Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 december

BIJDRAGE VAN KHADIJA ARIB (PvdA) AAN HET PLENAIRE DEBAT OVER BEGROTING EN ZORGNOTA VWS 2002

Voorzitter, afgelopen regeerperiode heeft de PvdA zich ingezet om de capaciteits- en kwaliteitsproblemen in de gezondheidszorg aan te pakken. Er is gekozen voor een aanpak waarbij extra investeringen niet méér van hetzelfde moesten opleveren, maar aantoonbare kwaliteitsverbeteringen. Het extra geld moest op dié plekken komen waar het aantoonbaar nodig was. Er werd geïnvesteerd in de arbeidsmarktproblema-tiek, de wachtlijsten, de jeugdgezondheidszorg, de genees- en hulpmiddelen en de mantelzorg. Vandaag willen we de balans opmaken: wat is er bereikt? Maar vooral: wat moet er in deze kabinetsperiode nog gebeuren? Wat staat het optimaal realiseren van onze doelstellingen nog in de weg? In welke sectoren zijn nog grote problemen?

Wachtlijsten
Voorzitter, over de aanpak van de wachtlijsten in de thuis- en gehandicaptenzorg is de PvdA tevreden en wil bij deze haar voorzichtige complimenten aan de minister en staatssecretaris overbrengen. De aanpak van de wachtlijsten in deze sectoren begint gelukkig haar vruchten af te werpen. De totale omvang van de wachtlijst is met circa 35 % gedaald t.o.v. mei 2000. Ook heeft de PvdA waardering voor het ingezette overheidsbeleid van meer keuzevrijheid voor de cliënten (PGB en PVB). Voorzichtig met complimenten, omdat wij er nog lang niet zijn. Als we de balans opmaken dan zien we dat er meer moet gebeuren. In maart 2001 staan nog steeds 21.000 mensen zonder enige vorm van professionele hulp op de wachtlijst voor thuiszorg. De wachtlijsten in de verzorgings- en verpleeghuizen zijn in de vorige peiling nauwelijks gedaald. Ook is er nog steeds sprake van regionale verschillen: er zijn regio's waar de wachtlijsten nagenoeg weg zijn, in andere regio's zijn ze nog veel te lang. De oplossing is op dit moment niet zozeer het beschikbare geld voor de wachtlijstaanpak. Er is door het gekozen 'boter bij de vis' principe genoeg geld beschikbaar. Dit komt erop neer dat alle zorg die daadwerkelijk gerealiseerd wordt, ook betaald wordt. De belangrijkste hoofdoorzaak van de wachtlijsten is op dit moment het personeelsgebrek. Vorig jaar diende ik een motie in om geld dat voor de wachtlijsten was bedoeld ook voor werving en extra begeleiding van personeel in te kunnen zetten. Of andere dingen die wachtlijsten zouden kunnen bekorten. Nog steeds met de regel: boter bij de vis, dus aantoonbare resultaten. Nu wordt gezegd dat de motie is uitgevoerd via de van Rijn-gelden die voor arbeidsmarktproblematiek zijn uitgetrokken. Naar ik begrepen heb, is het geld met toestemming van VWS helemaal opgegaan aan secundaire arbeidsvoorwaarden (broodnodige kinderopvang ed). Het gevolg is dat - bijvoorbeeld de thuiszorg - het wachtlijstgeld op de plank moet laten liggen, omdat er te weinig geld is voor scholing en begeleiding van personeel. Instellingen moeten plannen kunnen indienen voor het oplossen van hun personeelsproblematiek en andere zaken die de kwaliteit van zorg verbeteren. Hiervoor moeten de wachtlijstmiddelen, die nu onbenut blijven vanwege de strakke verdeling van de middelen, worden ingezet.

