PRICEWATERHOUSECOOPERS

Vierde Eurotest: ziekenhuizen lijken tijdig gereed voor Euro

Vierde Eurotest: Responderende ziekenhuizen lijken tijdig gereed te zijn voor de Euro

In het voorjaar van 2001 bleek dat slechts 50% van de ziekenhuizen was begonnen met het daadwerkelijk omzetten van systemen naar de Euro. Op
1 november 2001 bevond ruim 92% van de responderende ziekenhuizen zich in de implementatiefase. Dit blijkt uit de vierde eurotest van PricewaterhouseCoopers, die is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).

De vierde eurotest was aangepast naar het huidige tijdsmoment (stand per 1 november 2001) en was gericht op de overgangsfase. Van alle aangeschreven ziekenhuizen stuurde 58% de vierde eurotest ingevuld retour. 98% van de responderende ziekenhuizen geeft aan op 1 januari 2002 gereed te zijn met de benodigde euro-aanpassingen en werkzaamheden. Slechts één (responderend) ziekenhuis heeft aangegeven op E-day nog niet gereed te zijn. Helaas heeft deze respondent geen reden of oorzaak aangegeven. Een aantal responderende ziekenhuizen (32%) heeft aangegeven aandachtspunten en/of knelpunten te voorzien bij de uitvoering van het euro-project. Deze aandachtspunten en/of knelpunten zijn met name gericht op:

&61623; Het aanpassen van het ziekenhuisinformatiesysteem door de leverancier.
&61623; Het aanpassen van automaten (koffie-automaten, parkeerautomaten) door leveranciers.
&61623; Het ontstaan van afrondingsverschillen. Dit kan een probleem vormen bij het afletteren van notas debiteuren. &61623; De onderlinge afstemming tussen verschillende disciplines binnen het ziekenhuis.
&61623; Communicatie, zowel intern als extern.

''Eén van de belangrijkste activiteiten in de maand december 2001 is de euroconversie. De meeste zorginstellingen kiezen, conform landelijke afspraken in de sector, voor een euroconversie rond 1 januari 2002'', legt Adri de Bruijn, partner bij PricewaterhouseCoopers, uit. ''35% van de responderende ziekenhuizen vermeldt reeds bedragen in euro op de declaraties. Het merendeel, namelijk 55%, geeft aan declaraties vanaf 1 januari 2002 te voorzien van eurobedragen.''

Uit de enquete blijkt dat meer dan 90% van de respondenten een nauwkeurige planning en inschatting heeft gemaakt van de werkzaamheden verbonden aan deze euroconversie. Voordat een conversie naar de euro kan plaatsvinden moet deze zijn uitgetest. In deze vierde eurotest geeft 88% van de responderende ziekenhuizen aan dat de testwerkzaamheden worden uitgevoerd door een vooraf geformuleerd testteam, waarbij men in het merendeel (94%) van de gevallen beschikt over voldoende resources en planmatig te werk gaat.

Adri de Bruijn vertelt verder: ''Indien zich bijvoorbeeld als gevolg van de euroconversie verstoringen in de bedrijfsvoering voordoen, dienen alternatieven, zoals handmatige verwerking, voorhanden te zijn om het bedrijfsproces voort te kunnen zetten. Deze continuïteitsmaatregelen dienen in principe voor ieder proces of risicogebied te zijn vastgelegd en dienen formeel geaccordeerd te worden door de verantwoordelijken. Daarnaast dienen deze continuïteitsmaatregelen vooraf getest te worden op hun werking. In 74% van de responderende ziekenhuizen heeft men reeds een dergelijk terugvalscenario opgesteld.''

Inmiddels wordt de tijd tot aan E-day steeds korter en zal men zich ten aanzien van de euro-aanpassingen steeds meer in de afrondende fase moeten bevinden. Men dient echter wel voortdurend alert te blijven op nieuw ontstane problemen en nieuwe euro-objecten, zodat men hier snel op kan inspringen.

''Gebaseerd op deze foto vlak voor de finish lijkt het erop dat nagenoeg alle responderende ziekenhuizen tijdig gereed zullen zijn. Het europroject zal in ieder geval tot 1 januari 2002 een hoge, of beter nog de hoogste, prioriteit moeten houden. Alleen met grote inzet, hoge betrokkenheid, bewustwording en bestuurlijke aandacht kan het europroject een succesvolle finish hebben,'' besluit Adri de Bruijn zijn verhaal.