Trimbos Instituut

Nieuwsflits

12|01 Nummer 12, 6 december 2001

Alcoholvoorlichting basisonderwijs
Trimboslezing 2002 door Theo Festen Nationale en Europese Drugmonitor op website Ti Factsheet over PMA
Tekorten in de zorg aan APZ-patiënten Toestand grote groep Haagse daklozen zorgwekkend Judith Wolf hoogleraar Maatschappelijke Opvang Follow up Congres Kennis Beter Delen Cursus Europees drugsbeleid
Personalia
Colofon

Homepage

Alcoholvoorlichting basisonderwijs
'Kinderen grijpen steeds jonger naar de fles.' Onder deze kop werd op 29 november in 'Spits!' aandacht besteed aan een onderzoek van de Hulpverleningsdienst Groningen (GGD). Alhoewel de kop enigszins overtrokken is, is het onderliggende onderzoek niet minder veront-rustend. Dertien procent van de leerlingen tussen de 10 en de 12 jaar drinkt regelmatig bier, wijn of een zoet mixdrankje. Vier jaar geleden was dat nog 10%, aldus het onderzoek.
Alhoewel nu gestaafd door onderzoek, is het geluid niet nieuw. Medewerkers van GGD-en en instellingen voor verslavingszorg merken al langer dat het alcoholgebruik onder jeugdigen in het basisonderwijs stijgende is. Trendy drankjes, zoals premixes, lijken daar voor een deel debet aan.
In de Alcoholnota van minister Borst (VWS), die onlangs de Tweede Kamer passeerde, krijgen preventieactiviteiten in het basisonderwijs een belangrijke plaats. Zo heeft het Trimbos-instituut opdracht gekregen de preventieactiviteiten te intensiveren. Belangrijk onderdeel hiervan is het ontwikkelen van nieuw voorlichtingsmateriaal voor de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Ook worden een handleiding voor leerkrachten en een handreiking voor scholen ontwikkeld. Nieuw element, dat wordt ingezet als extra activiteit rondom het onderwerp 'alcohol', is het zogenaamde 'Verhalend ontwerpen'. Bij deze uit Schotland afkomstige methode wordt de lesstof verpakt in een verhaal. Naast materialen voor leerlingen en leerkrachten, zal verder ook nieuw materiaal voor ouders worden ontwikkeld. Ouders spelen een belangrijke rol bij het wel of niet op experimentele en incidentele basis nuttigen van alcohol. Naast alcohol, zal er in het nieuwe aanbod voor het basisonderwijs tevens aandacht worden besteed aan roken en (soft)drugs. Tegelijkertijd zal een ondersteuningsaanbod voor GGD-en en instellingen voor verslavingszorg worden ontwikkeld. Het aanbod zal vergelijkbaar zijn met het ondersteuningsaanbod zoals dat reeds vele jaren met veel succes wordt toegepast bij 'De gezonde school en genotmiddelen' voor het voortgezet onderwijs. In het kader van dit vernieuwde aanbod vindt op 13 december bij het Trimbos-instituut een eerste studiedag plaats voor preventiemedewerkers van GGD-en en instellingen voor verslavingszorg.

* Rudi Loof (030) 297 11 00

Trimboslezing 2002 door Theo Festen
Op dinsdag 15 januari wordt in Vredenburg in Utrecht de jaarlijkse Trimboslezing gehouden. Sinds 1990 wordt door het Trimbos-instituut jaarlijks een spreker uitgenodigd om een persoonlijke analyse te geven van een hoofdthema uit de geestelijke gezondheidszorg. Voor de Trimboslezing 2002 is de keus gevallen op Theo Festen die het zal hebben over 'Een probleem van betekenis: kunst en geestelijke gezondheidszorg'. De lezing wordt ditmaal opgeluisterd met een tentoonstelling, mooie lichtbeelden en roerende gedichten. In zijn voordracht wil Festen twee vragen aan de orde stellen:
1. Kan de geestelijke gezondheidszorg een kunstenaar helpen zonder hem zijn kunstenaarschap te ontnemen?