Voorzitter, in de ggz is het tegenovergestelde aan de hand. Er zijn wachtlijstplannen ingediend, maar een gegarandeerde financiering ontbreekt. De ggz is nog de enige sector waarbij geen geclausuleerde open-einde-regeling geldt. De argumenten van de minister dat er geen sprake zou zijn van een geprotocolleerde indicatiestelling en transparante wachtlijstregistratie vindt de PvdA niet langer acceptabel. De sector is ver op weg hiermee en verdient de zekerheid dat hij financiering krijgt om de plannen in 2002 uit te voeren. We hebben begrepen dat er een akkoord ligt tussen het ministerie, de ggz-sector en de verzekeraars. Kan de minister beamen dat de open-einde-regeling nu een feit is.

Kwaliteit
Voorzitter, het principe 'boter bij de vis' geldt met name voor productie van meer zorguren, de kwantiteit, zonder daarbij aandacht te geven aan de kwaliteit van de geboden zorg. Dat breekt na vier jaar dus op. De PvdA is erg geschrokken van het rapport 'Een keten van lege zondagen', waaruit blijkt dat mensen in de ggz die langdurig afhankelijk zijn van zorg het moeten doen met face-tot-face contacten van 35 minuten per dag (standaard is 80 minuten) en gemiddeld 35 minuten aan dagactiviteiten per week (standaard is 5 tot 10 uur). Dat komt neer op 56% minder zorg. Ook op het terrein van materiële voorzieningen en diensten zijn tekorten van 30 tot 70% (huisvesting, recreatiemogelijkheden). De kwaliteit van de afdelingen voldoet niet aan de standaard voor passende zorg en de mogelijkheid om de dag elders door te brengen wordt gedwarsboomd door een ontoereikende financiële compensatie voor de maaltijden en onvoldoende vervoersmogelijkheden. Dat kan niet meer in deze tijd. Hier komen we niet vanaf door te stellen dat er sprake is van slecht management, wat overigens ook niet uit het onderzoek blijkt. Er is een standaard voor passende zorg. Die moet worden nageleefd en daarvoor moeten extra middelen komen. Deze mensen hebben recht op activiteiten, directe begeleiding en een goede behandeling. De PvdA gaat ervan uit dat wachtlijstmiddelen ook kunnen worden ingezet om deze zorgverschraling het hoofd te bieden, bijvoorbeeld bij wachtlijsten voor de dagbesteding. Graag reactie van de minister hierop.

In de gehandicaptenzorg komt zorg op maat steeds dichterbij. De PvdA-fractie is ingenomen met de manier waarop de staatssecretaris de financiering van de gehandicaptenzorg moderniseert en daarin rekening houdt met de zorgzwaarte van cliënten. Het geeft gehandicapten en hun belangenbehartigers volop ruimte om de zorg meer op maat in te richten en ieder datgene te geven wat nodig is. De staatssecretaris heeft eerder in overleg met de Kamer aangegeven dat voor de eerste stappen van dit noodzakelijke proces extra financiering beschikbaar is. Daar zijn we blij mee, maar we weten tegelijk dat het nog niet genoeg is. In de zorg, ook in de gehandicaptenzorg, is sprake van vergrijzing en een nog onvervulde behoefte aan zinvolle dagbesteding. Kan de staatssecretaris aangeven hoe de financiering op langere termijn kan worden gewaarborgd? Voorzitter, gehandicapten hoeven niet aangewezen te zijn op zorginstellingen ver weg van de gewone samenleving. Integratie in allerlei vormen wordt actief door de staatssecretaris gestimuleerd. Het uit zich in deconcentratie van zorgvoorzieningen, kleinschalige woonvormen en in het bieden van veel ondersteuning thuis. Vooral voor ouders met jonge kinderen is met het persoonsgebonden budget en begeleiding via Sociaal Pedagogische Diensten (SPD) en integratie in het onderwijs, het beleid succesvol. Het roept wel spanning op want als gehandicapten meer in de gewone samenleving blijven, moeten ze ook meer gebruik kunnen maken van de gewone voorzieningen. Kinderopvang bijvoorbeeld. Als een gehandicapt kind naar de gewone school gaat, moet het kind ook gebruik kunnen maken van de naschoolse opvang. Het beleid van kinderopvanginstellingen wordt lokaal bepaald. Veranderingen zijn daarmee teveel afhankelijk van het toevallig initiatief van gemeenten. Van de coördinerend bewindspersoon gehandicaptenbeleid verwacht de PvdA-fractie een actieve stimulerende inbreng. Is de staatssecretaris bereid komend voorjaar een aparte notitie naar de Kamer te zenden met een overzicht van concrete beleidsinspanningen op dit terrein?

