7 december 2001 Nr. 01/208
Bijstandsuitkeringen, IOAW- en IOAZ-grondslagen en WIK-uitkeringen per
1 januari 2002
De bijstandsuitkeringen, de IOAW- en IOAZ-grondslagen en de
uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK)
worden per 1 januari 2002 verhoogd. Dit is het gevolg van de
aanpassing van het wettelijk minimumloon en de sociale uitkeringen aan
de ontwikkeling van de lonen. Het netto bijstandsbedrag voor gehuwden
en ongehuwd samenwonenden gaat per 1 januari 2002 met 32,15 ( 70,84)
per maand omhoog.
De Algemene bijstandswet kent landelijke normbedragen voor mensen van
21 tot 65 jaar, voor mensen die 65 jaar of ouder zijn, voor gehuwden
of ongehuwd samenwonenden, alleenstaande ouders en alleenstaanden.
Voor elk van deze groepen geldt een apart bedrag. Voor gehuwden en
ongehuwd samenwonenden tussen de 21 en 65 jaar is dat 100 procent van
het netto minimumloon, voor alleenstaande ouders tussen de 21 en 65
jaar 70 procent en voor alleenstaanden tussen de 21 en 65 jaar 50
procent. Het uitgangspunt bij de norm voor deze categorieën
alleenstaande ouders en alleenstaanden is dat de (woon-) kosten met
anderen kunnen worden gedeeld. Is dat niet of slechts gedeeltelijk het
geval, dan kan de gemeente een toeslag geven van maximaal 20 procent
van het netto minimumloon. De normbedragen voor mensen van 65 jaar of
ouder zijn gelijk aan de netto AOW-bedragen. Voor hen geldt geen
aparte toeslagenregeling.
Sinds 1 januari 2001 hebben bepaalde categorieën bijstandsgerechtigden
recht op een voorlopige teruggaaf van de Belastingdienst. Deze moet
door de bijstandsgerechtigde zelf worden aangevraagd. De gemeente
houdt bij de bepaling van de hoogte van de bijstandsuitkering rekening
met deze voorlopige teruggaaf. Het inkomen van die belanghebbende
bestaat in die gevallen dus uit twee delen: een deel van de Sociale
Dienst en een deel van de Belastingdienst.
Normbedragen voor mensen van 21 jaar tot 65 jaar die een uitkering
krijgen op grond van de Algemene bijstandswet
bedragen in euro's (bedragen in guldens) Gehuwden of ongehuwd samenwonenden per maand 1047,02 ( 2.307,32) vakantie- uitkering 52,79 ( 116,34) totaal 1099,81 ( 2.423,66) Alleenstaande ouders per maand 732,92 ( 1.615,13) vakantie- uitkering 36,95 ( 81,44) totaal 769,87 ( 1.696,57) Alleenstaanden per maand 523,51 ( 1.153,67) vakantie- uitkering 26,40 ( 58,17) totaal 549,91 ( 1.211,84) Maximale toeslag voor mensen van 21 jaar tot 65 jaar: Alleenstaande ouders en alleenstaanden per maand 209,40 ( 461,46) vakantie- uitkering 10,56 ( 23,27) totaal 219,96 ( 484,73) Normbedragen voor mensen van 65 jaar of ouder: Gehuwden en ongehuwd samenwonenden - Beide partners 65 jaar of ouder per maand 1093,60 ( 2.409,98) vakantie- uitkering 55,14 ( 121,51) totaal 1148,74 ( 2.531,49) - Een partner jonger dan 65 jaar per maand 1102,61 ( 2.429,83) vakantie- uitkering 55,59 ( 122,51) totaal 1158,20 ( 2.552,34) Alleenstaande ouders per maand 985,55 ( 2.171,86) vakantie- uitkering 49,69 ( 109,51) totaal 1035,24 ( 2.281,37) Alleenstaanden per maand 776,16 ( 1.710,42) vakantie- uitkering 39,13 ( 86,24) totaal 815,29 ( 1.796,66) Normbedragen voor mensen jonger dan 21 jaar die een uitkering krijgen op grond van de Algemene bijstandswet: Gehuwden en ongehuwd samenwonenden - Beide partners jonger dan 21 jaar per maand 361,84 ( 797,39) vakantie- uitkering 18,24 ( 40,20) totaal 380,08 ( 837,59) - Een partner jonger dan 21 jaar per maand 704,43 ( 1.552,37) vakantie- uitkering 35,52 ( 78,27) totaal 739,95 ( 1.630,64) Alleenstaanden per maand 180,92 ( 398,70) vakantie- uitkering 9,12 ( 20,10) totaal 190,04 ( 418,80) Voor mensen jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen die tot hun last komen, gelden hogere bedragen: Gehuwden en ongehuwd samenwonenden - Beide partners jonger dan 21 jaar per maand 571,24 ( 1.258,84) vakantie- uitkering 28,80 ( 63,47) totaal 600,04 ( 1.322,31) - Een partner jonger dan 21 jaar per maand 913,83 ( 2.013,82) vakantie- uitkering 46,08 ( 101,54) totaal 959,91 ( 2.115,36) Alleenstaande ouders per maand 390,32 ( 860,15) vakantie- uitkering 19,68 ( 43,37) totaal 410,00 ( 903,52) Eigen vermogen Niet al het spaargeld behoeft te worden aangesproken, voordat men voor bijstand in aanmerking komt. Het vrij te laten vermogen is: voor gezinnen 9.640,00 ( 21.243,76) voor alleenstaanden 4.820,00 ( 10.621,88) Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating. Bij hen wordt van het vermogen in het huis namelijk nog eens 6.807,- ( 15.000,-) volledig vrijgelaten en van het meerdere de helft. De totale vermogensvrijlating is begrensd tot 36.867,00 ( 81.244,18) voor gezinnen en tot 32.047,00 ( 70.622,29) voor alleenstaanden. Ziekenfonds-/ ziektekostenpremie Wie verplicht verzekerd is bij een ziekenfonds moet van zijn/haar uitkering de nominale ziekenfondspremie betalen. Wie niet verplicht verzekerd is, ontvangt bij het normbedrag een vergoeding voor de betaling van een particuliere ziektekostenverzekering, die dezelfde risico's dekt als de verplichte ziekenfondsverzekering. De vergoeding wordt verminderd met het bedrag dat een verplicht verzekerde in dezelfde omstandigheden als nominale premie aan het ziekenfonds moet betalen. IOAW en IOAZ De IOAW is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De IOAW geldt, nadat de uitkeringsperiode voor de Werkloosheidswet inclusief de vervolguitkering is verstreken. Voor de IOAZ komen mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) in aanmerking die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moeten beëindigen. De bruto grondslag bedraagt voor: Gehuwde en ongehuwde partners die beide 21 jaar of ouder zijn per maand 1.191,92 ( 2.626,64) vakantie- uitkering 95,36 ( 210,15) totaal 1.287,28 ( 2.836,79) Alleenstaanden van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen per maand 1.077,05 ( 2.373,51) vakantie- uitkering 86,16 ( 189,87) totaal 1.163,21 ( 2.563,38) Alleenstaanden - vanaf 23 jaar per maand 915,67 ( 2.017,87) vakantie- uitkering 73,25 ( 161,42) totaal 988,92 ( 2.179,29) - van 22 jaar per maand 718,42 ( 1.583,19) vakantie- uitkering 57,47 ( 126,65) totaal 775,89 ( 1.709,84) - van 21 jaar per maand 606,73 ( 1.337,06) vakantie- uitkering 48,54 ( 106,97) totaal 655,27 ( 1.444,03) Voor mensen onder de 21 jaar gelden lagere bedragen. Op de grondslagen worden de bruto inkomsten uit of in verband met arbeid van de werkloze of zelfstandige en zijn of haar partner in mindering gebracht. In tegenstelling tot de bijstandswet wordt geen rekening gehouden met andere inkomsten en met vermogen. Alleen bij de IOAZ wordt van vermogens boven de 105.936,- ( 233.452,22) een inkomen van 4 procent van dat meerdere verondersteld. Wet inkomensvoorziening kunstenaars Een uitkering op grond van de WIK bedraagt voor alleenstaande kunstenaars 70 procent van de landelijke bijstandsnorm, inclusief de maximale toeslag voor een alleenstaande. Alleenstaande ouders en gehuwden of ongehuwd samenwonenden krijgen een iets hoger percentage. De uitkering bedraagt voor: Alleenstaanden Per maand 513,04 ( 1.130,60) vakantie- uitkering 25,87 ( 57,00) totaal 538,91 ( 1.187,60) Alleenstaande ouders Per maand 722,44 ( 1.592,06) vakantie- uitkering 36,43 ( 80,27) totaal 758,87 ( 1.672,33) Gehuwden en ongehuwd samenwonenden Per maand 827,15 ( 1.822,78) vakantie- uitkering 41,70 ( 91,91) totaal 868,85 ( 1.914,69)