2. Wat kan de geestelijke gezondheidszorg opsteken van kunst en kunstenaars?

Theo Festen, geboren in 1936, is psycholoog en psychotherapeut. Hij was bijna veertig jaar werkzaam in de ggz als hulpverlener, manager en beleidsfunctionaris. Hij schreef het Handboek RIAGG hulpverlening en
-samen met anderen- Van dichtbij en veraf, 15 jaar RIAGG/ 25 jaar NVAGG.
Hij schrijf zelf gedichten en heeft ook gedichten uit het Frans vertaald, onder andere van Jean Cocteau en Paul Eluard. In opdracht van het NFGV selecteerde hij de gedichten voor de in 1999 gepubliceerde bundel Gevoelens ik heb er wel duizend, gedichten van gevoel, uitzinnigheid en waanzin.
Belangstellenden voor de Trimboslezing kunnen zich (zolang er plek is) aanmelden bij het directiesecretariaat van het Trimbos-instituut (Carla van Nimwegen), tel. (030) 297 11 00.

* Carla van Nimwegen
(030) 297 11 00

Nationale en Europese Drugmonitor op website Ti Eens per jaar publiceert het Trimbos-instituut het Jaarbericht van de Nationale Drugmonitor (NDM), een cijfermatig overzicht van verslaving en middelengebruik in Nederland. Het Jaarbericht 2001 is te vinden op de Trimbos-website, zowel in een Nederlandstalige als een Engelse versie. Doordat het Jaarbericht op het internet in een matrixvorm is gegoten, kan snel voor iedere stof afzonderlijk (cannabis; cocaïne; opiaten; ecstasy, amfetamine en verwante drugs; alcohol en tabak) opgezocht worden hoe het is gesteld met: gebruik onder de algemene bevolking, gebruik onder jongeren, problematisch gebruik, internationale positie, hulpvraag (ambulante en intramurale verslavingszorg, algemene ziekenhuizen), gezondheidsrisico's, aanbod en markt, trends.
Daarnaast kan de volledige informatie over iedere stof afzonderlijk in zijn geheel worden bekeken en geprint. Verder is achtergrondinformatie over de NDM en het Jaarbericht 2001 opgenomen. Ook de NDM-Signalementen zijn te vinden onder het kopje Nationale Drug Monitor.
De Nationale Drugsmonitor 2001 is te bereiken vanaf zowel de Nederlands- als de Engelstalige 'homepage' van het Trimbos-instituut www.trimbos.nl.
Het Jaarbericht 2001 is ook in boekvorm verkrijgbaar. Het is een uitgave van het Bureau NDM en te bestellen bij het Trimbos-instituut, (030) 297 11 80, bestelnummer AF0387, prijs f 40,- inclusief verzendkosten. ISBN 90-76733-12-0
Ook het Jaarverslag 2001 van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA) in Lissabon, over de stand van de drugsproblematiek in de Europese Unie, is sinds kort te bekijken en te downloaden via de Trimbos-website of rechtsstreeks via http://annualreport.emcdda.org. Een gedrukte versie hiervan is, in het Nederlands of in het Engels, verkrijgbaar bij Truus Vullings van het Bureau NDM. Bestellingen per e-mail: tvullings@trimbos.nl, onder vermelding van naam en adres.

* Hans van der Wilt (030) 297 11 00

Factsheet over PMA
De laatste weken is er naar aanleiding van twee 'drugsdoden' in Zaandam sprake geweest van een ware mediahype rond de uitgaansdrugs GHB en PMA. Er is tot dusver veel zinnigs maar ook veel onzin geschreven over deze genotmiddelen. De Nieuwe Revu presenteerde medio november op de voorpagina al 'De eerste GHB-dode'. En ook wordt er in de kranten zonder al teveel feitenkennis geschreven over 'PMA-doden'. Bij alle druggerelateerde doden tot dusver ging het echter om mensen die een combinatie van middelen hadden gebruikt, meestal in relatie met alcohol.
Via de drugsmonitor van het DIMS (Drugs Monitoring en Informatie Systeem) werd in november op verscheidene plaatsen in het land PMA aangetroffen, een XTC-achtige pil maar giftiger en met een vertraagde werking, waardoor de gebruiker geneigd is er meer dan één te nemen. Over PMA is in november door het
Trimbos-instituut en de lokale instellingen voor verslavingszorg een waarschuwingscampagne gevoerd. Ook is een uitgebreide factsheet gemaakt over PMA, die te vinden is op de website van het Trimbos-instituut (www.trimbos.nl). De informatie over GHB is recentelijk geupdate en te vinden op de speciale drugsinformatiesite van het Trimbos-instituut: www.drugsinfo.nl.
· Harald Wychgel (030) 297 11 16