Ik wil ook aandacht vragen voor de kwaliteit in de ouderenzorg. Bij de behandeling van de zorgnota 2001 heb ik gevraagd minimumkwaliteitseisen voor de ouderenzorg te formuleren. Een motie hierover heb ik aangehouden in verband met de toezegging van de staatssecretaris. Hoe is de stand van zaken? De verschraling in de zorg is het meest zichtbaar in de zomermaanden. Afgelopen zomer heb ik mee moeten maken hoe verschrikkelijk dit kan zijn. In een stage periode in Amsterdam en Vinkeveen heb ik samen met drie verzorgenden een afdeling met ongeveer dertig zwaarbehoevende demente ouderen moeten verzorgen. Dat is ongeveer 10 patiënten per dag per verzorgende. Dit is onacceptabel. Verzorgenden en verpleegkundigen hebben ook recht op vakantie!! Het personeelsgebrek is in te plannen. Ik doe een beroep op de bewindslieden om nu alvast op de komende zomermaanden te anticiperen en een plan voor de zorg in de zomermaanden op te stellen. Suggesties zijn er genoeg. Er is ervaring opgedaan met het inzetten van medisch personeel van defensie. Hoe denkt de staatssecretaris hierover?

Voorzitter, ouderenzorg is breder dan alleen de aanpak van de wachtlijsten. Een aantal thema's dat hiermee te maken heeft blijven helaas in de zorgnota en de begroting onderbelicht. Ik noem o.a. de positie van allochtone ouderen, de palliatieve zorg en de inkomenspositie van mensen in langdurig in AWBZ-instellingen wonen.

Allochtone ouderen
Allochtone ouderen vormen nog steeds een groep die niet of nauwelijks voor zichzelf opkomt en die steeds in een marginale positie verkeert. Het is helaas een vergeten groep ook in de zorgnota en de begroting. Het lijkt alsof deze groep geen premie heeft betaald!! Uit verschillende onderzoeken blijkt dat deze groep in een sociaal en economische isolement verkeert. In de voorgestelde maatregelen van de minister en de staatssecretaris wordt nauwelijks rekening gehouden met deze groep. De staatssecretaris heeft eerder aangekondigd met een notitie te komen over de positie van allochtone ouderen. Hoe staat het hiermee? Onlangs heeft het PMB een rapport opgesteld waarin een aantal aanbevelingen is gedaan over de positie van allochtone ouderen. De projectgroep die twee rapporten heeft geschreven houdt op te bestaan. Wie bewaakt wat er met de aanbevelingen wordt gedaan? Ook wil ik van de staatssecretaris horen welke stappen zij concreet heeft genomen om het sociale isolement van allochtone ouderen te doorbreken?

In dit verband wil ik ook het Rapport van Sociaal-economische gezondheidsverschillen en het rapport over gezondheidszorg in de grote steden aanhalen. Alhoewel ik veel respect heb voor de commissie kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat deze commissie kleurenblind is geweest. In de aangeboden rapporten wordt niet ingegaan op het aspect etniciteit, terwijl dit een belangrijke factor is naast de sociaal-economische gezondheidsverschillen. Een gemiste kans. Ik wil graag van de minister weten wat hiervan de verklaring is?

Palliatieve zorg
In lijn met het streven van het kabinet om de palliatieve zorg te integreren in het huidige aanbod van zorg is de PvdA van mening dat bijzondere aandacht dient uit te gaan voor de laatste levensfase. Extra aandacht en middelen voor ontwikkelingen binnen dit terrein zijn ook gerechtvaardigd. Nog steeds ontbreekt het aan adequate financiering als het gaat om palliatieve zorg. Verpleeghuizen voelen zich gedwongen om patiënten die met hoge zorgzwaarte te weigeren. Gewerkt wordt aan een financiering naar zorgzwaarte. Echter, dit is vooral voor de lange termijn. De PvdA is van mening dat voor de palliatieve zorg een adequate financiering moet komen. Tegelijkertijd moeten projecten bij Copz'en die gericht zijn op het ontwikkelen van kennis en expertise op het terrein van de palliatieve zorg de ruimte en de nodige tijd krijgen om dat te blijven doen. Graag een reactie van de minister.

