IP/01/1743
Brussel, 5 december 2001
Commissie legt vijf ondernemingen boetes op wegens citroenzuurkartel
De Europese Commissie legde Hoffmann-La Roche AG, Archer Daniels
Midland Co (ADM), Jungbunzlauer AG, Haarmann & Reimer Corp and
Cerestar Bioproducts B.V. boetes op voor in totaal 135.22 miljoen EUR
wegens deelname aan een kartel met het oog op het vaststellen van
prijzen en het verdelen van de markt van citroenzuur, het meest
wijdverspreide voedingszuur en bewaarmiddel ter wereld, dat
voornamelijk wordt gebruikt in niet-alcoholische dranken en in
voedingsmiddelen als jam, gelatinedessert en vruchten in blik. "Zoals
in de vitaminezaak, geeft het gedrag van ADM, Hoffmann-La Roche en de
anderen blijk van een veronachtzaming ten aanzien van hun klanten en,
uiteindelijk, de consumenten, die meer hebben betaald voor de
betrokken producten dan het geval zou zijn geweest indien de
ondernemingen een gezonde concurrentie op het gebied van de prijzen
waren aangegaan" zo verklaarde commissaris voor Concurrentie Mario
Monti. "Het feit dat enkele van deze ondernemingen pas onlangs nog
werden beboet voor een soortgelijk gedrag - ADM en Jungunzlauer in de
Natriumgluconaatzaak; Roche in de vitaminezaak - illustreert hoe
wijdverbreid deze geheime praktijken zijn, of tenminste waren. Ik ben
er zeker van dat de boodschap nu duidelijk is ontvangen. De
ondernemingen moeten zich thans ten volle bewust zijn van de risico's
die zij nemen indien zij geneigd zouden zijn heimelijke afspraken te
maken."
Na een diepgaand onderzoek dat in 1997 was gestart, heeft de Commissie
vastgesteld dat de Noord-Amerikaanse ondernemingen Archer Daniels
Midland (ADM) en Haarmann & Reimer (H&R) - die uiteindelijk onder de
zeggenschap stond van Bayer AG -, de Nederlandse onderneming Cerestar
Bioproducts B.V. en de Zwitserse ondernemingen Hoffmann-La Roche en
Jungbunzlauer (JBL), tussen 1991 en 1995 hebben deelgenomen aan een
wereldwijd kartel, waarbij zij de prijs van citroenzuur vaststelden en
de citroenzuurmarkt onderling verdeelden.
Citroenzuur is een van de meest verspreide additieven in de
voedingsmiddelen- en drankensector, als voedingszuur en als
bewaarmiddel. Het wordt gevonden in niet-alcoholische dranken, alsook
in jam, gelatinedessert en groenten en fruit in blik. Citroenzuur
wordt ook gebruikt in huishouddetergenten, vooral ter vervanging van
fosfaten die schadelijk voor het milieu werden geacht. Citroenzuur
wordt ook gebruikt in de farmaceutische sector als bestanddeel van
bruistabletten en in de cosmetica-industrie.
Tijdens de periode van de inbreuk beliep de totale jaarlijkse waarde
van het product ongeveer 320 miljoen EUR in de Europese Economische
Ruimte - de 15 lidstaten van de EU plus Noorwegen, IJsland en
Lichtenstein.
Het kartel nam een aanvang op 6 maart 1991 in het hotel Plaza in Bazel
(Zwitserland), zoals de ondernemingen hebben verklaard in documenten
die aan de Commissie werden overgelegd. Daar maakten de oprichtende
leden ADM, H&R, Roche en JBL, na informele contacten te hebben
aangeknoopt, afspraken over de belangrijkste kenmerken van hun plan om
de concurrentie tussen hen uit te schakelen. Cerestar voegde zich bij
de groep in mei 1992, kort nadat zij was toegetreden tot de
citroenzuurmarkt. Het kartel werd voortgezet tot mei 1995 en behelsde
vier belangrijke doelstellingen:
* het toewijzen en het zich houden aan specifieke verkoopquota voor
elk van de leden;
* het vaststellen van streefprijzen en/of bodemprijzen voor
citroenzuur;
* de uitwisseling van specifieke informatie over klanten; en
* het afschaffen van prijskortingen.