Tekorten in de zorg aan APZ-patiënten
Zoals eind november uitvoerig in de kranten te lezen viel is vanuit het Programma Onderzoek en Beleid van het Trimbos-instituut onderzoek gedaan naar de situatie van chronische patiënten in zes Algemeen Psychiatrische Ziekenhuizen. Gekeken is naar het niveau van de materiële voorzieningen en diensten en naar het persoonlijk zorgaanbod aan de patiënten. Daarbij is gebleken dat in alle zes instellingen sprake is van tekorten in de zorg. Deze uiten zich vooral in de wijze waarop de gemiddelde patiënt zijn dag doorbrengt, namelijk in belangrijke mate met niets doen en op de afdeling zitten. De overgrote meerderheid maakt nauwelijks gebruik van behandeling of therapie. Nog geen 5% van de tijd, ongeveer 35 minuten per dag, wordt besteed aan face-to-face contacten. Volgens de standaard, opgesteld met behulp van een Delphistudie onder een breed panel van hulpverleners die werken in de zorg voor langdurig zorgafhankelijke patiënten, zou dit minimaal 80 minuten per dag moeten zijn. Gemiddeld wordt 50 minuten per week aan dagactiviteiten besteed, terwijl de standaard uitgaat van 5 tot 10 uur.
In juli 1997 werd in een brief van de Raad van Bestuur van de toenmalige HC Rümkegroep, aan de minister van VWS gemeld dat er tekorten waren ontstaan in de zorg voor langdurig zorgafhankelijke patiënten in de APZ. Deze problemen werden door het kamerlid Wolffensperger in de Tweede Kamer aan de orde gesteld, wat leidde tot een kabinetbesluit om het Trimbos-instituut een onderzoek te laten uitvoeren. In 1998 werd een vooronderzoek gedaan, en in september 1999 werd gestart met het hoofdonderzoek in zes APZ-en. In november 2001 verschenen de resultaten van het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS en GGZ-Nederland, in het rapport Een keten van lange zondagen.
Uit het onderzoek blijkt dat er naast de tekortkomingen in het persoonlijke zorgaanbod aan patiënten ook tekorten zijn op gebied van de materiële voorzieningen en diensten, vooral op het punt van huisvesting, dagvergoeding voor maaltijden, vervoer en recreatiemogelijkheden. De kwaliteit van de afdeling voor langdurige zorg (LZA) voldoet vaak niet aan de standaard, en de mogelijkheid om de dag elders door te brengen wordt gedwarsboomd door een ontoereikende financiële compensatie voor de maaltijden en onvoldoende vervoersmogelijkheden.
Managers van LZA-afdelingen moeten omgaan met beperkte middelen en hebben moeite om voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel aan te stellen. Dit leidt tot een lage bezettingsgraad op de afdelingen en een hoog percentage invalkrachten, soms bijna de helft van het aanwezige personeel. Daarnaast kunnen verpleegkundigen slechts 55% van hun tijd besteden aan patiëntgebonden zorg; de rest gaat vooral op aan vergaderingen, de overdracht en papierwerk.
Het oordeel van de cliënten is tamelijk mild, maar men is ontevreden over de recreatiemogelijkheden, de diensten en het onderhoud, het vervoer, de huisvesting, en de kwaliteit van het eten. Verder is men ontevreden over het aantal gesprekken met begeleiders, begeleiding naar instanties en therapie, de hoeveelheid en
kwaliteit van de dagactiviteiten, en de hoeveelheid en de kwaliteit van de psychiatrische hulp. Dit betekent dat de geconstateerde tekorten ook door de patiënten als tekorten worden beleefd. B. van Wijngaarden, M. Bransen, H. Wennink: Een keten van lege zondagen. Uitgave GGZ-Nederland en ook daar te bestellen (030) 287 33 33, verkoopprijs f 20,-.

