Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=424004


---

Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse zaken van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Sub-Sahara Afrika Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 3 december 2001 Auteur G. Dommerholt, B. Gerlings Kenmerk DAF 901/01 Telefoon +31-(0)70-3486002
Blad Fax +31-(0)70-3486607
Bijlage(n) 1 E-mail gerda.dommerholt@minbuza.nl
Betreft Verslag bezoek Bamako en Gaborone
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,

Van 22 tot en met 26 oktober jl. bezocht ik Bamako, Kigali en Gaborone. In Bamako was de reden van mijn bezoek het Pan-Afrikaanse Forum over capaciteitsopbouw georganiseerd door de African Capacity Building Foundation (ACBF), in Kigali de bilaterale betrekkingen en in Gaborone de bijeenkomst van de Global Coalition for Africa (GCA). In Bamako voerde ik en marge ook nog een aantal gesprekken in het kader van het bilaterale OS-programma . In het verslag wordt geen melding gemaakt van mijn bezoek aan Kigali. U werd hierover al geïnformeerd door middel van mijn brief van 26 oktober jongstleden (26433, nr. 38).

Hierbij heb ik het genoegen u het verslag van deze bezoeken toe te sturen.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline HerfkensVerslag reis naar Bamako en Gaborone

Bezoek Bamako

Aanleiding voor mijn bezoek aan Bamako was de uitnodiging van de African Capacity Building Foundation voor mijn deelname aan het Eerste Pan-Afrikaanse Forum over Capaciteitsopbouw in Afrika, dat van 22 tot en met 24 oktober 2001 in Bamako gehouden werd. Naast deelname aan dit Forum heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om gesprekken te voeren met President Konaré, Eerste Minister Mandé Sidibé en de Minister van Economie en Financiën Bacari Koné. In deze gesprekken stond vooral ons bilaterale OS-programma en de situatie in Mali centraal. Aan de Minister van Gezondheid van Mali overhandigde ik een bedrag van NLG 6,5 miljoen voor een inentingscampagne tegen meningitis te voorkomen tijdens het Afrikaanse voetbalkampioenschap dat in januari en febrair 2002 in Mali zal plaatsvinden. In deze periode komt ook de ziekte meningitis fregquent voor. Vandaar dat het Ministerie van Gezondheid een inentingscampagne georganisserd heeft, waarvoor men financiering bij Nederland aangevraagd heeft.

African Capacity Building Foundation(ACBF)

ACBF is een Afrikaanse organisatie dat begin jaren negentig op initiatief van donoren en Afrikaanse overheden is opgericht om de capaciteitsproblematiek in Afrika aan te pakken. De aandacht gaat vooral naar de publieke sector, maar civil society en de private sector beginnen binnen het aandachtsveld van ACBF te komen. ACBF is gezeteld in Harare, Zimbabwe. Nederland heeft vanaf het begin ACBF financieel gesteund met een totaal bedrag van NLG 10 miljoen.

Het Pan-Afrikaanse Forum voor Capaciteitsontwikkeling in Afrika had als belangrijkste doel het vraagstuk van de capaciteit in Afrika op de agenda's van de Afrikaanse politieke leiders en die van de donoren te zetten. Diverse aspecten van de capaciteitsproblematiek (w.o. HIV/AIDS, migratie, rol privé sector, goed bestuur, respons van internationale gemeenschap) in Afrika werden in werkgroepen en plenair besproken (zie ook bijgesloten programma). Ik vond vooral interessant en hoopgevend dat van Afrikaanse zijde naast de overheden ook andere zeer uiteenlopende Afrikaanse instanties vertegenwoordigd waren (NGO's, parlement, lokale bestuurders, bedrijfsleven, etc.). Dit maakte de debatten boeiend en veelzijdig. De eerste twee dagen werd een resolutie voorbereid die de derde dag aan de aanwezige Afrikaanse Staatshoofden aangeboden is. In die resolutie worden donoren en Afrikaanse overheden, civil society en privé sector opgeroepen het komende decennium de Afrikaanse capaciteit centraal te stellen. ACBF krijgt daarin een belangrijke rol toebedeeld.

Mijn inbreng bestond uit een speech tijdens de openingssessie en het voorzitten van een sessie over de "Effectiviteit van de Respons van de Internationale gemeenschap op de capaciteitsproblematiek in Afrika".