Maatschappelijk opvang
Er is meer geld nodig voor maatschappelijke opvang. De huidige capaciteit is onvoldoende. Dat geldt voor plaatsen, gebouwen en personeel. We gaan er van uit dat de motie Vendrik/03-ijnissen volgend jaar wordt uitgevoerd, maar vinden dat er nog een extra bedrag moet worden toegevoegd. We hebben een amendement voorbereid ter hoogte van 10 mln. Ook ligt er een amendement voor 10 mln ten behoeve van zwerfjongeren. Er liggen prachtige plannen klaar bij instellingen als de Terp in Leeuwarden en Mijnzicht in Heerlen. Daarvoor is een convenant nodig tussen VNG, Federatie Opvang en VWS om de doeluitkering veilig te stellen (zoals in maart jl al voorgesteld door Hoek) De oudere dak-en thuislozen, een fors probleem. Een groot deel van deze mensen heeft AWBZ-zorg nodig, maar krijgt deze niet. Waarom worden mensen in een maatschappelijke opvang-instelling niet gezien door de RIO's, zodat zij na indicatiestelling thuiszorg of zorg in een verpleeghuis kunnen krijgen? Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat deze mensen zo snel mogelijk geïndiceerd worden en AWBZ-zorg ontvangen? Kan dit via een pgb, zodat personeel in de maatschappelijke opvang-instelling desnoods de nodige zorg kan verlenen? Kunnen de maatschappelijke opvang instellingen voor dan toch het pgb-geld beheren, wanneer de cliënt daar zelf niet toe in staat is?

Jeugdzorg
De problemen in de jeugdzorg zal ik niet bij deze begroting aan de orde stellen, maar daar komen we op terug in een apart debat. Wel wil ik mijn ongenoegen uiten over het uitblijven van de Wet op de jeugdzorg. Kamerbreed is vorig jaar gepleit voor snelle invoering van de wet op de jeugdzorg, waarin het recht op jeugdzorg zou worden vastgelegd en de bureaus Jeugdzorg tot een verbeterde toegang zouden leiden. Nu bereiken ons signalen dat er vertraging is ontstaan. Aan alle voornemens van de staatssecretaris om de wet per 2003 in te voeren moet nu worden getwijfeld. Dat is zeer frustrerend. Niet alleen voor de kamer, maar meer nog voor de jeugdigen zelf. Het uitstellen van de wet heeft veel nadelige gevolgen voor de hulp aan kinderen in problemen zoals onlangs nog eens bleek bij het geval in Westerpark. Wie het NRC van afgelopen zaterdag heeft gelezen over het meisje dat in Amsterdam-Westerpark door een groep jongens werd aangerand en verkracht zal zich ernstig moeten afvragen hoe het mogelijk is dat in een land als Nederland met zo veel voorzieningen geen adequate hulp aan dit slachtoffer van geweld kan worden geboden. Het slachtoffer werd van het kastje naar de muur gestuurd, niemand voelde zich verantwoordelijk, het heeft ook te lang geduurd voordat ze hulp kreeg en nog steeds heeft ze niet die specialistische hulp die ze nodig heeft. Voorzitter, seksueel misbruik en mishandeling van kinderen is een ernstige schending van de rechten van het kind. De overheid dient de kinderen die hier slachtoffer van zijn te beschermen en de hulp die ze nodig hebben ook beschikbaar te stellen. Ik moet helaas constateren dat het geval van dit meisje blootlegt hoe slecht de hulp aan seksueel misbruikte kinderen en kinderen die slachtoffer zijn van geweld slecht is geregeld en hoe de overheid het ook laat afweten. Er bestaat geen specialistische hulp voor deze kinderen. Er is slechts één diagnostisch centrum in Groningen en dat moet elk jaar geld bij elkaar scharelen om overeind te blijven . Bovendien ook dit centrum heeft wachtlijsten. Ik heb anderhalf jaar geleden een motie ingediend over de structurele financiering van dit centrum en gevraagd om meer centra in het land. Deze motie wacht nog steeds op uitvoering. Sterker nog in een debat met justitie wist men niet welke motie ik bedoelde. De PvdA is van mening dat er voldoende aanbod moet komen voor diagnostiek en behandeling van kinderen die slachtoffer zijn van geweld en seksueel misbruik. Er zijn op dit moment initiatieven in vier regio's in het land. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid deze initiatieven financieel te steunen. Graag een reactie van de staatssecretaris. Een ander punt is het bericht vandaag in de Volkskrant naar aanleiding van het vermiste meisje in Nulde. Tientallen leerlingen, misschien zelfs honderden, raken zoek bij scholen. Hoe is dit mogelijk? Ik realiseer me dat dit onderwerp nauw raakt aan het onderwijsbeleid, maar er moet toch een sluitend systeem zijn dat voorkomt, dat kinderen zoekraken en niet meer getraceerd kunnen worden. Is de staatssecretaris van Jeugdbeleid bereid hierover in contact te treden met haar collega van OCW en bereid tot een sluitende aanpak?

