Partij van de Arbeid

Den Haag, 6 december 2001

BIJDRAGE VAN STAF DEPLA (PvdA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG VERKOOPBELEID RIJKSDIENST DOMEINEN BIJ VERKOOP MILITAIRE OBJECTEN

LAAT NIET ALS DANK VOOR AANGENAAM VERPOZEN UW PRULLEN EN DOZEN

Verkoop defensieterreinen in natuurgebieden

Domeinen verkoopt voor defensie militaire objecten die niet meer nodig zijn. Bij werkbezoeken, met name in Brabant, Gelderland en Utrecht, bleek dat bij de verkoop het winstmaximalisatiestreven van de dienst Domeinen prevaleert boven haar andere maatschappelijke taken. Hierdoor wordt het overheidsbeleid op het gebied van natuur en ruimtelijke ordening gefrustreerd. Het probleem concentreert zich op de bebouwde militaire complexen in het buitengebied. Dat is logisch, de opbrengst van natuurgrond is een stuk lager dan grond waar gebouwd mag worden. Domeinen/Defensie zetten overheden onder druk de oorspronkelijke natuurbestemming op te geven dan wel de kosten van de sloop en sanering van de defensieterreinen voor rekening van de natuur te laten komen. Dit is ongewenst. Bij de aanleg van deze defensieterreinen in natuur- en bosgebieden hebben veiligheidsoverwegingen terecht zwaarder hebben gewogen dan natuurbelangen. Onder het motto "laat niet als dank voor het aangenaam verpozen uw prullen en dozen" mogen, nu deze terreinen weer beschikbaar komen, de kosten van het opruimen van deze terreinen en bijbehorende gebouwen geen belemmering zijn voor het herstellen van de groene functie. Dit moet een van de uitgangspunten zijn bij het verkoopbeleid van Domeinen.

De PvdA is dan ook zeer blij met de toezegging van de Staatssecretaris Bos dat aan deze situatie een einde is gemaakt. In de brief van 3 oktober lees ik dat een defensieobject dat een natuurbestemming krijgt of heeft, in bestaande toestand, tegen de gangbare prijs voor natuurgrond wordt overgedaan aan de natuur. Kosten voor bodemsanering komen ten laste van defensie. Kortom de Staatssecretaris komt tegemoet aan de bezwaren van de PvdA. Dit is niet alleen van belang voor de bestaande defensieterreinen die worden afgestoten. Uit deel 1 van het structuurschema militaire oefenterreinen blijkt dat er nog een groot aantal defensieterreinen worden afgestoten. Dit nieuwe regiem zal wat ons betreft ook voor die gevallen gaan gelden.

Er blijven echter nog een paar problemen over:

a. Het slopen van gebouwen blijft ten laste van de natuur komen. Dit kan om forse bedragen gaan als er sprake is van asbest. Onder het motto "laat niet als dank voor aangenaam verpozen uw prullen en dozen", moet defensie ook zorgen dat de gebouwen gesaneerd worden.

b. En wordt wel in alle gevallen al volgens de nieuwe richtlijnen gewerkt.
Een van de gevallen die de PvdA in haar onderzoek tegen kwam was defensieobject in Loon Op Zand. Volgens het streekplan heeft dit terrein de bestemming Groene Hoofdstructuur. In de bijlage bij de brief van 3 oktober blijkt dat Domeinen uit gaat van de agrarische bestemming. Hoe past dit in het nieuwe beleidskader?

Dienst Domeinen gedraagt zich onvoldoende als publiek grondbedrijf

De PvdA steunt de keuze van de regering om op rijksniveau op een actievere manier op de grondmarkt te opereren en de bestaande onroerend goed portefeuille strategisch in te zetten met het oogmerk publieke doelen op een efficiënte manier te realiseren. Domeinen dat samen met de andere rijksgrondbedrijven uitgroeit tot één rijksgrondbedrijf onder de regie van VROM. Een publiek grondbedrijf moet het realiseren van publieke doelen centraal stellen. Dat is dus niet alleen winstmaximalisatie bij de verkoop van onroerend goederen.
De nieuwe beleidslijn voor de verkoop van terreinen die de bestemming natuur krijgen past daar prima in.
Maar bij de verkoop van terreinen die een stedelijke bestemming krijgen blijkt dat Domeinen haar rol als publiek grondbedrijf onvoldoende waarmaakt. Ze zet gemeenten onder druk om de bestemming of het stedenplan zo aan te passen dat de grondopbrengst maximaal is. Dit vindt de PvdA ongewenst.

