Kostenvergoeding van lassers, pijpfitters en
ijzerwerkers
Belastingdienst/Centrum voor proces- en
productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en
vermogen
Besluit van 5 december 2001, nr. CPP2001/2134M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Dit besluit is een herziene versie van het besluit van 27 februari 1998, nr. DON-LB7/378. Het besluit is herzien in verband met de omzetting van guldensbedragen in eurobedragen per 1 januari 2002 en bevat geen inhoudelijke wijzigingen, wel zijn er enkele redactionele wijzigingen aangebracht.
De Belastingdienst heeft onderzoeken verricht met betrekking tot kostenvergoedingen van lassers, pijpfitters en ijzerwerkers die op wisselende locaties bij opdrachtgevers werkzaamheden verrichten.
De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen ook in de toekomst van belang zijn bij de vaststelling en toetsing van de onderhavige vergoedingen.
Bij de onderzoeken is het volgende geconstateerd.
- In veel gevallen ontvingen de werknemers een
vaste kostenvergoeding voor werkkleding, werkschoenen
en gereedschap. Voor een vrije vergoeding bleek
doorgaans geen ruimte te bestaan omdat de
desbetreffende opdrachtgever werkkleding, werkschoenen
en gereedschap in natura verstrekte of ter beschikking
stelde.
- In de gevallen waarin geen of slechts
incidenteel verstrekkingen in natura plaatsvonden
bleken vrije vergoedingen tot de volgende bedragen
onbelast te kunnen worden verstrekt:
Gemiddeld bedrag Hoogste bedrag
per dag per dag
---
werkschoenen ¤ 0,16 ¤ 0,23
werkkleding ¤ 0,48 ¤ 0,68
(inclusief wassen)
gereedschap ¤ 0,19 ¤ 0,64
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari
2002.
Vervallen besluit
Het besluit van 27 februari 1998, nr. DON-LB 7/378
vervalt per 1 januari 2002.
| In
Favorieten
plaatsen |