Evaluatie maatregelen op gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid
Werkgevers zijn anders gaan denken over ziekte en
arbeidsongeschiktheid. Het wordt niet langer als een abstract
collectief probleem gezien, maar steeds meer als een concreet probleem
voor werkgevers en werknemers. Dat concludeert onderzoeksbureau AS/tri
in een samenvattende analyse van vier zorgwetten, waaronder de Wet
premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Pemba) en de Wet uitbreiding
loondoorbetaling bij ziekte (Wulbz).
De Wulbz, die in 1996 van kracht werd, regelt dat werkgevers gedurende
het gehele eerste ziektejaar van de werknemer minimaal 70 procent van
het loon moet doorbetalen. In vrijwel alle CAOs is dit overigens
uitgebreid tot 100 procent. Een groot deel van de werkgevers heeft
voor dit risico een verzekering afgesloten. In principe betekent het
verzekeren van de eigen-risicoperiode van een jaar een vermindering
van de financiële prikkel van de loondoorbetalingsverplichting, die
werkgevers ertoe moet aanzetten het ziekteverzuim te verzetten. AS/tri
concludeert echter dat de ziekteverzuimverzekeraars in eerste
instantie de premies te laag hebben vastgesteld, maar vanaf 1998 de
premies en het eigen risico verhoogden waardoor alsnog sprake is van
een financiële prikkel. Dit heeft ook geleid tot een verbetering van
het arbeidsomstandighedenbeleid in het bedrijfsleven.
Staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
heeft de evaluatie van AS/tri aan de Tweede Kamer gestuurd. Hij
schrijft onder meer dat van nieuw beleid nog positieve effecten te
verwachten zijn op het reïntegratiebeleid van ondernemingen. Hij doelt
hierbij op de Wet verbetering poortwachter, waarin regels voor het
eerste ziektejaar zijn vastgelegd, en de verbeteringen die worden
aangebracht in WAO-keuringen. Op korte termijn zal het Verbond zijn
leden informeren over de nadere invullingen van het poortwachtermodel
en de gevolgen van het wetsvoorstel voor de modelpolisvoorwaarden voor
ziekengeld, WAO-gat, Pemba en AOV-individueel.
Bondig, november 2001