Bij te verkopen defensieobjecten , maar ook van andere objecten, die binnen stedelijke ontwikkeling komen te liggen willen we dat Domeinen de doorsneegrondprijs krijgt van het te realiseren project. Het is ongewenst dat publiek gewenste projecten geen doorgang vinden omdat Domeinen een grondprijs vraagt alsof er een flat van 30 hoog gebouwd wordt. Aan de andere kant hoeft domeinen ook niet op te treden als de sponsor van stedelijke projecten. Zij hoeft geen genoegen te nemen met de grondprijs al was de bestemming "park". Daarom stellen we voor dat Domeinen bij stedelijke projecten de "doorsnee"-prijs krijgt. Oftewel de gemiddelde prijs als je het hele project als één exploitatie beschouwt.

In veel situaties is op het moment van verkoop het definitieve bestemmingsplan/stedebouwkundig ontwerp nog niet gereed. Het maakt nogal uit of dat er sociale woningbouw komt of een congres centrum. Het is dan onduidelijk welke prijs reëel is. Domeinen zet dan gemeenten onder druk ("we gaan uit van de huidige bestemming in plaats van vage plannen) om vooral te kiezen voor de hoger renderende invulling van het plan. Aan de andere kant moet voorkomen worden dat gemeenten voor dubbeltje op eerste rij komen te zitten. Daarom moeten er, in navolging van het beleidskader bij overgang naar natuur, er een helder beleidskader komen voor overdrachten in stedelijk gebied en open ruimte.

Een paar voorbeelden.

Aan de rand van Arnhem heeft de Dienst Domeinen het voormalige Rijksinstituut voor Natuur in de verkoop. Gemeente wil hier sociale woningbouw realiseren. Conform het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid, en ook volgens de rijksnota "wonen" , is het van belang dat vrije sector woningen en sociale sectorwoningen gemengd worden gebouwd. De koop dreigt niet door te gaan omdat de Dienst Domeinen een prijs rekent alsof er vrije sector woningen komen. Sociale woningbouw is dan financieel onhaalbaar. Het terrein dreigt nu verkocht te worden aan een projectontwikkelaar die er kantoren wil realiseren.

Een vergelijkbaar voorbeeld speelt zich af in Zeist. Een oud landbouwonderzoekslaboratorium in de rand van de Ecologische Hoofdstructuur zou eigenlijk teruggegeven moeten worden aan de natuur. Onder druk van Domeinen is de gemeente, en na veel zeuren ook het Ministerie van VROM akkoord gegaan met een kantoorbestemming met een kleinere omvang. Ipv 4000 ipv 6000 m2. Domein houdt echter vast aan een groter oppervlakte en wil het terrein nu verkopen aan een projectontwikkelaar.

Deze voorbeelden geven aan dat de beleidslijn voor verkoop als er sprake is van een bouwbestemming niet helder is en ook niet past bij de de rol die Domeinen als Publiek grondbedrijf moet spelen.

Ook het beheer kan beter. In Utrecht liggen een groot aantal defensieobjecten op de Utrechtse Heuvelrug. Deze terreinen zijn allemaal van een groot hek voorzien. Hierdoor is een groot aaneengesloten natuur en bosgebied sterk versnipperd. Dit gaat ten koste van de natuur. En ook voor recreanten heeft dit mooie deel van de Heuvelrug zo weinig te bieden. Domeinen en defensie moeten slimme maatregelen nemen om hier wat aan doen.

En hoe moet ik de gedeputeerde in Zuid Holland uitleggen dat hij voor het Natuur- en recreatieschap Yasselmonde veel meer pacht moet betalen dan vergelijke pachters als Staasbosbeheer?

Overkluizing snelwegen en rangeerterreinen niet frustreren door voor bouwrechten geld te vragen.

Bij overkluizing van snelwegen en rangeerterreinen vraagt Domeinen ook geld (op basis van de residuele waarde). Wij vinden dit niet correct. Ten eerste wordt deze waarde alleen gecreëerd omdat particulieren en gemeenten een project uitvoeren. Ten tweede omdat ivm belang van intensief ruimtegebruik, dit soort projecten gestimuleerd i.p.v. belemmerd moeten worden.

Publiek grondbedrijf vraagt transparantere financiële verantwoording

Grotere transparantie van gemeentelijk grondbedrijven is noodzakelijk (aldus Nota Grondbeleid). Dit slaat wat ons betreft niet alleen op gemeentelijke grondbedrijven. De transparantie en verantwoording van Domeinen is voor de Tweede Kamer onduidelijk geregeld. Middelafspraken met andere departementen en overzicht van het vermogen is niet te vinden op de begroting. Kortom dit moet beter.