Ministerie van Algemene Zaken


1red10299
2001-12-07, NOS, Gesprek met de minister-president, N.3, 22.55 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER JORGE ZORREGUIETA EN DE TOESTAND IN ISRAËL


- ZORREGUIETA -

WITTEMAN:
Heeft u op enig moment invloed uitgeoefend, druk uitgeoefend op de vader van Máxima Zorreguieta om zijn mond te houden?

KOK:
Nee, waarom zou ik? Ik heb natuurlijk om te beginnen nooit contact met hem gehad. Dat is ook niet nodig. Er zijn gesprekken geweest, dat is ook bekend, in het begin van dit jaar voor de aankondiging van de verloving, van de heer Van der Stoel in opdracht van de regering, op verzoek van mij. Dat heeft dan ook tot die getekende verklaring van de heer Zorreguieta geleid.

WITTEMAN:
Heeft meneer Van der Stoel er toen niet namens u bij gezegd: "En bij de verklaring zou u het nou maar moeten houden en daar verder over zwijgen."?

KOK:
Nee, helemaal niet. Zorreguieta is meester van zijn eigen woorden en natuurlijk ook verantwoordelijk voor zijn eigen verleden. Het is echt ook een kwestie van kiezen voor hemzelf of hij dat belangrijk vindt om daarover uit te weiden. Ik begrijp dat de journalist die dat boek heeft geschreven, Jan Thielen, er ook wel in geslaagd is om een bepaalde verstandhouding met Zorreguieta op te bouwen. Dat begrijp ik tenminste ook uit toelichtingen die hij gegeven heeft.

WITTEMAN:
In gesprekken heeft hij dus door laten schemeren dat weldegelijk vanuit de zijde van de regering druk op hem is uitgeoefend om zijn mond te houden?

KOK:
Nee, dat is niet waar.

WITTEMAN:
Dus hij jokt?

KOK:
Ik kan dat verder niet beoordelen. Ik weet ook helemaal niet of datgene wat Thielen in dat boek heeft geschreven, ook weer door hem is geautoriseerd. U weet: toeschrijvingen aan iets wat gezegd zou zijn worden niet altijd gecontroleerd bij de betrokkenen. Daar ga ik ook niet over. Ik spreek ook niet voor de heer Zorreguieta. Ik zeg alleen, dat heb ik vandaag ook aan de Kamer geantwoord, er is door of namens de regering niet tegen hem gezegd of te verstaan gegeven: "U zou maar beter over uw verleden kunnen zwijgen."



WITTEMAN:
Vindt u dat hij beter over zijn verleden zou kunnen zwijgen?

KOK:
Nee, natuurlijk niet, want er kunnen ook tal van aanleidingen zijn, hij is nu niet meer de jongste, waarmee hij gewoon op de een of andere manier wordt gevraagd om zich verder te verklaren. Het is toch een vrij man? We praten over democratie. We praten over een periode van onderdrukking toen in Argentinië. We praten nu over onze vrije samenleving, de waarde van democratie en mensenrechten. Dus er is geen enkel belang, nooit geweest en ook nu niet, om op de een of andere manier te indiceren van: meneer Zorreguieta, houd uw mond. Het is echt aan hem zelf en het is ook aan hem zelf om de wijsheid daarvan te beoordelen of de opportuniteit daarvan, om over het verleden te spreken.

WITTEMAN:
Nog een citaat uit het boek waarin hij zegt, het betreft hier de Kroonprins: "Alex begrijpt mij." Uit de context zou je kunnen verstaan dat de Kroonprins begrip heeft voor de rol die Zorreguieta destijds in dat regime heeft gevoerd. Heeft u daar nog geïnformeerd wat daar dan precies de diepere betekenis van is?

KOK:
Nee, ik heb geen enkele aanleiding om naar de diepere betekenis daarvan te informeren. Ik kan me bij allerlei dingen van alles voorstellen hoe iemand ook misschien de neiging heeft in uitlatingen tegenover journalisten dit soort verwijzingen te doen, maar hij is geen lid van het Huis, valt niet onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Ik weet niet hoe die citaten in het boek van de heer Thielen tot stand zijn gekomen, of hij daar nu wel of niet zijn fiat aan gegeven heeft. Dan weet ik trouwens vervolgens nog niet hoe dat tussen onze Kroonprins en zijn aanstaande schoonvader allemaal ligt. Ik heb ook geen enkele behoefte om me daarin te verdiepen of me daarmee bezig te houden. Wat mij betreft is dit een zaak die volledig buiten mijn bemoeienis en verantwoordelijkheid valt.

