R&D-vestigingsklimaat in Nederland: concurrerend, maar niet absolute
top binnen OESO
3 december 2001 - Het R&D-vestigingsklimaat in Nederland is
concurrerend in vergelijking met andere OESO-landen, maar Nederland
bezet geen plek in de absolute top. Ons land is een goede middenmoter:
het R&D-arbeidsaanbod blijft wat achter, maar Nederland scoort goed op
de kwaliteit van het onderzoek aan universiteiten en andere publieke
kennisinstituten. Er zijn geen aanwijzingen dat bedrijven stelselmatig
R&D-activiteiten verplaatsen vanuit Nederland naar het buitenland.
Dit concludeert het CPB in het CPB Document The location of R&D in the Netherlands: Trends, determinants and policy van onderzoekers Maarten Cornet en Marieke Rensman. Ernst & Young International Location Advisory Services is betrokken geweest bij dit onderzoek van het CPB. Het volledige document vindt u op de website: www.cpb.nl
In Nederland verrichte R&D (Research en Development oftewel Speur- en Ontwikkelingswerk) draagt bij aan onze nationale welvaart. Een aantrekkelijk R&D-vestigingsklimaat prikkelt Nederlandse en buitenlandse bedrijven juist in ons land R&D te doen. Het CPB heeft onderzocht welke factoren hierbij bepalend zijn.
De R&D-vestigingsplaatskeuze van bedrijven
Vestigingsplaatskeuzes uit het verleden hebben een grote invloed op
R&D-vestigingsplaatskeuzes in het heden. Bedrijven kiezen vaak voor
een bestaande R&D-locatie om te profiteren van schaalgrootte en
synergie, bijvoorbeeld in de vorm van ter plekke aanwezige kennis in
de hoofden van mensen en organisaties. Ook buitenlandse bedrijven
kiezen eerder voor Nederland wanneer zij hier reeds actief zijn met
een fabriek, een distributiecentrum of een laboratorium.
De fysieke plaatsen waar R&D plaatsvindt in Nederland blijken weinig
te veranderen over de tijd. De omvang van de R&D-activiteiten op die
locaties kan in de loop van de jaren echter behoorlijk variëren. Ook
de naam en nationaliteit van de eigenaar van de R&D-activiteiten
kunnen veranderen door afsplitsingen, fusies en overnames. Sinds de
jaren tachtig zijn diverse buitenlandse ondernemingen via fusies en
overnames in Nederland actief geworden op het gebied van R&D.Naast
vestigingsplaatskeuzes uit het verleden zijn twee andere factoren
bepalend voor de R&D-vestigingsplaatskeuze:
* het arbeidsaanbod van onderzoekers en technici;
* de kwaliteit van universiteiten en andere door de overheid
gefinancierde kennisinstituten, en de mate waarin het
bedrijfsleven de kennis van die instellingen kan benutten.
Het R&D-vestigingsklimaat in Nederland
Het R&D-vestigingsklimaat in Nederland is concurrerend in vergelijking
met andere OESO-landen, maar Nederland bezet geen plek in de absolute
top. Het Nederlandse R&D-arbeidsaanbod scoort gemiddeld, achter een
groep van met name de Scandinavische landen en de VS. De kwaliteit van
het onderzoek aan Nederlandse universiteiten en andere publieke
kennisinstellingen is echter van topniveau. Over de benutting van dat
onderzoek door bedrijven in Nederland bestaat geen eenduidig beeld.
Bedrijven besteden in Nederland een groter deel van hun
R&D-activiteiten uit aan publieke kennisinstellingen dan in andere
landen. Het percentage bedrijven dat samenwerkt met zo n publieke
kennisinstelling is in Nederland echter lager dan gemiddeld. De
concurrerende positie van Nederland binnen de OESO wordt weerspiegeld
door het feitelijke aandeel van Nederland in nieuwe R&D-projecten. Dit
feitelijke aandeel is grote lijnen gelijk aan wat op grond van de
omvang van de Nederlandse economie valt te verwachten.
Trends
Verscheidene trends kunnen de concurrentie tussen R&D-vestigingslanden
verscherpen en de aantrekkelijkheid van Nederland daarbij beïnvloeden.
Zo kunnen de opkomst van informatie- en communicatietechnologie (ICT),
de internationalisering van bedrijven en de grotere internationale
arbeidsmobiliteit onder onderzoekers, meer
vestigingskeuzemogelijkheden bieden aan R&D-bedrijven. Dit kan de
concurrentie tussen Nederland en andere R&D-vestigingslanden
vergroten. Ook zou de Nederlandse R&D-positie onder druk kunnen komen
indien bedrijven alleen met de allerbeste R&D-vestigingsplaats
genoegen nemen, of indien Nederlandse studenten steeds minder
belangstelling voor een R&D-loopbaan tonen. Hoewel er aanwijzingen
zijn voor het bestaan van de genoemde trends, zijn omvang en bereik
vooralsnog onduidelijk.
Overheidsbeleid
Er zijn indicaties dat een toename van de R&D-activiteiten bij
bedrijven maatschappelijk gewenst is. Overheidsbeleid dat het
Nederlandse R&D-vestigingsklimaat verbetert, kan daaraan bijdragen.
Dat betekent niet automatisch dat R&D-beleidsinitiatieven altijd
effectief en efficiënt zijn. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat wanneer
overheidsbeleid de universiteiten stimuleert om zich meer te richten
op de directe kennisvraag van bedrijven, andere taken van deze
instellingen minder aandacht krijgen (bijvoorbeeld fundamenteel
lange-termijnonderzoek).
Voor informatie over dit bericht, kunt u contact opnemen met Eduard de
Visser van Ernst & Young International Location & Advisory Services
via mail of telefonisch 030 259 51 08.