Ministerie van Financiën


http://www.minfin.nl

MINFIN: Geannoteerde agenda Ecofin 13/14 december 2001

Persbericht

No 01/325 Den Haag 6 december 2001

Geannoteerde agenda Ecofin 13/14 december 2001

Bijgaand staat de integrale tekst van de geannoteerde agenda van de Ecofin Raad van 13 december en Eurogroep en informele Ecofin Raad van 14 december 2001.


1. Ecofin Raad
Tijdens de Ecofin Raad van 13 dcember zullen de volgende onderwerpen worden besproken:

Voorbereiding van de invoering van de euro
document: concept verklaring ten behoeve van de Europese Raad van Laken
aard bespreking: bespreken van verklaring
besluitvormingsprocedure: n.v.t.

toelichting:
In de Ecofin Raad zal worden gesproken over de voortgang die de verschillende lidstaten hebben geboekt op het gebied van hun chartale euroconversiescenarios. Aandacht zal dan uitgaan naar de uitvoering van de laatste stappen van deze scenarios. Tevens zal de Ecofin Raad een verklaring over de introductie van de euro ten behoeve van de Europese Raad van Laken voorbereiden. De introductie van de euro zal ook in de Eurogroep van 14 december aan de orde komen.

Voortgangsverslag aan de Europese Raad van Laken over de besprekingen inzake het belastingpakket
Document: Nog niet ontvangen
Aard van de bespreking: voortgangsverslag en een akkoord over de tekst van de richtlijn spaartegoeden
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:
Op de agenda staat de rapportage aan de Europese Raad inzake de gerealiseerde voortgang binnen het belastingpakket. Het belastingpakket bestaat uit drie onderdelen, nl. de gedragscode, de richtlijn voor spaartegoeden en de richtlijn voor interest en royalties. Het belastingpakket wordt pas aanvaard (deadline eind 2002) als op alle afzonderlijke onderdelen overeenstemming is bereikt (pakketgedachte). Over de richtlijn voor interest en royalties is reeds overeenstemming bereikt. Ook het voortgangsverslag over de gedragscode is door de Ecofin Raad van 4 december aangenomen. Alleen het onderdeel spaartegoeden zou nog tot discussie kunnen leiden.


2. De richtlijn voor spaartegoeden
Op dit moment is niet duidelijk over welke punten de Ecofin Raad van 13 december zal beslissen, aangezien op vrijdag 7 december nog een vergadering plaats vindt van de groep op hoog niveau 'belastingpakket'. De resultaten zullen in een voortgangsverslag aan de Europese Raad worden voorgelegd in een voortgangsverslag over het belastingpakket.

2.1. Financiële diensten
Actieplan financiële diensten en voortgangsrapport van het Belgisch voorzitterschap
document: 5e voortgangsrapport Actieplan financiële diensten en voortgangsrapport Belgisch
Voorzitterschap
aard bespreking: presentatie Europese Commissie en/of Belgisch voorzitterschap inzake de
voortgang bij het Actieplan
besluitvormingsprocedure: n.v.t.

toelichting:
Het 5e voortgangsrapport van het Actieplan financiële diensten geeft aan dat er belangrijke voortgang is geboekt met het Actieplan, zoals het bereikte politieke akkoord bij de richtlijn afstandsverkopen en het compromis met het Europees Parlement over de richtlijn witwassen. Tevens geeft het voortgangsrapport aan wat er nog moet gebeuren. Hierbij zijn de belangrijkste punten van de Commissie:
1. Richtlijn overname biedingen (afwijzing door Europees Parlement, in het rapport kondigt de Commissie een nieuw voorstel aan begin 2002);