In mijn speech benadrukte ik dat we, donoren en Afrikanen, een nieuw partnership aan moeten gaan waarin wij als donoren moeten ophouden met het woord en de pen te voeren voor de Afrikanen. We moeten luisteren naar hun prioriteiten, uitgaan van wat men zelf wil en in huis heeft, ook en vooral als het gaat om de eigen Afrikaanse capaciteit. Te vaak hebben we eigen mensen gestuurd zonder rekening te houden met datgene wat ter plekke aanwezig was aan capaciteit en aan prioriteiten. Dit heeft soms duidelijk negatieve effecten gehad op de ontwikkeling van de eigen Afrikaanse capaciteit en op het vertrouwen in eigen kunnen. Ik heb daarbij nog eens expliciet gewezen op mijn nieuwe beleid m.b.t. technische assistentie. In de wandelgangen kreeg ik vooral van Afrikaanse kant veel waardering voor de boodschap die ik afgegeven heb.

Door de grote heterogeniteit van het gezelschap dat ik rond het thema van de internationale respons op de Afrikaanse capaciteitsproblemen mocht voorzitten, konden geen duidelijke conclusies getrokken worden, maar ontspon zich wel een interessante en veelzijdige discussie. Duidelijk werd dat de Afrikanen het ownership van en voor hun ontwikkeling van cruciaal belang achten, maar dat er ook aan hun kant nog heel wat ingesleten gewoontes en praktijken zullen moeten veranderen wil men de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsproces geheel op zich nemen.

Bilateraal programma

Algemeen:

Precies twee jaar geleden bezocht ik Mali ook. Toen worstelde de Malinese regering met een aantal hardnekkige en heikele politieke kwesties. In het secundaire en tertiaire onderwijs moest men de weerstand van de studenten tegen de herziening van het algemene recht op vrij hoge beurzen zien te doorbreken en in de politieke arena was de relatie tussen oppositie en regering tot een dieptepunt gezakt. Tot mijn grote genoegen en opluchting bleek mij tijdens dit bezoek dat beide impasses doorbroken waren, dat de beurzenproblematiek aangepakt was en oppositie en regering ter voorbereiding van de a.s. verkiezingen weer samen om de tafel zaten. Bovendien is Mali in staat geweest een overtuigend PRSP-proces op de rails te zetten. En dat terwijl het land economisch al meer dan een jaar in een crisis verkeerd vanwege de hoge olieprijzen en de lage prijzen voor katoen op de wereldmarkt en ontevreden katoenproducerende boeren vorig jaar, en een continuering van de lage katoenprijzen en een falende nationale katoenmaatschappij (CMDT) dit jaar. Ik heb tegenover mijn gesprekspartners grote waardering voor de politieke resultaten uitgesproken en meegedeeld dat ze op mijn verdere steun konden rekenen.

Zorgen heb ik nog wel over het proces van donorcoördinatie. Door de afwezigheid van m.n. de Scandinavische landen en het VK en door de dominantie van Frankrijk verloopt het proces veel moeizamer dan in andere delen van Afrika. Ik heb mijn gesprekspartners beloofd mijn best te doen Noorwegen te interesseren voor Mali. Ik kan u tot mijn grote genoegen meedelen dat mij dit lijkt te lukken, want Noorwegen overweegt inmiddels, nadat ik met mijn collega voor ontwikkelingssamenwerking gesproken heb, Mali op haar lijst van prioritaire landen te zetten.

Gesprek met President Konaré

Tijdens dit gesprek keek President Konaré, die nog ruim 6 maanden had te gaan als President van Mali, terug op 10 jaar presidentschap. Hij concludeerde dat het democratiseringsproces en de politieke stabiliteit duidelijk versterkt waren, maar dat het probleem van de armoede hardnekkiger bleek dan hij gehoopt had.

M.b.t. het democratiseringsproces noemde hij wel het gebrekkige functioneren van de politieke partijen in Mali. Ik heb toegezegd het IMD te vragen na te gaan of men iets voor de Malinese partijen zou kunnen betekenen.

