Ministerie van Algemene Zaken

M I N I S T E R I E V A N A L G E M E N E Z A K E N

Kabinet van de Minister-President

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag

Kenmerk: 01M421730 's-Gravenhage, 7 december 2001

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid van uw Kamer, mevrouw dr. A.C. Kant (SP), mij toegezonden met uw brief van 5 december 2001, kenmerk: 2010203170.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage - Binnenhof 20 - Tel. (070) 356 41 00 - Fax (070) 356 46 83




- 2 -

Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister-president over de heer Zorreguieta (ingezonden 4 december 2001)


1. Wat is uw reactie op de nieuwe inzichten ­ op basis van het boek `Het leven van Zorreguieta'- dat de heer Zorreguieta meer wist van de verdwijningen onder het militaire regime van Videla dan hij in zijn officiële verklaring heeft vastgelegd? *


2. Hoe duidt u de opmerking van de heer Zorreguieta: "Ik ben toch niet op mijn achterhoofd gevallen. Als ik zou toegeven dat ik er wel van wist, zou ik mijzelf als medeplichtig verklaren"? *


3. Welke gevolgen hebben deze nieuwe inzichten en de uitspraak volgens u voor de geloofwaardigheid van de officiële verklaring van de heer Zorreguieta?


4. Wie heeft de heer Zorreguieta gemaand tot zwijgen en waarom?

5. Wat is uw mening over het feit dat ons Koningshuis gelieerd wordt aan een familie waarvan nu duidelijk is dat het hoofd geweten heeft van de misdaden van het regime Videla en desalniettemin tot het einde toe hiervan deel is blijven uitmaken?


6. Wat is uw mening over de opvatting van de heer Zorreguieta, - met betrekking tot de vermissingen dat er meer te voorschijn zijn gekomen dan verdwenen? ­ over de moeders van de Plaza de Mayo, die hij de moeders van de terroristen noemt?


7. Geeft de combinatie van dit soort opvattingen ­ en verschillende andere in het boek ­ met de opmerking "Alex begrijpt mij" daarbij doelend op de kroonprins ­ niet aan dat de al bestaande en komende band tussen het Koningshuis en deze man permanent tot discussie kan leiden; bijvoorbeeld omdat het, zoals in dit geval, vragen oproept over de opvatting van de Kroonprins?


8. Is het niet gewenst ­ gezien uw eerdere uitspraak dat rekening gehouden moet worden met de gevoelens van nabestaanden ­ dat u deze uitspraken verwerpt of op zijn minst tegenspreekt; opdat er gen misverstand kan ontstaan waar de Nederlandse regering staat, omdat het onweersproken blijft?


* M Magazine NRC, 1 december jl.
Het leven van Zorreguieta, Een biografische schets, Thielen

Ministerie van Algemene Zaken - Binnenhof 20 - Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage




- 3 -


* Antwoorden op de vragen van mevrouw Kant (SP) d.d. 5 december 2001
nr. 2010203170
---

1/2/3/6/8 Van de aangehaalde opmerkingen heb ik kennis genomen. Zij komen uitsluitend voor rekening van degene uit wiens mond zij zijn opgetekend, althans voor zover zij door betrokkene zijn geautoriseerd.

4. Een verzoek aan de heer Zorreguieta om te zwijgen is door of namens de regering niet gedaan.

5. Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar hetgeen hierboven is geantwoord en naar mijn inbreng bij de parlementaire behandeling van de aankondiging van de verloving (Handelingen TK 2000/2001, p. 4435-4451) en de toestemmingswet voor het huwelijk (Kamerstukken VV 2000/2001, 9 (R 1684); Handelingen VV 2000/2001, 24-27).

7. Voor openbare uitspraken van leden van het koninklijk huis die het openbaar belang raken, geldt de ministeriële verantwoordelijkheid. Dit is hier niet aan de orde.

Ministerie van Algemene Zaken - Binnenhof 20 - Postbus 20001 - 2500 EA 's-Gravenhage