2. Richtlijn Pensioenfondsen (openstaande punten: 1. scope van richtlijn 2. kwantitatieve/kwalitatieve beleggingsregels 3. technische voorzieningen 4. grensoverschrijdend deelnemerschap);
3. Aandacht voor de door de Raad als prioritair aangemerkte richtlijnen inzake financiële conglomeraten, prospectus en de verordening Internationale Accounting Standaarden. Het rapport roept alle drie de instituties (Europees Parlement, Raad, Commissie) op om niet te verslappen. In het rapport worden actuele onderwerpen genoemd om het belang daarvan te bevestigen, te weten: strijd tegen het terrorisme, euro introductie, financiële stabiliteit. In Februari 2002 zal na een Mid Term Review opnieuw op hoog politiek niveau commitment worden gezocht. Het resultaat zou dan mogelijk in de Barcelona Raadsconclusies (maart 2002) kunnen worden meegenomen. Het rapport van het Belgisch voorzitterschap bevat eveneens een beschrijving van de geboekte voortgang bij het actieplan, maar dan onder het Belgisch voorzitterschap. Nederland heeft steeds steun voor het actieplan uitgesproken en kan de inzet van de Commissie en het Belgisch voorzitterschap om voortgang te boeken waarderen.

Voorstel voor een richtlijn betreffende financiële zekerheidsovereenkomsten
document: compromis-tekst van het Belgisch voorzitterschap aard bespreking: de richtlijn is voor de Ecofin Raad geagendeerd met het oog op het bereiken van
een politieke oriëntatie
besluitvormingsprocedure: het voorstel voor de richtlijn is ingediend bij de Raad en het Europees
Parlement voor aanneming volgens de co-decisieprocedure van artikel 251 van het Verdrag

toelichting:
2.2. Bespreking in de Raad
Het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende financiële zekerheidsovereenkomsten is ingediend op 27 maart 2001, nummer Commissiedocument COM (2001) 168 definitief, interinstitutioneel dossier nummer 2001/0086 (COD). Besprekingen in de Raadswerkgroep hebben geresulteerd in een compromis-tekst van het Belgisch voorzitterschap.

2.3. Commissievoorstel
Met de richtlijn terzake van financiële zekerheden ('collateral-richtlijn'), die als een prioriteit is aangemerkt in het Actieplan voor financiële diensten, worden (onnodige) formele voorschriften voor het aangaan van zekerheidsovereenkomsten verboden. Hetzelfde geldt voor het vestigen van een pandrecht of het overdragen van zekerheid van effecten of vorderingen in rekening courant. De richtlijn heeft betrekking op zekerheidsovereenkomsten waarbij overheidsinstellingen en financiële instellingen partij zijn. Overigens ziet de thans voorliggende compromis-tekst van het Belgisch voorzitterschap ook op alle andere 'gewone' ondernemingen indien zij een zekerheidsovereenkomst sluiten met een overheidsinstelling of financiële instelling.

2.4. stand van zaken
Het merendeel van de lidstaten heeft in het algemeen zijn steun geïndiceerd voor de richtlijn. Het Voorzitterschap streeft er naar deze maand een politieke oriëntatie in de Ecofin Raad te bereiken.

2.5. Nederlandse inzet
Nederland is verheugd over de collateral-richtlijn, omdat deze leidt tot een vergroting van de financiële stabiliteit in de Europese Unie en een grotere liquiditeit van de financiële markten in de Europese Unie. Nederland kan in het algemeen ook instemmen met de compromis-tekst van het voorzitterschap. Dit geldt in het bijzonder ook voor de in de compromis-tekst voorgestelde toepassing op alle ondernemingen, aangezien deze discriminatie van kleine en middelgrote ondernemingen voorkomt.
Overigens heeft Nederland een voorbehoud gemaakt bij het voorstel in de compromis-tekst om zekerheidsgerechtigden (bijvoorbeeld banken) de mogelijkheid te bieden om verhaal op zekerheden te doen plaatsvinden in de vorm van toeëigening, in plaats van (zoals gebruikelijk) verkoop. Bij toeëigening is het namelijk de vraag hoe te allen tijde marktconforme prijzen kunnen worden gewaarborgd en hoe benadeling van andere schuldeisers kan worden voorkomen.

