Ministerie van Financien

Persbericht

No01/328
Den Haag 7 december 2001

Antwoorden van de staatssecretaris van financiën van het lid van de Tweede Kamer ders Staten-Generaal de Wit over Rekeningenproject.


1. Vragen

1.
Kent u het bericht over onderzoek door de Belastingdienst naar tegoeden van Nederlanders bij banken in het buitenland? Is het waar dat een dergelijk onderzoek wordt ingesteld?


2.
Kunt u verduidelijken op welke manier de Belastingdienst is gekomen aan de voor deze onderzoeken benodigde gegevens? Zijn deze ontvangen van "de Belgische Autoriteiten"? Zo ja, welke autoriteiten zijn dat dan?


3.
Betreft het gegevens afkomstig van een diefstal bij de Kredietbank S.A. Luxembourgoise (KBL) in 1994 of van een diefstal van meer recente datum? Of sluit u uit dat het van diefstal afkomstige gegevens zijn?


2. Antwoorden

1.
Ja.
Het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst zijn een gezamenlijk project gestart waarbij de Belastingdienst onderzoekt of de genoten rente over de saldi van door een groot aantal Nederlanders aangehouden buitenlandse bankrekeningen fiscaal is verantwoord. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal worden bezien welke zaken strafrechtelijk en welke zaken bestuursrechtelijk (fiscaal) zullen worden afgedaan.


2 en 3.
De gegevens zijn spontaan verstrekt door onder andere de centrale administratie van de bijzondere belastinginspectie van het Belgische ministerie van Financiën. De verstrekking van deze gegevens heeft plaats gevonden op basis van de EG-Richtlijn van 19 december 1977 inzake de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en indirecte belastingen (77/799/EEG). De bovengenoemde centrale administratie is de bevoegde autoriteit in de zin van deze Richtlijn. In het belang van het lopende onderzoek kunnen verder geen medelingen worden gedaan.