Met betrekking tot deze laatste doelstelling werd een uitzondering
gemaakt voor de vijf grootste afnemers van citroenzuur ter wereld,
aangezien het niet realistisch was te verwachten dat zij de
gepubliceerde officiële prijzen betaalden. Er werd evenwel
overeengekomen dat aan deze klanten een korting van maximaal 3% op de
catalogusprijs zou worden geboden.
Het houden van regelmatige en frequente bijeenkomsten tussen de
ondernemingen was het kenmerk van de organisatie van het kartel. Na
1993 werden, om bepaalde klachten en "moeilijkheden" op de markt op te
lossen, bijkomende, meer technische, bijeenkomsten georganiseerd, die
bekend werden als "Sherpa"-bijeenkomsten, in tegenstelling tot de meer
strategische "Masters"-bijeenkomsten die op een hoger niveau werden
gehouden.
Er werd een ingewikkeld controlesysteem opgezet, waarbij iedere
onderneming haar maandelijkse verkoopcijfers meedeelde aan een vooraf
overeengekomen kartellid, die vervolgens de vertrouwelijke informatie
aan alle anderen meedeelde. Om ervoor te zorgen dat alle leden de hun
toegewezen quota in acht zouden houden, werd een compensatieregeling
opgezet, waardoor een onderneming die het haar toegewezen quotum
overschreed, verplicht werd de anderen daarvoor te compenseren.
Een ander belangrijk kenmerk van het kartel waren de gezamenlijke stappen die de ondernemingen hebben genomen tegen de Chinese fabrikanten, die hun uitvoer naar de Europese markt hadden opgevoerd als gevolg van de aanzienlijke verhoging van de citroenzuurprijzen in de periode dat het kartel actief was. De karteldeelnemers probeerden bepaalde klanten die aan de Chinese fabrikanten waren verloren, terug te winnen door een gezamenlijke en zorgvuldig gerichte prijsoorlog. De lijst van de verloren klanten die door het kartel moesten worden "teruggewonnen" werd bekend als de "Serbia-lijst" en was het onderwerp van geregelde controle tijdens de Sherpa-bijeenkomsten.
Het gedrag van de ondernemingen vormde een zeer ernstige inbreuk op de mededingingsregels, zoals bepaald in artikel 81 van het Verdrag van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst.
De aan de bedrijven opgelegde individuele boetes waren als volgt (in
miljoen EUR):
* F. Hoffmann-La Roche AG : 63.5
* Archer Daniels Midland Company Inc : 39.69
* Jungbunzlauer AG (JBL) : 17.64
* Haarmann & Reimer Corp. : 14.22
* Cerestar Bioproducts B.V.: 0.17
Commissaris voor Concurrentie Mario Monti verklaarde voorts: "Met deze
beschikking worden onduldbare en onwettige gedragingen van
klaarblijkelijke concurrenten, waarbij zij de prijzen verhogen en de
consumenten misleiden betreffende een voor de levensmiddelenindustrie
essentieel product, bestraft en wordt duidelijk hoe vastberaden enkele
bedrijven kunnen zijn in hun poging tot het omzeilen van de
concurrentie, welke een wezenlijke pijler van de markteconomie is".
Achtergrond
De Commissie startte haar onderzoek in deze zaak in 1997, toen haar
ter ore kwam dat een aantal van de adressaten van deze beschikking
door de autoriteiten van de Verenigde Staten waren aangeklaagd wegens
onwettige kartelvorming. De partijen bij het kartel erkenden de aan
hen ten laste gelegde feiten en betaalden boetes in de Verenigde
Staten en/of in Canada.
Berekening van de boetes
Bij de berekening van de boetes in het geval van kartelvorming houdt
de Commissie rekening met de zwaarte en de duur van de inbreuk en met
eventuele verzwarende of verzachtende omstandigheden. Voorts houdt zij
rekening met het marktaandeel en de totale omvang van de betrokken
onderneming, om ervoor te zorgen dat de straf evenredig is en een
afschrikkende werking heeft. De boete wordt derhalve niet alleen in
verhouding tot de omzet van de onderneming vastgesteld, hoewel de
boete nooit meer kan bedragen dan 10% van de totale jaaromzet van de
onderneming, zoals is uiteengezet in Verordening nr. 1762.
