Rijksuniversiteit Groningen

Snelle reacties

Reactievaten in de chemische industrie bevatten vaak stoffen die in verschillende fasen (gas-vloeistof-vast) verkeren. De reactiesnelheid is dan onder meer afhankelijk van de snelheid waarmee een component die in de ene fase verkeert, over kan gaan naar een andere fase. Bijvoorbeeld hoe snel een gas kan oplossen in de vloeistof waarmee het moet reageren. Soms is die overgangssnelheid zelfs de factor die de totale snelheid van de reactie limiteert. Verhogen van de overgangssnelheid wordt in de praktijk vaak gedaan door het toevoegen van een stof in een zogenaamde 'hulpfase' of 'microfase', vaak een vaste stof of een vloeistof die niet mengt met de originele vloeistof. Een voorbeeld van zo'n hulpfase zijn vaste stofdeeltje in de vorm van actieve kool. De oplossnelheid van een gas in vloeistof kan via die koolstofbolletjes met een factor vijf toenemen. Ook worden hiervoor soms micro-emulsies of micellen gebruikt. Doel van het onderzoek van Manoj Vilas Dagaonkar is het verkrijgen van een beter inzicht in de werking van zo'n microfase. Daarvoor analyseerde hij verschillende typen bekende microfasen. Maar ook wilde Dagaonkar nieuwe typen microfasen ontdekken. Hij onderzocht een systeem met buckyball (C60) deeltjes en een met CaCO3 micellen van nanoformaat. De beide systemen vertoonden in elk geval activiteit. /JS

Manoj Vilas Dagaonkar (Nagpur, India, 1972) studeerde natuurwetenschappen aan de Mumbai universiteit in India. Dagaonkar kreeg van de Groningse universiteit een Ubbo Emmius beurs. Het onderzoek werd uit gevoerd bij de afdeling Technische Scheikunde van de RUG en deels gefinancieerd door NWO.

Datum en tijd

maandag 3 december 2001, 14.15 uur

Promovendus

M.V. Dagaonkar, tel. (050)363 44 97, fax (050)363 44 79, e-mail: m.v.dagaonkar@chem.rug.nl (werk)

Proefschrift

Effect of microphase on gas-liquid mass transfer

Promotor

prof.dr.ir. L.P.B.M. Janssen

Faculteit

wiskunde en natuurwetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen