voor het huidige klimaatonderzoek. In een hooggelegen gebied in Colombia zijn stuifmeelkorrels gevonden van de afgelopen drie miljoen jaar. De NWO-paleo-ecologen hebben gekeken welke planten de laatste 450.000 jaar groeiden bij welke CO2-concentaties in de atmosfeer. Het CO2-gehalte in de lucht is voor deze periode bekend door een eerdere vondst van luchtbelletjes ingevroren in het ijs van de zuidpool. Uit de vergelijking blijkt dat in het verleden de plantengroei sterk samenhing met de concentraties CO2. Uit de analyses blijkt dat niet alleen de temperatuur veranderde maar ook de neerslag en in welke seizoenen de neerslag viel.

Meer informatie en illustratiemateriaal bij

* dr. Robbert Marchant (UvA, Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica)
* tel 020 525 7950

* e-mail marchant@science.uva.nl De onderzoeker heeft vier artikelen geschreven die binnenkort zullen verschijnen in vaktijdschriften.