Marktmisbruik
document: tekstvoorstel Belgisch voorzitterschap aard bespreking: politieke oriëntatie
besluitvormingsprocedure: Co-decisie procedure

toelichting:
inhoud richtlijnvoorstel:
Het richtlijnvoorstel verbiedt gebruik voorwetenschap en koersmanipulatie. Voorts bevat het voorstel bepalingen inzake openbaarmakingsverplichtingen, een eenduidig handhavingsregime onder verantwoordelijkheid van één toezichthouder en inzake intensieve samenwerking tussen toezichthouders. Met het oog op de bestrijding van de financiering van terrorisme is in de richtlijn verduidelijkt dat ook kennis over terroristische activiteiten onder de richtlijn valt.

stand van zaken besprekingen:
De Europese Commissie heeft het voorstel eind mei ingediend bij de Raad en het Europees Parlement. Onder Belgisch voorzitterschap is de tekst van de richtlijn inmiddels onder hoge tijdsdruk met het oog op de bestrijding van terrorisme tweemaal in zijn geheel doorlopen. Nu volgt reeds politieke oriëntatie. Het Europees Parlement rondt in februari zijn eerste lezing af.

Nederlandse inzet:
Nederland onderschrijft de doelstelling van het richtlijnvoorstel om aan de integriteit van de Europese financiële markten bij te dragen en het vertrouwen van de beleggers te vergroten. Op onderdelen ziet Nederland echter nog ruimte voor verbeteringen; (i) reikwijdte van de verboden, (ii) rol effecteninstellingen bij uitvoeren transacties en (iii) verdeling bevoegdheden toezichthouders en justitiële autoriteiten. Nederland onderkent evenwel het belang van een snelle totstandkoming van de richtlijn en wil hieraan ook bijdragen.

IAS-standaarden (International Accounting Standards) document: 14789/01 laatste versie Verordening (nog niet openbaar) aard bespreking: Vaststellen Gemeenschappelijk Standpunt besluitvormingsprocedure: Rechtsbasis van de Verordening vormt artikel 95 jo 251 van het Verdrag, ofwel co-decisieprocedure en een gekwalificeerde meerderheid in de Raad.

toelichting:

3. bespreking in de Raad

4. Het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen is ingediend op 13 februari 2001, nummer Raadsdocument 6365/01, nummer Commissiedocument COM (2001) 80 definitief, interinstitutioneel dossier nummer 2001/0044 (COD). Bespreking in de Raadswerkgroep heeft geresulteerd in een laatste versie (14789/01).

5.

6. voorstel Europese Commissie
Binnen de EU wordt door middel van deze verordening er naar gestreefd om beursgenoteerde vennootschappen met een zetel in de Europese Unie te verplichten om vanaf 2005 één set standaarden, de International Accounting Standards (IAS), toe te passen. Naar verwachting zal dit binnen de Europese Unie de onderlinge vergelijkbaarheid van de financiële verslagen van deze Europese ondernemingen vergemakkelijken en de Europese kapitaalmarkt versterken. De Europese Commissie ziet de toepassing van comitologie als de beste oplossing om snel nieuwe standaarden aanvaard te krijgen en hopelijk de politieke discussie te beperken. Het jaarrekeningrecht is nu geharmoniseerd via de 4e en de
7e richtlijn vennootschapsrecht (78/660 en 83/249), die echter verouderd zijn en veel opties openlaten.

7. stand van zaken besprekingen
Het voorzitterschap streeft naar aanvaarding van de Verordening. Het Europees Parlement stemt deze maand op basis van het rapport van Lord Inglewood (rapporteur). Gestreefd wordt naar één lezing in het Europees Parlement.


8. Nederlandse inzet
Nederland is met alle overige lidstaten voor overgang naar een verplichte toepassing van de IAS en kan instemmen met het voorstel voor de Verordening. Op verschillende punten bestaan echter nog voorbehouden. Nederland heeft een voorbehoud bij het bij comitologie te hanteren criterium (artikel 3 en overweging 9) dat een IAS ook dient bij te dragen aan 'the European public good'. Gelet op de vaagheid van dit begrip en de mogelijkheid dat het begrip door een ruime uitleg wordt misbruikt om (snelle) toepassing van nieuwe IAS normen om politieke redenen te voorkomen, zou Nederland het beter achten indien deze zinsnede wordt geschrapt in artikel 3. Opname van een toets voor het Europees belang is niet nodig in het licht van het streven naar wereldwijde erkenning van één set standaarden. Europa moet een ferm commitment geven om daarmee de kans van slagen van de internationale harmonisatie te vergroten. De inbreng vanuit Europa zal zich moeten concentreren op het voortraject - bij de totstandkoming van de IAS en met inbreng vanuit het bedrijfsleven (EFRAG, European Financial Reporting Advisory Group).

