Koninklijk Horeca Nederland

Brandveilige kerst en jaarwisseling in de horeca

De naderende feestdagen rondom het kerstfeest en de jaarwisseling zijn van die activiteiten waarbij er sprake is van extra versieringen in uw bedrijf. Dit kan een extra risico inhouden wanneer brandbare materialen worden gebruikt.

We mogen daarbij niet vergeten dat u op de eerste plaats verantwoordelijk bent voor de veiligheid van uw gasten. U moet dan ook de nodige maatregelen hebben getroffen om die veiligheid te waarborgen. Om u daarbij te helpen zijn door de regio Midden- en West-Brabant van Koninklijk Horeca Nederland nog eens de verschillende brandveiligheidvoorwaarden samengevat die voor u van belang zijn.

A. Versiering algemeen

a. Stoffering en versiering moeten minimaal 50 centimeter vrijgehouden worden van spots en andere warm wordende apparatuur, waarvan de oppervlaktetemperatuur meer dan 80 graden Celsius bedraagt.
b. Vloer- en trapbedekkingen in vluchtwegen en in ruimten waarin meer dan 50 personen gelijktijdig kunnen verblijven, moeten zodanig zijn aangebracht dat zij niet kunnen verschuiven, omkrullen of oprollen en mogen in geen enkel opzicht gevaar voor uitglijden, struikelen of vallen kunnen veroorzaken.
c. Plafondversiering, zoals bijvoorbeeld papieren slingers dienen zodanig te zijn aangebracht, dat zij buiten bereik van het publiek zijn. Daartoe dient de plafondversiering op een hoogte van tenminste 2,5 meter te worden aangebracht.

B. Toepassing van materialen

Hout, hardboard, triplex, multiplex, spaanplaat

a. Het materiaal moet ten minste 3,5 millimeter dik zijn. b. Het materiaal moet ten aanzien van vlamuitbreiding kunnen worden ingedeeld in klasse 2, als bedoeld in NEN 6065, uitgaven 1991, en NEN 6065/C1, uitgave 1992.

Textiel in verticale toepassing

a. Brandbaar textiel moet door impregneren moeilijk brandbaar zijn gemaakt, of moeilijk brandbaar zijn geworden door het materiaal op hout, hardboard, triplex, multiplex of spaanplaat te plakken. b. De moeilijk brandbare hoedanigheid moet blijken uit een navlamduur van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden, bepaald volgens NEN-EN-ISO 6940, uitgave 1995, en moet vallen in de klasse "niet gemakkelijk ontvlambaar".

Textiel in horizontale toepassing

a. Versieringen in de vorm van vlaggen, parachutes en doeken e.d. mogen niet horizontaal tegen het plafond worden aangebracht, tenzij deze zijn onderspannen met metaaldraad op een onderlinge afstand van ten hoogste 35 centimeter of zijn onderspannen met een metaaldraad in twee richtingen met een maaswijdte van ten hoogste 70 centimeter.
b. Brandbaar textiel moet tevens door impregneren moeilijk brandbaar zijn gemaakt. (Zie hiervoor ook onder het kopje "Impregneren").

Kunststoffen in dit geval foliemateriaal eventueel voorzien van een zogenaamde textielrug

Het materiaal moet op een ondergrond van onbrandbaar materiaal zijn geplakt of op board, triplex, multiplex, spaanplaat of hout in de hiervoor aangegeven hoedanigheid.

Kunststoffen in dit geval plaatmateriaal

a. Deze stoffen en alle hiervoor genoemde stoffen en materialen moeten voldoen aan NEN 6065, uitgave 1991, en NEN 6065/C1, uitgave 1992, klasse 2.
b. Deze stoffen en materialen mogen nadat zij in aanraking zijn gekomen met vuur of nadat zij aan hoge temperaturen hebben blootgestaan geen prikkelende of voor de gezondheid schadelijke gassen of dampen ontwikkelen en mogen niet druipen.

Papier zoals behangpapier, crêpepapier en fotopapier

Het papier moet zijn geplakt op een ondergrond van onbrandbaar materiaal of op board, triplex, multiplex, spaanplaat, hout of glas in de hiervoor omschreven hoedanigheid, dan wel het papier moet door impregneren voldoen aan NEN 6065, uitgave 1991, en NEN 6065/C1, uitgave 1992, klasse 2.

C. Kerstbomen en kersttakken.

Staatssecretaris De Vries heeft in zijn brief van 11 juli 2001 aan de gemeenten geadviseerd om vooruitlopend op de resultaten van een onderzoek naar brandveiligheid van versieringsmaterialen alleen maar onbrandbare plafondversieringen te laten toepassen.

Dit advies is naar onze mening te zwaar. De bouwverordening geeft aan dat versieringen en decoraties dienen te voldoen aan NEN 6065, uitgave 1991, en NEN 6065/C1, uitgave 1992, klasse 2. Met onderstaand pakket aan richtlijnen wordt ons inziens ruimschoots tegemoet gekomen aan de het advies van de staatssecretaris en de bestaande regelgeving zoals vermeld in de bouwverordening.

Het is niet toegestaan om kersttakken te gebruiken als versiering. Dit geldt zowel voor plafond- als voor wandversiering.

Plaats een kerstboom niet te dicht bij gordijnen of andere makkelijk brandbare spullen.
Zorg ervoor dat u geen clusters van 2 of meer kerstbomen maakt.
Elke kerstboom dient te worden geïmpregneerd (zie voor bijzonderheden onder het kopje "Impregneren"). Wij adviseren u om het impregneren van kerstbomen niet zelf ter hand te nemen, maar deze uit te besteden aan een gespecialiseerd bedrijf.

Zorg ervoor dat de boom goed stevig staat zodat deze niet gemakkelijk om kan vallen. Wilt u het heel veilig doen, draai dan een schroefoog in het plafond en maak de boom daaraan vast. Bind daartoe een stuk staaldraad aan de stam op ongeveer een vierde van de boomhoogte onder de top. Bevestig vervolgens het andere eind aan het schroefoog. Omvallen is dan niet mogelijk.

Controleer de bedrading van de elektrische kerstverlichting op beschadigingen. Probeer de installatie eerst uit door de lampjes voor het ophangen een half uur te laten branden.

Gebruik een gaaf en goed passend verlengsnoer en leg deze zo neer dat er niemand over kan struikelen.

Doe de verlichting na sluitingstijd altijd uit. Uitdoen is de stekker uit het stopcontact halen en niet door een lampje los te draaien.

D. Vluchtwegen

a. De nooduitgangen dienen altijd over de gehele breedte vrij te blijven en voor direct gebruik gereed te zijn. b. De nooduitgangen dienen altijd in de vluchtrichting te draaien en zijn voorzien van de vereiste panieksluitingen. De nooduitgangdeuren mogen dus niet op slot zijn. c. Indien de nooduitgang uitkomt op een binnenplaats of buitengang dient u ervoor zorg te dragen dat het publiek zich kan oriënteren en dat deze buitenvluchtweg vrij van obstakels is. d. Gordijnen voor deuren dienen zodanig te zijn aangebracht, dat zij met de deuren meedraaien en het openen van de deuren niet verhinderen.
e. Elke ruimte welke voor publiek toegankelijk is, dient tenminste twee uitgangen te bezitten. De uitgangen dienen zover mogelijk van elkaar gelegen te zijn.
f. Met inachtneming van het gestelde in punt e, dient voor ieder aantal van 200 personen en resterend gedeelte van dit aantal tenminste 1 uitgang aanwezig te zijn.

E. Nood- en transparantverlichting

a. Versieringen dienen de armaturen van de aanwezige nood- en transparantverlichting geheel vrij te laten. b. De transparantverlichting dient gedurende de tijd dat publiek aanwezig is te zijn ontstoken.

F. Blusmiddelen

a. De brandslanghaspels en draagbare blustoestellen dienen altijd direct bereikbaar en voor direct gebruik gereed te staan. b. De aanwezige draagbare blustoestellen dienen 1 x per jaar op de goede werking te worden gecontroleerd. Als bewijs hiervan dient een keuringsbewijs aanwezig te zijn.

G. Open vuur.

a. Het gebruik van open haarden is toegestaan, indien deze voldoen aan de volgende voorwaarden:


1. de open haard moet zijn voorzien van een voorziening welke waarborgt dat binnen een afstand van 60 cm van de vuurkorf zich geen personen kunnen bevinden of goederen kunnen worden geplaatst;
2. de open haard moet zijn voorzien van een doelmatig vonkenscherm.
Verplaatsbare kooktoestellen zoals gourmetstellen, fonduestellen en steengrillen mogen niet worden verwarmd door brandbare vloeistoffen zoals spiritus of brandbare gassen. Het gebruik van alternatieve brandstoffen zoals b.v. pasta's of gelachtige materialen is toegestaan.

Maak binnenshuis geen gebruik van vuurwerk, dus ook geen spuiters, sterretjes en degelijke.

Vermijd zoveel mogelijk het flamberen van gerechten. Indien u dit toch doet zorg er dan voor dat er tenminste 2,0m meter afstand is tussen de vlam en omringende brandbare materialen. Zorg er tevens voor dat er een extra personeelslid in de directe nabijheid is met een brandblusser.

Het gebruik van kaarsen is toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

1. Zet de kaarsen in een stevige houder op een vlakke ondergrond.
2. de vorm van de houder moet zodanig zijn, dat de kans op omstoten of omvallen tot het uiterst is beperkt.

3. Gebruik geen kaarsenhouders die zijn gemaakt van plastic of andere gemakkelijk brandbare materialen.

4. Plaats kaarsen tenminste 1,0 meter uit de buurt van brandbare materialen.

5. Steek kaarsen in kerststukjes niet aan.
H. Letten op brandvertragende kwaliteit

Eerder is gebleken dat het voor de consument niet eenvoudig is om de brandveilige materialen te onderscheiden. U dient bij uw leverancier nadrukkelijk te vragen naar de artikelen met een brandvertragende kwaliteit. Daarbij moet u opletten of op de verpakking is aangegeven dat het hier een brandvertragende kwaliteit betreft. Het is verstandig om de verpakking te bewaren om aan te kunnen tonen dat het materiaal een brandvertragende kwaliteit bezit.

Als u twijfelt of het materiaal brandvertragend is, kunt u dit met een eenvoudige proef zelf testen. Daarbij gaat u als volgt te werk:

u neemt een monster (5 x 25 cm) van het materiaal en houdt een uiteinde hiervan in een vlam van een ontstekingsbron zoals bijvoorbeeld een aansteker of lucifer;
Wanneer het proefstuk heeft vlam gevat neemt u de ontstekingsbron weg;
Nadat de ontstekingsbron is weggenomen moeten de vlammen direct doven;
Indien dit niet het geval is, heeft het materiaal niet de vereiste brandvertragende kwaliteit.

Het behoeft geen uitleg dat u bovenstaande proef altijd in de buitenlucht moet uitvoeren.

I. Impregneren

Indien u materialen laat impregneren dient u een schriftelijk bewijs te vragen, waarmee door het bedrijf wordt aangetoond dat het materiaal door de behandeling aan de gestelde eisen voldoet. Om te voorkomen dat gebruikers van bouwwerken lang moeten zoeken naar bedrijven die stofferingen en versieringen brandvertragend kunnen impregneren en/of brandvertragende impregneermiddelen leveren, is een overzicht van een aantal namen, adressen en telefoonnummers van dergelijke bedrijven hieronder, op alfabetische volgorde, weergegeven: AVB Brandbeveiliging Teteringen
Schutsboom 17
4847 HZ Teteringen
telefoon: 076 - 587 16 49
e-mail: avb@concept.nl

Flame Guard Sales B.V.
Postbus 6572
6503 GB Nijmegen
telefoon: 024 - 378 95 81
e-mail: info@flameguard.nl

Magma Applications B.V.
Postbus 941
3000 AX Rotterdam
telefoon: 010 - 411 44 77
e-mail: info@magma.nl

Piecom International B.V.
Bovendijk 217
3045 PD Rotterdam
telefoon: 010 - 418 83 79
e-mail: info@piecom.nl

J. Maximum aantal toe te laten personen

Het aantal personen dat maximaal mag worden toegelaten in uw pand is een belangrijk aspect, waar streng op gecontroleerd wordt. Wij adviseren u om in uw gebruiksvergunning na te lezen hoeveel personen u in uw bedrijf mag toelaten. Indien u nog niet over een gebruiksvergunning beschikt kunt u met een aantal regels zelf bepalen hoeveel personen u kan / mag toelaten.
U bent vervolgens verantwoordelijk om zodanige maatregelen te nemen dat er niet meer personen in het gebouw worden toegelaten dan het toegestane aantal.

Ter bepaling van het maximaal toelaatbaar aantal personen worden twee criteria gebruikt.
a. Uitgangsbreedte criterium;
b. Oppervlakte criterium.

De laagste van de twee uitkomsten van genoemde criteria is bepalend voor het toelaatbaar aantal personen.

a. Uitgangsbreedte criterium

Voor elke 9 personen is een uitgangsbreedte van 10 centimeter vereist. Dit wordt uitgedrukt in de formule:

0,9 x de gezamenlijke breedte van alle uitgangen in centimeters =
toelaatbaar aantal personen.

Dit geldt echter uitsluitend voor uitgangen waarvan de deur(en) in de vluchtrichting draaien. Indien een uitgang tegen de vluchtrichting in draait, mag voor deze uitgang slechts 25 personen worden geteld bij de berekening van het totaal aantal toe te laten personen.

b. Oppervlakte criterium

De Bouwverordening geeft in Bijlage 4 artikel 6.6 aan dat 0,25 m2 vloeroppervlakte beschikbaar moet zijn voor iedere persoon waarvoor geen zitplaats aanwezig is. Dit betreft dan wel netto vloeroppervlakte: het oppervlak van de ruimte minus de ruimte die door meubilair en voor aankleding of versiering dienende voorwerpen. De praktijk geeft aan dat het netto oppervlak moeilijk te bepalen is. Daarom wordt in de regel een oppervlak van 0,50 m2 per persoon bruto vloeroppervlak gehanteerd. Dit betreft het oppervlak van de ruimte inclusief meubilair en andere inventaris. Deze maat is een vuistregel en is in de loop der jaren op basis van ervaringsgegevens ontstaan.

U kunt kiezen voor een van beide opties. Indien u kiest voor 0,25 m2 per persoon, dient u dit wel met een berekening van de netto beschikbare oppervlakte te kunnen onderbouwen.

Informatie

Wij hebben getracht om de meest essentiële voorwaarden voor u op een rijtje te zetten. Daarbij ontkom je echter niet aan het noemen van een aantal normen en/of begrippen. Indien u hierover of over de brandveiligheid in het algemeen nog vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de brandweer in uw woonplaats.

Tot slot

Wij hopen met deze circulaire te hebben bijgedragen aan een gezellig, maar vooral veilige feestdagen rondom de kerst en de jaarwisseling, voor u en uw gasten.