* Bob van Wijngaarden (030) 297 11 00

Toestand grote groep Haagse daklozen zorgwekkend De toestand van een grote groep daklozen in Den Haag is zorgwekkend. Het gaat hierbij om bijna vijfhonderd mensen die regelmatig buiten slapen en die geen vaste slaapplek hebben, de zogenoemde 'feitelijk daklozen'. Circa 60% van deze daklozen gebruikte recent harddrugs, waardoor ze meestal niet welkom zijn bij woonvoorzieningen. Bovendien zijn ze vaker slachtoffer van een misdrijf, worden vaker gearresteerd, kennen een hogere werkloosheid en hebben minder geld voor de eerste levensbehoeften dan de eveneens circa vijfhonderd 'residentieel daklozen'. Deze laatste groep heeft een min of meer vaste verblijfplaats in woonvoorzieningen van de maatschappelijke opvang. De residentieel daklozen zijn meer tevreden met hun bestaan dan de feitelijk daklozen.
Dat blijkt uit het onderzoek Daklozen in Den Haag van het Trimbos-instituut, dat op 19 november werd gepresenteerd in Den Haag. Doel van het onderzoek was: het in kaart brengen van psychische stoornissen en verslavingsproblemen van Haagse daklozen en inzicht verkrijgen in het aantal daklozen (in totaal circa 1.000). De gemeente gaat de onderzoeksresultaten gebruiken voor het beleid op korte en langere termijn. Recentelijk besloot de gemeenteraad opnieuw extra geld uit te trekken voor de verbetering van de al bestaande opvang. De kenmerken en problemen van de Haagse feitelijk daklozen zijn niet uniek. Ze werden al eerder in Utrecht geconstateerd. Ook bevestigen ze een
landelijk geconstateerde trend. Het onderzoek laat opvallende verschillen zien tussen de twee groepen daklozen. Feitelijk daklozen zijn veelal langdurig dakloos: ruim een derde deel is vijf jaar of langer dakloos. Ruim 41% van de feitelijk daklozen is vooral aangewezen op buiten slapen. Het gaat met name om alleenstaande, laaggeschoolde dertigers, vaak van niet-Nederlandse afkomst, levend van een uitkering en soms van inkomsten uit illegale activiteiten. Circa 29% van de feitelijk daklozen heeft te maken met ernstige depressies. Bijna 25% heeft tegelijk psychische èn verslavingsproblemen.
Van de groep residentieel daklozen, is ruim een derde in het hele leven geen dag dakloos geweest. Zij zijn vanuit de eigen woning of een intramurale voorziening (bijvoorbeeld psychiatrisch ziekenhuis of gevangenis) direct doorgestroomd naar een woonvoorziening van de maatschappelijke opvang. Van deze groep heeft bijna 70% geen psychische en geen verslavingsproblemen.
Beide groepen daklozen maken weinig gebruik maken van de beschikbare hulp. Er is weinig contact met de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg, behalve de methadonverstrekking. De behoefte aan hulp is wel groot, vooral op het gebied van huisvesting, gebitsverzorging, financiën, lichamelijk functioneren en dagelijkse activiteiten. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport Daklozen in Den Haag. Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de daklozenpopulatie (Reinking e.a. 2001). Uitgave: Trimbos-instituut (nummer AU0179) en ook daar te bestellen, tel. (030) 297 1180.
* Judith Wolf (030) 2971 11 00

Judith Wolf hoogleraar Maatschappelijke Opvang
Het College van Bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen heeft mevrouw dr. J.R.L.M.(Judith) Wolf (1957) benoemd tot bijzonder hoogleraar Maatschappelijke Opvang aan de faculteit Medische Wetenschappen/
UMC St. Radboud. Zij wordt (part-time) aangesteld bij de afdeling sociale geneeskunde.
Judith Wolf is werkzaam bij het Trimbos-instituut als hoofd van het programma Opvang en maatschappelijke zorg. Daarvoor werkte zij onder andere als Hoofd Onderzoek bij het Sainsbury Centre for Mental Health in Londen en als Visiting scholar bij de Rand-corporation in Santa Monica, Californië.
De leerstoel Maatschappelijke Opvang is in 1986 ingesteld op verzoek van de Landelijke Stichting voor Thuislozenzorg en Onderzoek (LSTO) aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. De LSTO beoogt onderzoek en publicaties tot stand te brengen over cliënten en de hulpverlening aan cliënten in de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang. De leerstoel Maatschappelijke Opvang wordt mede ondersteund door de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg. Prof. Wolf gaat een bijdrage leveren aan de verwetenschappelijking en kwaliteitsverhoging van de Maatschappelijke Opvang en vervult daarmee een brugfunctie tussen wetenschap en praktijk. Zij zal zich bezighouden met onderzoek dat zich richt op de cliëntenpopulatie, op het aanbod en de organisatie van de Maatschappelijke Opvang en op de samenhang tussen deze sector en andere sectoren. Ook zal zij een bijdrage leveren aan de coördinatie en afstemming van onderzoek in de Maatschappelijke Opvang. De leeropdracht behelst tevens een theoretische onderbouwing van de opvang, zorg en hulpverlening in de sector.