Duitsland heeft voorgesteld om US GAAP (United States Generally Accepted Accounting Principles) geclausuleerd mogelijk te maken tot 2011 hetgeen de harmonisatie binnen de Europese Unie zou kunnen vertragen en druk wegneemt om te komen tot de gewenste mondiale convergentie. Nederland kan zich niet vinden in het voorstel van Spanje en Italië om eigen voorschriften te blijven hanteren voor de presentatie van jaarrekeningen. Het door een lidstaat (en niet het IASB, International Accounting Standards Board) afdwingen van presentatievoorschriften sluit niet aan bij het streven naar internationale vergelijkbaarheid en harmonisatie.

8.1. Globalisering en ontwikkeling
document: Interim rapport van Europese Commissie aard bespreking: bespreking interim rapport
besluitvormingsprocedure: n.v.t.

toelichting:

9. Tijdens de informele Ecofin Raad in Luik is afgesproken dat de Europese Commissie een rapport schrijft over mondialisering en in verband hiermee de Tobin-tax. Voor de Ecofin Raad van 13 december 2001 zou de Europese Commissie een eerste versie van het rapport presenteren (het rapport komt ook aan de orde in de informele Ecofin Raad van 14 december). Deze tussenrapportage wordt in de vergadering besproken, waarbij zowel de focus van het rapport als de meer specifieke onderwerpen aan de orde komen. Het is belangrijk dat de Europese Commissie een evenwichtig rapport maakt: naast de risicos die mondialisering en integratie in de wereldeconomie met zich brengen voor arme landen, moeten ook de voordelen duidelijk aan bod komen. Diverse studies tonen aan dat landen die gekozen hebben voor aansluiting bij en integratie in de wereldeconomie aantoonbaar hebben geprofiteerd van de welvaartsverhogende effecten van mondialisering. Liberalisatie van de handel wordt als een krachtig instrument gezien om armoede te bestrijden, mits het gepaard gaat met goed binnenlands beleid en structurele hervormingen. De Europese Commissie zou voor haar eigen analyse gebruik kunnen maken van dergelijke studies, zoals het rapport Globalization, Growth and Poverty van de Wereldbank.


10. Een ander aspect waar het rapport op ingaat betreft de merites van een belasting op valutatransacties. Tegelijkertijd zal het rapport aandacht moeten besteden aan de belangrijkste financieringsbron voor de ontwikkeling van lage-inkomenslanden: het naleven van de in VN-verband afgesproken 0,7%-ODA-norm. De meeste industrielanden voldoen hier niet aan. Het belang van het afspreken van een tijdpad (per land) voor het behalen van de 0,7%-ODA-norm zoals in de OS-raad overeen is gekomen zou expliciet in het rapport aan bod moeten komen, evenals het wegnemen van handelsbelemmeringen voor export uit ontwikkelingslanden.

10.1. Belastingen

Belastingen op energie
document: FISC 255 en FISC 234
aard bespreking: vaststelling voortgangsverslag en conclusies over de richtlijn van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en aanvaarding concept verslag van de Raad over de energiebelastingrichtlijn voor de Europese Raad te Laken
besluitvormingsprocedure: n.v.t.

toelichting:
Onder het Belgisch voorzitterschap is verscheidene malen over de totstandkoming van een Europese energiebelasting gesproken. Het Belgische voorzitterschap heeft over zijn werkzaamheden een concept voortgangsverslag opgesteld waarin ook conclusies over onderdelen van de concept richtlijn energiebelasting zijn opgenomen. De Ecofin Raad wordt gevraagd in te stemmen met deze conclusies. In de conclusies zijn de algemene beginselen voor een Europese energiebelasting beschreven waarbij tevens is voorgesteld dat minimumbelastingniveaus voor energieproducten op korte termijn zullen moeten worden vastgesteld. Op verschillende punten van de conclusies is geen unanimiteit maar wel brede consensus bereikt (bijvoorbeeld over de mogelijkheden van tariefdifferentiatie boven en beneden de minima).

Daarnaast heeft het voorzitterschap een nota opgesteld waarin concept conclusies over de energiebelasting van de Raad voor de Europese Raad zijn verwoord. Deze concept conclusies houden in dat tot nu toe geen overeenstemming over de energiebelastingrichtlijn is bereikt en dat de Europese Raad verzocht wordt om conclusies te trekken over de mogelijkheid om op basis van de door het Belgisch voorzitterschap beschreven algemene beginselen voor 31 december 2002 overeenstemming over een Europese energiebelasting te bereiken. Ingeval de Europese Raad deze overeenstemming niet mogelijk acht wordt de Europese Raad gevraagd om andere oplossingen, zoals de procedure van de versterkte samenwerking, te overwegen.

Nederlandse inzet:
De vooruitgang in het energiebelastingdossier verloopt moeizaam. Nederland ondersteunt de aanpak van het Belgisch voorzitterschap om dit dossier op het niveau van de Europese Raad te tillen, zodat kan worden beslist of andere wegen moeten worden bewandeld om te komen tot meer harmonisering op het gebied van de belastingheffingen op energieproducten. De Nederlandse inzet is in eerste instantie gericht op de spoedige totstandkoming van de richtlijn. Als de Raad tot de conclusie komt dat de mogelijkheid bestaat om op basis van de door het Belgische Voorzitterschap beschreven algemene beginselen overeenstemming te bereiken over een Europese
energiebelastingrichtlijn, dan is de Nederlandse inzet er op gericht om deze overeenstemming op zn laatst op 31 december 2002 te bereiken. Als de Raad nu tot de conclusie komt dat geen mogelijkheid bestaat om op basis van de door het Belgische Voorzitterschap beschreven algemene beginselen overeenstemming te bereiken over een Europese energiebelastingrichtlijn, dan zal Nederland zich voorstander betuigen van het opstarten van de procedure van de versterkte samenwerking.

(eventueel) BTW elektronische handel
document: FISC 242 en FISC 247
aard bespreking: (evt) juridische vaststelling van de richtlijn tot wijziging van richtlijn 77/388 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de terzake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de BTW (A-punt) besluitvormingsprocedure: n.v.t.

toelichting:
Onder het Belgisch voorzitterschap is met een aangepast richtlijnvoorstel facturering en elektronische facturen zodanig voortgang geboekt dat de richtlijn als A-punt ter beslissing aan de Ecofin Raad zal worden voorgelegd. Eén lidstaat heeft nog wel een parlementair voorbehoud gemaakt. Twee lidstaten hebben een taalvoorbehoud gemaakt. Oostenrijk heeft zich het recht voorbehouden om aan de Raad een unilaterale verklaring inzake het nieuwe factuurvereistenartikel voor te leggen. Deze verklaring zal waarschijnlijk inhouden dat Oostenrijk toestemming wil voor een uitbreiding van de factuurvereisten in het kader van maatregelen ter bestrijding van de BTW-fraude in Oostenrijk.