Verder gaf hij aan dat hij het New Partnership for African Development (NEPAD, voorheen NAI)) als eigen Afrikaanse visie en strategie voor de Afrikaanse ontwikkeling van groot belang achtte, maar dat concretisering en aansluiting bij bestaande initiatieven cruciaal zijn, wil het plan slagen. Ook was hij met mij van mening dat de Global Coalition for Africa (GCA), als informeel vernieuwend platform voor voor Afrika belangrijke politieke issues, zeker een toekomst heeft. Vanwege de aanwezigheid van Afrikaanse Staatshoofden op het ACBF-Forum was het President Konaré niet mogelijk deel te nemen aan de GCA-bijeenkomst in Gaborone. Ik heb hem beloofd zijn positieve mening over het GCA in Gaborone over te brengen, hetgeen ik gedaan heb.

Vanwege de positieve ontwikkelingen in de onderwijssector heb ik toegezegd dat ik de mogelijkheden om ook buiten het basisonderwijs steun te verlenen, zal bekijken.

Gesprek met Eerste Minister Mandé Sidibé en Minister van Economie en Financiën Bacari Koné:

Tijdens dit gesprek stonden centraal de kwesties van de macro-economische crisis en ownership en donorcoördinatie.

De macro-economische situatie blijft zorgelijk ook voor het komend jaar. Dit ondanks het feit dat met de Wereldbank inmiddels een ambitieus hervormingsplan van de staats-katoenmaatschappij Compagnie Malienne des Textiles (CMDT) overeengekomen is en de katoenproductie dit seizoen een recordhoogte zal bereiken. Ik heb continuering van mijn macro-steun toegezegd. Maar gezien het feit dat de Franse katoenmaatschappij AGRIS (voorheen Compagnie Française des Textiles, CDFT) met 40% aandelen in het CMDT haar aandeel in de afbetaling van de schulden van het Malinese staatsmaatschappij CMDT niet op zich neemt, heb ik ook meegedeeld dat ik overweeg om naar een andere (ge-earmarkte) vorm van macrosteun over te stappen. Dit om te voorkomen dat door fungibiliteit mijn steun toekomt aan een Franse maatschappij. Ik heb hierover ook mijn Franse ambtgenoot aangesproken.

M.b.t. de donorcoördinatie en het ownership van Mali heb ik opnieuw de noodzaak benadrukt dat Mali de verantwoording voor haar eigen ontwikkelingsproces moet nemen en het in eerste instantie haar taak is de donoren bijeen te brengen. Toegezegd heb ik Noorwegen te enthousiasmeren voor Mali (zie hierboven). Toen mijn gesprekspartners aangaven dat ook de Wereldbank steken liet vallen m.b.t. de hoognodige coördinatie, heb ik gezegd bereid te zijn de Wereldbank te verzoeken zich coöperatiever op te stellen in het donoroverleg en terughoudender in het PRSP-proces, als daarom door de Malinese autoriteiten gevraagd mocht worden.

Gezondheidssector:

Mali bereidt momenteel de Afrikaanse voetbalkampioenschappen (CAN) voor. Om de verhoogde kans op snelle verspreiding van de, in die periode veel voorkomende, ziekte meningitis tegen te gaan, houdt het Ministerie van Gezondheid van Mali een inentingscampagne tegen de ziekte. Financiering voor die campagne werd aangevraagd bij Nederland. Ik heb daarom aan de Minister van Gezondheid een cheque van NLG 6,5 miljoen overhandigd en mijn waardering uitgesproken over het feit, dat men tijdens de CAN aandacht vraagt voor de problematiek van HIV/AIDS en voor de goede manier waarop het Ministerie van Gezondheid het sectorale beleid en daarbij de donorcoördinatie aanpakt. Nederlandse en Malinese pers was daarbij aanwezig.

2. Bezoek Gaborone

2.1 GCA Plenaire Vergadering over private sector in Afrika

In Gaborone nam ik deel aan de vijfjaarlijkse Plenaire Vergadering van de Global Coalition for Africa, waarvan ik één van de zeven Co-Chairs ben.

Het centrale thema van de Plenaire Vergadering was "The Private sector: Key to African Development", waarbij aandacht besteed werd aan de respectievelijke verantwoordelijkheden van Afrikaanse overheden, externe ontwikkelingspartners en de private sector voor het scheppen van een gunstig klimaat voor de private sector in Afrika. Zoals gebruikelijk bij GCA vergaderingen werd aan de, informele, discussies deelgenomen door Afrikaanse staatshoofden, ministers en parlementariërs, donoren, multilaterale organisaties, NGO's en de private sector. Twee leden van de Tweede Kamer, Mw. M. Visser-van Doorn en Mw. N. van 't Riet, namen op deel aan de conferentie.

