CBS

Inflatie neemt in november verder af

De inflatie in Nederland is in november 0,1 procentpunt afgenomen en komt nu uit op 4,2 procent. Dit is de laagste inflatiecijfer sinds januari. Zo blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Het Europees geharmoniseerde inflatiecijfer voor Nederland is met 0,2 procentpunt gedaald en komt in november uit op 4,8 procent.

Laagste inflatie sinds januari
In november is de inflatie voor de tweede achtereenvolgende maand gedaald. De inflatie komt nu uit op 4,2 procent. Dit is gelijk aan het januaricijfer en daarmee het laagste van dit jaar. De lichte daling in november volgt op een forse daling in oktober van 4,7% naar 4,3%. Een daling van de inflatie met 0,5 procentpunt in twee maanden is sinds oktober 1999 niet meer voorgekomen. De daling van de inflatie in november is vooral veroorzaakt door lagere prijzen van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken en van autobrandstoffen.

Prijzen in november licht gedaald
Tussen oktober en november 2001 zijn de consumentenprijzen gemiddeld 0,2 procent gedaald. In voorgaande jaren bleven de prijzen in november ten opzichte van oktober steeds vrijwel ongewijzigd. Er zijn lagere prijzen gemeten voor voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken. Vooral vers fruit en koffie werden goedkoper. Ook de prijs van autobrandstoffen ging omlaag. Verder zijn vakantieaccommodaties en kleding licht in prijs gedaald, maar dat is gebruikelijk voor de tijd van het jaar. Het CBS heeft daarentegen prijsstijgingen geregistreerd bij verzekeringen, zuivelproducten, bloemen en planten.

Afgeleide consumentenprijsindex
De afgeleide index voor werknemersgezinnen met een laag inkomen ligt in november gemiddeld 3,2 procent hoger dan een jaar eerder. Dat is 0,1 procentpunt lager dan in oktober. Deze index wordt vaak gebruikt voor het aanpassen van overheidstarieven, CAO's en andere contracten. In de afgeleide index zijn de effecten van onder andere de verhoging van de BTW en de ecotaks van afgelopen januari niet meegenomen.

Nederlandse inflatie blijft ruim boven Europees gemiddelde Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen, maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor Nederland. Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. In november 2001 is de inflatie in Nederland volgens de geharmoniseerde index met 0,2 procentpunt gedaald naar 4,8 procent. Eurostat heeft op 30 november een raming gepubliceerd van de inflatie in de Eurozone in november. Deze raming komt uit op 2,1 procent. Dit is 0,3 procentpunt lager dan in oktober en de laagste uitkomst voor de Eurozone sinds mei vorig jaar. In de afgelopen twee maanden is de inflatie in Nederland volgens de Europese maatstaven met een half procentpunt gedaald. Deze daling gaat samen met een algemene inflatiedaling in de gehele Eurozone. In oktober had Nederland nog steeds het hoogste inflatiecijfer van de Europese Unie. De uitkomsten over november voor de landen van de Eurozone en van de Europese Unie zullen op 18 december door Eurostat worden gepubliceerd.

Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit in 1995 gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Zie hiervoor ook de persmededeling 'Geharmoniseerde Index van Consumentenprijzen' van 7 maart 1997. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. Het belangrijkste verschil tussen de geharmoniseerde index en de nationale consumentenprijsindex betreft de consumptiepakketten waarop zij betrekking hebben. Wonen in een eigen huis (huurwaarde), consumptiegebonden belastingen (onroerendezaakbelasting, motorrijtuigenbelasting e.d.) en contributies aan sportverenigingen, maatschappelijke organisaties e.d. worden bijvoorbeeld wel meegenomen in de nationale index, maar niet in de geharmoniseerde. Anderzijds is in de geharmoniseerde index een groter deel van de kosten van de gezondheidszorg inbegrepen dan in de nationale index. Een ander verschil tussen beide indices is dat in de nationale index de prijsstijgingen van de particuliere consumptie van Nederlanders in het buitenland wordt meegenomen. Daarentegen weegt in de geharmoniseerde index de particuliere consumptie van buitenlanders in Nederland mee. De dekking van de geharmoniseerde index is zowel per januari 2000 als per januari 2001 uitgebreid. Deze uitbreidingen zijn toegelicht in de persberichten van 11 februari 2000 en van 9 februari 2001. In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. De consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag inkomen is gebaseerd op het pakket goederen en diensten dat in 1995 werd aangeschaft door werknemersgezinnen met een bruto gezinsinkomen beneden de mediaan van de inkomensverdeling van de werknemersgezinnen.