Het citroenzuurkartel vormde een zeer zware inbreuk op de
mededingingsregels van de EU, maar het had een middellange duur
(tussen één en vijf jaar).
Omdat ADM en Roche beide een leidinggevende rol hebben gespeeld in het
kartel -- een verzwarende factor --, werd het basisbedrag van de boete
voor ADM en Roche verhoogd met 35%. Dit cijfer is lager dan hetgeen in
vorige kartelzaken werd toegepast voor een leiderschapsrol, namelijk
50%, maar in dit geval werd rekening gehouden met het feit dat,
ofschoon deze twee ondernemingen duidelijk een grote rol hebben
gespeeld bij de inbreuk, de andere leden van het kartel ook
activiteiten hebben ondernomen die gewoonlijk geassocieerd worden met
de rol van leider (zoals het voorzitten van bijeenkomsten of het
centraliseren en verspreiden van gegevens).
Toepassing van de clementieregeling
Een deel van de bewijzen betreffende het kartel werd door de betrokken
ondernemingen verstrekt aan de Commissie, in het kader van de
EU-regels die voorzien in volledige of gedeeltelijke immuniteit voor
geldboetes voor ondernemingen die in kartelzaken samenwerken met de
Commissie. Zie de clementieregeling op
http://europa.eu.int/comm/competition/antitrust/legislation/96c207_en.
html.
Cerestar Bioproducts was de eerste onderneming die de Commissie
doorslaggevende informatie verstrekte. Maar omdat het beroep van de
onderneming op de clementieregeling niet geheel spontaan was en zij de
Commissie pas heeft benaderd nadat zij er ten volle van op de hoogte
was dat het citroenzuurkartel onderworpen werd aan een onderzoek van
de Commissie, kreeg zij een verlaging van 90% van de geldboete in
plaats van volledige immuniteit.
Alle andere deelnemers verleenden op een of andere manier hun
medewerking aan de Commissie en kregen een daarmee overeenstemmende
verlaging van de geldboete. ADM verstrekte gedetailleerde informatie
die tezamen met de van Cerestar Bioproducts ontvangen informatie werd
gebruikt voor de opstelling van de verzoeken om inlichtingen die een
grote rol speelden om H&R, Roche en JBL ertoe te bewegen hun deelname
aan het citroenzuurkartel toe te geven. ADM heeft de Commissie
documenten verstrekt die dateren uit de periode van de inbreuk,
waaronder onder andere handgeschreven notities die werden gemaakt
tijdens kartelbijeenkomsten en prijsinstructies met betrekking tot
door het kartel genomen beslissingen. Op grond daarvan kreeg ADM een
verlaging van 50% van de geldboete.
JBL en H&R bevestigden het merendeel van de bijeenkomsten, de
identiteit van de deelnemers en de feiten in kwestie. JBL verstrekte
de Commissie ook een reeks tabellen die ten tijde van de pleging van
de inbreuk werden opgesteld, waarin de quota werden aangegeven die
werden toegekend aan elk van de karteldeelnemers. Een groot deel van
de deze informatie werd evenwel verstrekt in antwoord op
gedetailleerde verzoeken om inlichtingen en valt derhalve onder de
plicht van de onderneming om dergelijke verzoeken naar behoren te
beantwoorden overeenkomstig artikel 11 van Verordening nr. 17. De
Commissie verleende deze beide ondernemingen een vermindering van 40
en 30% van hun respectieve geldboeten.
Roche bevestigde haar deelname aan het kartel en het doel van de ermee
samenhangende bijeenkomsten vóór zij de mededeling van punten van
bezwaar van de Commissie van 28 maart 2000 had ontvangen. Derhalve
kende de Commissie Hoffmann-La Roche een vermindering van 20 % toe van
haar geldboete.
10 largest cartel fines: Total amount per case
*fines reduced by Court judgments
Year Case Total amount ( million)
2001 Vitamins 855.23
1998 TACA 272.940
2001 Graphite Electrodes 218.8
2001 Citric Acid 135.22
1994 Cartonboard* 117.08
2000 Amino acids 109.990
1994 Cement* 109.335
1999 Seamless steel tubes 99.000
1998 Pre-insulated pipes 92.210
2001 Belgian beer 91.655