Het doel van de GCA is niet om consensus te bereiken of beslissingen ter implementatie te nemen, maar een platform te bieden voor uitwisseling van ideeën en ervaringen. GCA speelt daarmee vooral een rol in de bewustwording van met name Afrikaanse overheden ten aanzien van een breed spectrum aan vigerende ideeën en meningen omtrent een bepaald issue. De opbrengst van de conferentie in Gaborone lag dan ook niet zozeer in het genereren van nieuwe inzichten, maar in het samenbrengen van een breed spectrum aan stakeholders in de ontwikkeling van de private sector in Afrika.

Wat betreft de rol van Afrikaanse overheden in het verbeteren van de nationale enabling environment voor de private sector werd met name gesproken over de punten waarop ook in het Nederlandse beleid, zoals neergelegd in de Aanvulling op de notitie Ondernemen tegen Armoede, de nadruk ligt:

Noodzaak van effectief en transparant bestuur en bestrijding van corruptie, naast adequate regelgeving en rechtszekerheid ten aanzien van productiefactoren. Ten aanzien van deze zaken heb ik ook met name gewezen op de cruciale rol van parlementen, als wetgevende en controlerende macht.

Ontwikkeling van de financiële sector.

Ontwikkeling van de fysieke infrastructuur (waaronder ook telecommunicatie / internet)

De opbouw van kennis en onderhandelingscapaciteit, ten behoeve van bijvoorbeeld WTO-onderhandelingen (in samenwerking met de private sector).

Daarnaast werd ook herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de noodzaak van het aansporen van multinationals om winsten lokaal te herinvesteren, en van het bevorderen van investering van binnenlandse spaargelden (nu verdwijnt nog 40% van Afrikaanse spaartegoeden van het continent, in vergelijking met 4% in Azië).

Ook werd gesproken over het negatieve effect van conflicten in bepaalde regio's op het imago van het gehele continent en de (soms onterechte) afschrikkende werking daarvan op investeerders.

Voor de internationale ontwikkelingspartners werd met name van een rol voorzien ten aanzien van technische assistentie, het versnellen van schuldenverlichting en ontbinding van hulp.

Daarnaast werd, vooruitlopend op de WTO-top te Qatar, uitgebreid stilgestaan bij de gevolgen van globalisering en vrijhandel voor Afrika. Veel Afrikaanse deelnemers beschouwden gebrekkige markttoegang en (m.n. Europese) subsidies als de belangrijkste blokkades voor de ontwikkeling van een goede Afrikaanse private sector.

De (Afrikaanse) private sector zelf zou meer aandacht moeten besteden aan investering in personeel (opleiding, HIV/AIDS preventie) en verbetering van concurrentievermogen waardoor zij niet afhankelijk zijn van de beschutting van hoge tariefmuren.

2.2 Toekomst van de GCA

Daarnaast werd in Gaborone door de Co-Chairs gesproken over de toekomst van de GCA. De oorspronkelijke doelstelling van de GCA werd in 1990 geformuleerd als het faciliteren van een informele en open dialoog op hoog niveau tussen Afrikaanse beleidsbepalers en hun partners in donorlanden, om hiermee Afrika hoog op de agenda te houden. De toegevoegde waarde van de GCA lag met name in de eerlijke en informele discussies, door een breed scala aan actoren, over politiek gevoelige onderwerpen. Hierdoor fungeerde de GCA als voortrekker in het internationaal aankaarten van gevoelig liggende onderwerpen als goed bestuur, corruptie en AIDS.

Ik heb mij in de afgelopen maanden sterk gemaakt voor een hernieuwde focus van de GCA op die inmiddels wat verwaterende katalyserende rol. In Gaborone kwamen de Co-Chairs overeen dat de onderwerpen op de GCA agenda een duidelijke toegevoegde waarde moeten hebben op wat er verder in internationale fora gaande is. De GCA zal zich in de komende periode met name richten op het New Partnership for Africa (NEPAD), waarbij met de politiek gevoelige elementen opgepakt zullen worden - zoals op het gebied van governance en democratie in relatie tot bijvoorbeeld waardesystemen. De brede, doch selectieve, deelname aan bijeenkomsten en het openhartige en directe debat blijven daarbij de belangrijkste onderscheidende karakteristieken van de GCA.

===