* Judith Wolf (030) 297 11 00

Follow up Congres Kennis Beter Delen
Op 1 en 2 november werd in Veldhoven het 1e Nationale congres over implementatie in de zorg 'Kennis Beter Delen' gehouden. Op de website van het congres (www.zon.nl\kennisbeterdelen) zijn inmiddels de plenaire lezingen, de verslagen van de workshops, een algemeen verslag en een aantal foto's van het congres geplaatst. Uit de evaluatieformulieren van ruim vijfhonderd deelnemers blijkt dat ruim 70% van de deelnemers het congres als goed of zeer goed beoordeelde. Op basis van de evaluatie door de deelnemers en een eigen evaluatie hebben de Congrescommissie en programmacommissie inmiddels besloten te gaan werken aan een tweede Nationaal congres over implementatie in de zorg. Dit congres is gepland voor 2003. ZonMw zal fungeren als trekker voor dit idee. Bij de uitwerking zullen de landelijke organisaties die actief zijn op dit terrein betrokken worden.

* Henk Verburg (030) 297 11 00

Cursus Europees drugsbeleid
Op 12 november gaf Minister Borst het startsein voor de cursus Drugs Policy in the European Context. De cursus, die drie weken heeft geduurd, had als doel ambtenaren van aspirant-lidstaten te ondersteunen bij het harmoniseren van hun eigen wetgeving en beleid in het licht van het Europese kader voor drugsbeleid. Aan de cursus, die was georganiseerd door het Trimbos-instituut in samenwerking met Jellinek/EATI en de Ministeries van VWS, Justitie en Binnenlandse Zaken, werd deelgenomen door vijftig mensen uit twaalf landen uit Midden- en Oost-Europa en Turkije.
Centraal thema van het seminar was het Europese kader van het drugsbeleid en de link met het beleid in de lidstaten. Daarbij werden alle elementen van beleid - ontwikkeling, uitvoering en evaluatie - belicht. Het programma was zo opgezet dat theorie en praktijk elkaar afwisselden. Zo werden ook werkbezoeken afgelegd. Behalve aan technische en vakinhoudelijke onderwerpen werd ook aandacht besteed aan cultuurverschillen en sociale vaardigheden bij onderhandelen en presenteren.

* Franz Trautmann (030) 297 11 00

Personalia
De afgelopen weken zijn kort achter elkaar twee medewerkers van het Trimbos-instituut overleden. Op 21 november overleed Adriaan Zijtveld (46) als gevolg van een auto-ongeval. Hij was 24 jaar werkzaam bij aanvankelijk het NCA (Nationale Commissie tegen het Alcoholisme en andere verslavingen), later opgegaan in het NIAD (Nederlands Instituut voor Alcohol en Drugs) en vervolgens het Trimbos-instituut. Daar werkte hij in de functie van medewerker Reproductie en was in die hoedanigheid onder andere verantwoordelijk voor het reproduceren van Nieuwsflitsen.
Op 3 december overleed Greet van der Spek aan de gevolgen van een slopende ziekte. Zij werkte sinds 1992 bij het NIAD, later het Trimbos-instituut in de functie van Bibliothecaris/Documentalist. Na het gedeeltelijk sluiten van de bibliotheek in 2000 stapte zij intern over naar de helpdesk van de Landelijke Steunfunctie Preventie verslaving en middelengebruik (LSP) waar ze in de afgelopen twee jaar heel wat binnenkomende vragen heeft beantwoord en medeverantwoordelijk was voor de databank met projecbeschrijvingen op het gebied van verslavingspreventie.
Wij zijn met Adriaan en Greet in korte tijd twee goede en toegewijde collega's kwijtgeraakt.

* Henk Maurits (030) 297 11 38

12|01

Nummer 12, 6 december 2001

Colofon

Het Trimbos-instituut is een onafhankelijk landelijk kenniscentrum voor de GGZ en verslavingszorg met als doel de geestelijke gezondheid van mensen te bevorderen.
Nieuwsflitsen voorziet mensen die betrokken zijn bij de GGZ en verslavingszorg kort en bondig van informatie over activiteiten, diensten, producten en resultaten van het Trimbos-instituut. Nieuwsflitsen mag vrijelijk worden gekopieerd en verspreid.

Redactie
Henk Maurits,
email: hmaurits@trimbos.nl
Henk Verburg,
e-mail: hverburg@trimbos.nl

Opmaak
Heidie Wisselo

Adreswijzigingen
Peter Stark,
e-mail: pstark@trimbos.nl

Belangrijke telefoonnummers

Bestellingen 030 297 11 00
Helpdesk Preventie (LSP/LOP) 030 297 11 51
Drugs Informatie Lijn 0900-1995

Trimbos-instituut
Netherlands Institute of Mental Health and Addiction Da Costakade 45
Postbus 725 3500 AS Utrecht
Telefoon (030) 297 11 00
Fax (030) 297 11 11


Copyright © 2001 Trimbos-instituut All rights reserved.