Beide verdachten krijgen vier jaar cel wegens een gewapende beroving
in een woning
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 4-12-2001
Verdachte heeft zich met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan een
gewapende beroving in een woning. Verdachte is tezamen met zijn
mededader een woonhuis waarin een gezin bestaande uit een vader, een
moeder en twee kinderen aanwezig was binnengedrongen en zij hebben de
slachtoffers op gewelddadige wijze overrompeld en bedreigd. Daarbij
hebben zij de vader onder schot gehouden en hem gekneveld. Ook werd
deze bewoner een vuistslag gegeven, waardoor hem pijn werd
toegebracht. Uiteindelijk hebben verdachte en zijn mededader de ouders
opgesloten in een kast. Aldus hebben verdachte en zijn mededader de
slachtoffers op hardhandige en buitengewoon bedreigende wijze een
aanzienlijk geldbedrag en andere goederen afhandig gemaakt, waarbij
die slachtoffers oprecht hebben kunnen vrezen voor hun leven.
De rechtbank rekent het verdachte bijzonder ernstig aan dat bij deze
overval twee kinderen in de leeftijd van negen en veertien jaar er
getuige van zijn geweest dat er op hun vader geruime tijd een
vuurwapen is gericht geweest en dat op hem geweld werd toegepast. Het
feit dat kinderen deel uitmaakten van het betrokken gezin was aan de
daders tevoren bekend. Het is van algemene bekendheid dat slachtoffers
van dergelijke misdrijven daarvan nog lang schade kunnen ondervinden
in de vorm van psychische klachten.
Ernstige geweldsmisdrijven als de onderhavige doen bovendien gevoelens
van angst en onveiligheid in de samenleving toenemen. Verdachte heeft
zich van dit alles echter geen enkele rekenschap gegeven en slechts
oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. De rechtbank weegt voorts
nadrukkelijk mee dat verdachte als initiatiefnemer en leidende figuur
van de gewapende overval kan worden aangemerkt. Reeds op grond van dit
vergrijp is, uit het oogpunt van vergelding en normhandhaving, een
lange vrijheidsstraf geïndiceerd.
Bij het plegen van voornoemd feit hebben verdachte en zijn mededader
daarenboven gebruik gemaakt van een personenauto, waarvan zij
redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat deze van een misdrijf
afkomstig was. Heling is een feit dat bijdraagt aan de instandhouding
van de afzetmarkt voor van misdrijf afkomstige voorwerpen en dat
bijgevolg bestreden dient te worden.
Daarnaast heeft verdachte zich, met een mededader, schuldig gemaakt
aan diefstal met braak uit een garagebedrijf. Door deze inbraak werd
veel schade toegebracht aan de benadeelde, zowel als gevolg van het
wegnemen door verdachte van geld en goederen, als door de wijze waarop
hij deze zaken onder zijn bereik heeft gebracht. Bedrijfsinbraken zijn
zeer ergerlijke feiten, die naast schade vaak veel overlast
veroorzaken voor de gedupeerde bedrijven.
Verdachte heeft tenslotte - zonder daartoe te zijn gemachtigd - een
vuurwapen in de zin van de Wet wapens en munitie voorhanden gehad, te
weten een knalsein waarmee blijkens een proces-verbaal van de
technische recherche onder meer een granaatinslag of een mijnexplosie
kan worden nagebootst. Het ongeoorloofde bezit van dergelijke
voorwerpen brengt het risico met zich mee dat de bezitter ervan deze
in een voorkomend geval zal gebruiken met alle mogelijke gevolgen voor
anderen van dien en dient derhalve krachtig te worden tegengegaan.
Zie voor de uitspraak van de mededader:
url('AA6674',http://rechtspraak.ro.minjus/uitspraak/show_detail.asp?ui
_id=29765">http://rechtspraak.ro.minjus/uitspraak/show_detail.asp?ui_i
d=29765)
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: ad6674
Voor de volledige uitspraak: Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...id=5593&i=43&ti=3 .