De voorgestelde richtlijn is na intensieve onderhandelingen tot stand gekomen. Het resultaat van deze besprekingen houdt in dat de regels voor de factureringsverplichting en de factuurvereisten voor de BTW worden geharmoniseerd en dat voortaan ook bepaalde elektronische facturen als factuur moeten worden aangemerkt. Voorts is de opslag van facturen geregeld. In de Raadswerkgroep is bereikt dat het oorspronkelijke richtlijnvoorstel van de Europese Commissie op een aantal punten versoepeld is doordat een aantal factuurvereisten is vervallen (bijv. het verplicht vermelden van de zogenaamde plaats van dienst) en een aantal factuurvereisten is versoepeld. In de richtlijn wordt limitatief opgesomd welke gegevens een factuur moet bevatten: de datum van de uitreiking, een opvolgend nummer, het BTW-identificatienummer van de afnemer bij bepaalde intracommunautaire transacties, de naam, het adres en de woonplaatsgegevens van de leverancier en de afnemer, de hoeveelheid, de aard en de datum van de geleverde prestatie, de maatstaf van heffing, het toegepaste BTW-tarief, een verwijzing naar de margeregeling, de verleggingsregeling of een BTW-vrijstelling als deze van toepassing zijn, en tenslotte het BTW-bedrag.

Belangrijk punt is dat lidstaten voortaan elektronische facturen moeten aanvaarden mits de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan kan worden gewaarborgd door middel van een elektronische handtekening of een systeem van elektronische gegevensuitwisseling (EDI) of een ander systeem dat door de betrokken lidstaat wordt aanvaard. Lidstaten wordt de mogelijkheid geboden met betrekking tot de elektronische handtekening te eisen dat deze wordt gecertificeerd.

Hiernaast is in de richtlijn een aantal bijzonderheden geregeld. Zo bepaalt de richtlijn dat lidstaten voor controledoeleinden kunnen eisen dat de factuur wordt vertaald in hun eigen taal, en in welke gevallen een derde of de afnemer van de leverancier de factuur namens de leverancier kan uitreiken. Voorts krijgen lidstaten de mogelijkheid om te bepalen dat belastingplichtigen geen factuur voor van BTW vrijgestelde prestaties hoeven uit te reiken. Voor enkele zuidelijke lidstaten is de mogelijkheid van een factureringsplicht voor prestaties aan particulieren opgenomen.

Voor Nederland betekent aanvaarding van de richtlijn dat de huidige factuurvereisten van de Wet op de omzetbelasting 1968 met ingang van 1 januari 2004 zullen moeten aangepast. Een aantal eisen is nieuw: bijvoorbeeld de verwijzing naar de margeregeling.

Nederlandse inzet:
Nederland is voor de aanvaarding van deze richtlijn tot wijziging van de zesde BTW richtlijn, omdat dit een stap vooruit betekent in de harmonisatie van de BTW-regels nu de factuurvereisten en het elektronisch factureren worden geharmoniseerd. Met name voor het internationaal opererende bedrijfsleven is sprake van een vereenvoudiging, omdat het niet langer wordt geconfronteerd met per lidstaat sterk variërende vereisten met betrekking tot de factuur.


11. Eurogroep
Voorlopig staan er twee onderwerpen op de agenda van de Eurogroep van 14 december, te weten de evaluatie van het functioneren van de eurogroep en de voorbereidingen van de introductie van de euro.

Evaluatie van het functioneren van de eurogroep Evenals in voorgaande jaren zal aan het einde van het Belgische Voorzitterschap gesproken worden over het functioneren van de Eurogroep en mogelijke verbeteringen die zijn en kunnen worden aangebracht.
Gedurende het Belgische voorzitterschap van de eurogroep is veel aandacht uitgegaan naar de gaandeweg zichtbaar wordende economische afzwakking. Ook is in verschillende vergaderingen aandacht besteed aan structurele hervormingen in de landen van de Euro-zone. Deze versterkte aandacht voor structurele hervormingen kan in de toekomst worden voortgezet. Ook lijkt het nuttig om van gedachten te wisselen over opkomende actuele themas, zoals de invloed van de economische afzwakking op de openbare financiën en de economische gevolgen van de terroristische aanslagen in de VS. Daarbij kan het wenselijk zijn om meer horizontaal naar structurele themas, zoals vergrijzing en belastinghervormingen, te kijken.

Voorbereidingen van de introductie van de euro
In elke vergadering van de Eurogroep dit jaar wordt dit onderwerp geagendeerd. Aan de hand van een maandelijks door de Europese Commissie op te stellen rapportage over de voortgang van de euro-introductie kunnen eventuele aandachtspunten worden besproken in de Eurogroep.


