CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 46
Datum: 6 december 2001
Inlichtingen bij: Jacqueline Timmerhuis (tel: 070-3383477), of Dick
Morks (tel. 070-3383410), of bij Henk Kranendonk (tel: 070-3383406)
Groei Nederlandse economie valt dit jaar tegen; gering herstel in 2002
De gevolgen van de malaise in de wereldeconomie zijn ook in Nederland
duidelijk voelbaar. De economische groei bedraagt dit jaar naar
verwachting slechts 1%. Voornamelijk door tegenvallende voorlopige
CBS-cijfers voor het derde kwartaal is de groeiraming ten opzicht van
de vorige raming met 0,5% neerwaarts bijgesteld. Naar verwachting zal
de economie vooral in de tweede helft van 2002 aantrekken. Gemiddeld
zal de groei komend jaar met 1,25% nog slechts marginaal hoger zijn
dan dit jaar. De consumptiegroei trekt volgend jaar naar verwachting
aan tot 3,25%. Daar staat tegenover dat de bedrijfsinvesteringen
blijven dalen. De Nederlandse exportgroei blijft achter bij de groei
van de Nederlandse afzetmarkten door de verslechtering van de
concurrentiepositie vanwege de relatief sterke stijging van de
arbeidskosten.
Dit zijn enige hoofdlijnen uit de vandaag openbaar gemaakte ramingen
van het Centraal Planbureau voor de jaren 2001 en 2002. Het planbureau
komt gewoonlijk vier maal per jaar met nieuwe cijfers. Dit keer zit er
minder tijd tussen de prognoses omdat het CPB op 1 november een
tussentijdse raming heeft gepubliceerd waarin de eerste economische
gevolgen van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten waren
verwerkt.
De vandaag gepubliceerde raming is een voorpublicatie van de raming
uit CPB Report 2001/4, dat op 18 december zal verschijnen. Tegelijk
met deze voorpublicatie is een economierapportage aan de Minister van
Economische Zaken uitgebracht, alsmede een artikel in ESB over te
verwachten economische ontwikkelingen. De drie stukken geven dezelfde
prognoses van het CPB weer, maar in een verschillende mate van detail
en toelichting.
Malaise in wereldeconomie houdt langer aan
Begin september leek de wereldeconomie het dieptepunt van de
conjuncturele neergang te naderen. Mede als gevolg van de
terreuraanslagen zal de malaise waarschijnlijk nog één of twee
kwartalen langer aanhouden. Wereldwijd heeft de vergrote onzekerheid
geleid tot vertrouwensverlies bij consumenten en producenten, waardoor
bestedingen zijn uitgesteld. De wereldhandel groeit naar verwachting
met slechts 0,25% in 2001, waarna deze groei volgend jaar weer kan
aantrekken tot 3,25%. In 2000 nam de wereldhandel nog toe met 13%.
Om de vraag te stimuleren is na de aanslagen het monetaire beleid in
de industrielanden fors verruimd. Vooral in de Verenigde Staten is
daarnaast ook het begrotingsbeleid sterk verruimd. Voor komend jaar
worden daar begrotingsimpulsen voorzien ter grootte van meer dan 1%
van het BBP.
Waar de VS thans in een recessie verkeert, zal de Amerikaanse economie
naar verwachting opleven vanaf het eerste kwartaal van 2002. In het
eurogebied is (in technische zin) nog net geen sprake van een
recessie: daarvoor moet de economie twee kwartalen achter elkaar
krimpen. Wel verwacht het Centraal Planbureau voor het vierde kwartaal
een lichte daling van het bruto binnenlands product (BBP) in het
eurogebied. In de CPB-projectie geeft het eerste kwartaal van het
volgend jaar hier al weer een positieve groei te zien. Voor heel 2002
zal de economische groei in het eurogebied naar verwachting 1,5%
bedragen, net als in 2001.
Wanneer zich geen nieuwe grote schokken voordoen, zal het vertrouwen
bij consumenten en bedrijven zich naar verwachting geleidelijk
herstellen. Gesteund door het expansieve monetaire beleid kan de
internationale conjunctuur in de loop van volgend jaar weer
aantrekken.
Lage groeicijfers voor 2001 en 2002
De economie ontwikkelde zich in het derde kwartaal slechter dan
verwacht. Voorlopige CBS-cijfers wijzen op een krimp van het
BBP-volume ten opzichte van het voorgaande kwartaal met 0,4%, en een
bescheiden groei van 0,4% vergeleken met hetzelfde kwartaal van vorig
jaar. Met name de groei van de uitvoer viel sterk terug, de
particuliere consumptie kon zich nog redelijk handhaven. Voornamelijk
door deze tegenvallende kwartaalcijfers is de BBP-raming voor dit jaar
ten opzichte van de raming van 1 november met een 0,5%-punt naar
beneden bijgesteld tot 1%.