Voorzitter, en dan de kinderopvang
Wij zijn blij dat de groei van de kinderopvang in deze kabinetsperiode aanzienlijk zal zijn: naar verwachting bijna 80.000 plaatsen. Een mooi resultaat. Positief is ook dat de Wet Basisvoorziening Kinderopvang er nu ligt, zij het dat de invoering met een jaar zal worden verlengd. Dat laatste betreuren wij zeer. Maar tegelijkertijd willen we hier alvast opmerken dat de PvdA het noodzakelijk acht dat ook in dat overgangsjaar capaciteitsuitbreiding zal plaatsvinden. Mijn partijgenoot Hamer zal een algemeen overleg aanvragen zodat hierover met de staatssecretaris kan worden gesproken. Omtrent de tussenschoolse opvang heeft zij bij de begrotingsbehandeling van OCW een amendement ingediend. Daarbij gaat het om de tussenschoolse opvang te vergroten en hiervoor een regeling te treffen. Ook bij déze begroting van VWS wil ik eenzelfde amendement indienen zodat het bij elkaar een substantieel bedrag zal zijn waarvoor OCW, VWS en eventueel SZW gezamenlijk verantwoordelijk zullen zijn. Tot slot wil ik vragen naar de toegezegde notitie peuterspeelzalen die voor eind november was toegezegd. Mijn vraag is of we deze notitie nog dit jaar tegemoet kunnen zien.

Zak- en kleedgeld
Voorzitter, er is minder armoede in Nederland, maar dat geldt niet voor mensen die langdurig in een AWBZ-instelling wonen. Ze betalen eigen bijdragen en houden daar in het ergste geval alleen zak- en kleedgeld aan over. Hiervan worden ze geacht zich te kleden, hun kamer in te richten, zich te ontspannen en te vervoeren, alles te kopen wat niet tot de basisvoeding behoort en bezoek te ontvangen. Het zak- en kleedgeld is afgeleid van de bijstandsnorm. Het zak- en kleedgeld van instellingsbewoners zou gelijk moeten zijn aan het bedrag dat mensen in de bijstand aan bovenstaande posten uitgeven. Ondanks en verhoging van het zak- en kleedgeld (motie Melkert) bereiken ons veel berichten dat dit geenszins het geval is. Alleenstaanden zouden nog 22% hieronder zitten en echtparen 28%. Dit blijkt ook uit verschillende recente onderzoeken. Wij vragen de sts. een notitie (uiterlijk 1 april 2002), waarin op basis van deze onderzoeken wordt aangegeven hoe de verhoging van zak- en kleedgeld kan worden gerealiseerd.