12. Informele Ecofin Raad
Voor de informele Ecofin Raad van 14 december staan vooralsnog de volgende punten op de agenda:

12.1. Economische en financiële situatie
Voorlopige cijfers voor de maand november wijzen voor de Eurozone op een blijvend dalende inflatie. Bedroeg de inflatie in oktober nog 2,4% op jaarbasis, voor november wordt op basis van een voorlopige schatting een daling voorzien tot 2,1%. De eerder door de ECB geuite verwachting dat in 2002 een HICP-inflatie tot onder de 2% zal dalen, lijkt daarmee uit te komen. Met het oog op de dalende inflatiedruk op middellange termijn heeft de ECB op donderdag 8 november besloten om de rente te verlagen.

Binnen de eurozone zijn duidelijke verschillen in groei waarneembaar. Terwijl de economie in Duitsland met 0,1% kromp in het derde kwartaal, en in Nederland met 0,4%, trok de groei in Frankrijk (plus 0,5%) en Italië
(plus 0,2%) ten opzichte van het tweede kwartaal weer aan. Het eurogebied als geheel is na een magere groei van 0,1% in het tweede kwartaal in het derde kwartaal wederom met slechts 0,1% gegroeid. De eurozone lijkt daarmee aan een (technische) recessie te ontkomen. Terwijl de Europese Commissie er vooralsnog vanuit gaat dat de eurozone niet in een recessie zal terechtkomen, voorspelt ze voor het vierde kwartaal wel een krimp van 0,2% (op kwartaalbasis). OESO, IMF en Europese Commissie verwachten een economisch herstel in de eurozone in de tweede helft van 2002. Hiervoor is echter een toename van het vertrouwen van consumenten en ondernemers cruciaal. Omdat vertrouwensindicatoren kwetsbaar blijven voor negatieve externe gebeurtenissen zijn groeiprojecties met grote onzekerheid omgeven. Het herstel dat de Europese Commissie vanaf de tweede helft van 2002 voorspelt verloopt in de eurozone min of meer synchroon met dat in de VS.

In het eurogebied laten alle landen hun automatische stabilisatoren geheel of gedeeltelijk werken.
In een aantal landen laten zowel het feitelijke als ook het conjunctuurgeschoonde begrotingssaldo een duidelijke verslechtering zien. Volgens de ramingen van de Europese Commissie zullen de begrotingstekorten van enkele landen in 2001 en 2002 boven de 2% liggen, zonder de referentiewaarde van 3% te bereiken.

12.2. Integratie van de Europese financiële diensten De maatregelen uit het Actieplan financiële diensten beogen de Europese financiële markten sneller te integreren. Een geïntegreerde Europese financiële markt kan beter de concurrentie aan met bijvoorbeeld die in de VS. Nederland heeft steeds steun uitgesproken voor het Actieplan financiële diensten. Nederland kan waardering uitspreken over de inzet van de Europese Commissie en het Belgisch voorzitterschap om voortgang te boeken.

12.3. Globalisering en ontwikkeling

13. Zie agenda Ecofin Raad van 13 december.
Rol van de euro in de internationale financiële markten Dit onderwerp heeft al eerder op de agenda van de Eurogroep gestaan. Sinds de introductie neemt de euro in termen van het internationale gebruik de tweede plaats in na de dollar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit gegevens van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) over de markt voor internationale schuldtitels, waar de euro in 2000 na de dollar de meest gebruikte valuta voor het uitgeven van dergelijke titels was. In 1999 was de euro zelfs de meest gehanteerde valuta op deze markt. Ook wat betreft het aandeel in de officiële valuta-reserves neemt de euro de tweede plaats in. De ECB acht de internationale rol van de euro geen beleidsdoelstelling, maar wil de ontwikkelingen wel nadrukkelijk blijven volgen. De ECB heeft eerder toegezegd in zijn publicaties aandacht te besteden aan de ontwikkelingen in de internationale rol van de euro.

Woordvoerder: Drs. S.A.E. Schrover
telnr.: 070-3427140

06 dec 01 18:40