Vooral in de tweede helft van volgend jaar zal de economie naar
verwachting aantrekken. Exporterende bedrijven kunnen dan profiteren
van het herstel van de wereldhandel. Gezinnen gaan naar verwachting
begin volgend jaar al flink meer besteden, waarmee de consumptie de
aanjager van de groei zal zijn. Ondernemers zullen volgend jaar
opnieuw minder investeren.
Per saldo zal de Nederlandse economie het volgend jaar met een
gemiddelde groei van 1,25% nauwelijks beter doen dan dit jaar.
Verslechtering concurrentiepositie remt uitvoer
Met de wereldeconomie zal ook de uitvoer in de tweede helft van
volgend jaar weer kunnen aantrekken. De toename van de uitvoer in de
loop van 2002 blijft naar verwachting echter achter bij de
internationale marktgroei door een verdere verslechtering van de
prijsconcurrentiepositie. Oorzaak hiervan is de sterke stijging van de
arbeidskosten. Veelzeggend is dat de in Nederland geproduceerde
uitvoer volgend jaar zelfs met 0,5% afneemt. Dat de totale uitvoer
toch nog groeit komt doordat de wederuitvoer -- ingevoerde producten
die na minimale bewerking weer uitgevoerd worden -- volgend jaar met
bijna 8% toeneemt.
Consumptie trekt volgend jaar aan ...
Ondanks een lastenverlichting van meer dan 3 miljard euro bij de
invoering van het nieuwe belastingstelsel groeit de particuliere
consumptie dit jaar slechts met 1,25%. Gezinnen zijn weer meer gaan
sparen, nadat de vrije besparingen jaren achtereen daalden en vorig
jaar zelfs negatief werden. De lage besparingen in het recente
verleden hingen samen met de vermogenswinsten op huizen en aandelen
die deels voor consumptie werden aangewend. Naar verwachting herstelt
de consumptiegroei volgend jaar tot 3,25%, deels door de vertraagde
doorwerking van de forse koopkrachtverbetering van 2001. Wat dit
betreft is het bemoedigend dat de aandelenkoersen en de koopbereidheid
zich snel hersteld hebben, na de daling die volgde op de aanslagen.
... maar investeringen blijven dalen
Het is gebruikelijk dat de investeringen tamelijk grote conjuncturele
schommelingen vertonen. Na een investeringsgroei in 2000 van 5,4%
zullen bedrijven dit jaar naar verwachting 2% minder investeren dan
vorig jaar. Ook volgend jaar zullen de investeringen waarschijnlijk
nog iets afnemen, met 0,75%. De bezettingsgraad blijft laag en
bovendien staan de winsten onder druk. Dit maakt investeren minder
aantrekkelijk en bemoeilijkt de financiering.
Trage aanpassing werkgelegenheid leidt tot daling
arbeidsproductiviteit
De werkgelegenheid reageert gewoonlijk met een vertraging van een half
jaar tot een jaar op een afname van de economische groei. Met de
huidige krappe arbeidsmarkt is de reactie extra traag doordat nog een
buffer bestaat van onvervulde vacatures. De werkgelegenheidsgroei
blijft dit jaar dan ook nog aardig op peil en de werkloosheid neemt
zelfs verder af. Volgend jaar leiden de groeivertraging en de sterke
toename van de reële arbeidskosten wel tot een veel lagere
werkgelegenheidsgroei. De werkloosheid zal dan oplopen van 3,25% naar
4%.
Keerzijde van de aanhoudende werkgelegenheidsgroei is de forse afname
van de arbeidsproductiviteit dit jaar. Hierdoor stijgen de
arbeidskosten per eenheid product en daalt de winstgevendheid, wat tot
uitdrukking komt in een sterke toename van de arbeidsinkomensquote
(AIQ) tot 85,5%. Ook volgend jaar zal de AIQ op dit hoge niveau
blijven.
Inflatie zet daling in
In oktober is het groeitempo van de consumentenprijsindex (CPI)
eindelijk afgenomen. Met name door lagere benzineprijzen daalde de
inflatie ten opzichte van september met 0,4%-punt tot 4,3% op
jaarbasis. Naar verwachting zet de daling van de inflatie door, zodat
deze volgend jaar uitkomt op gemiddeld 2,25% tegen 4,5% dit jaar. In
het inflatiecijfer van volgend jaar valt het opwaartse effect
(1%-punt) van de verhoging van de BTW en energiebelasting weg.
Bovendien leiden de lagere invoerprijzen en de geringere groei van de
arbeidskosten tot minder druk op de inflatie.
Begrotingsoverschot neemt af
Vergeleken met de raming van 1 november komt het EMU-saldo in 2002
0,2%-punt lager uit, op 0,4% van het BBP. Dit weerspiegelt de werking
van de zogenoemde 'automatische stabilisatoren' aan de inkomstenkant.
Door lagere belastinginkomsten neemt bij de geringere economische
groei het begrotingsoverschot af.
De volledige publicaties Economierapportage december 2001, en de
Economic Outlook artikelen The Dutch economy en The world economy zijn
(gratis) beschikbaar als PDF-file. De rest van het CPB Report wordt op
18 december gepubliceerd en op de website geplaatst.
| Top | Home | Search | Sitemap |