WITTEMAN:
Weet u waar de vader van Máxima Zorreguieta is op de dag van het huwelijk?

KOK:
Geen flauw idee en het interesseert me ook niet.


- ISRAËL -

WITTEMAN:
Er is vandaag in het kabinet gesproken over de ernstige situatie in Israël. Ik kan me herinneren dat u persoonlijk heel erg betrokken was bij wat Rabin destijds toen hij nog leefde probeerde tot stand te brengen aan vrede. Daar is het wel heel erg ver weg van geraakt. Raakt u dat persoonlijk ook nog en heeft u nog enige hoop dat dat ooit nog iets wordt daar?

KOK:
Het doet pijn. Het doet meer dan pijn. Ik vind het vreselijk wat daar gebeurt omdat je onschuldige mensen in Israël, in Jeruzalem, in Haifa, vermoord ziet worden door kille



zelfmoordterroristen. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar, ontoelaatbaar dat dat gebeurt. Tegelijkertijd zie je hoe die geweldescalatie zich voortzet. Er moesten en moeten antwoorden worden gegeven, ook richting Arafat. Arafat moet zijn verantwoordelijkheid beter waarmaken dan hij de afgelopen tijd heeft waargemaakt.

WITTEMAN:
Zou hij dat kunnen? Altijd als er zo'n aanslag is geweest komt er een communiqué van Israël waarin staat dat Arafat daarvoor verantwoordelijk wordt gehouden. Het kan toch heel goed dat die man daar niets aan kan doen?

KOK:
In directe zin kan dat, in indirecte zin en politieke zin is er natuurlijk alle reden van de wereld om als president van de Palestijnse Autoriteit inderdaad ook je autoriteit, je gezag, je verantwoordelijkheid beter tot gelding te brengen. U ziet ook uit de reactie van de dagen daarna toen hij te verstaan heeft gekregen dat hij een aantal dingen scherper moet gaan doen, dat hij ook mensen huisarrest heeft gegeven, mensen is gaan oppakken.

WITTEMAN:
U zegt: "Dat had hij eerder moeten doen"?

KOK:
Ja, en naar mijn gevoel heeft hij ook op dit moment nog niet alles gedaan als het gaat om het oppakken van echt de zware jongens daar, die dus ook bovenop de `hitlist' van de Israëli's en van anderen staan. Hij moet leveren. Tegelijkertijd zeg ik erbij dat Israël dan ook in hem moet willen blijven investeren.

WITTEMAN:
Die indruk bestaat niet. De indruk bestaat dat ze hem liever weg willen hebben.

KOK:
Dat is verschillend over wie je spreekt. Premier Sharon wekt inderdaad niet die indruk. Kijkt u naar zijn uitspraken van de afgelopen dagen. Je kunt bij de woorden van Bush over Bin Laden bijna hier en daar een paar woorden veranderen en dan is het Arafat en degenen die dus ook met zijn organisaties en de Palestijnse beweging verantwoordelijk is voor alle vormen van terrorisme.

WITTEMAN:
Vindt u dat een passende vergelijking?

KOK:
Ik vind het levensgevaarlijk, zeker als daarbij wordt gezegd: "Het een zodanige sta in de weg. Hij zou eigenlijk moeten worden geëlimineerd." Dat is een soort vrijbrief op: ruim Arafat maar op. Arafat is een hoofdrolspeler in het proces. Hij moet met de grootst mogelijke kracht te horen krijgen, en dat gebeurt ook, wat hij moet doen. Ook vanuit Europa. Volgens mij moeten we thans niet de fout maken, we spreken over Europa, ook wij in Nederland, aan de verleiding bloot te geven: zijn we nu voor de een of zijn we voor de ander. Dat is natuurlijk heel voor de hand liggend. Ben je voor de Palestijnen of ben je voor de Israëli's.



WITTEMAN:
Er zijn ook Kamerleden die er bij u op aandringen om wat meer partij te kiezen en wat meer afstand te nemen?

KOK:
Wij zijn voor vrede en om die vrede te bereiken zullen we dus banden niet moeten afsnijden, ook sociale en economische banden niet. Niet de hele boel droogleggen daar. Als ik zie hoe politiebureaus zijn gebombardeerd, hoe vliegvelden kapot zijn geschoten. De onderliggende factoren in het Midden Oosten moeten natuurlijk niet worden verwaarloosd. Één van die onderliggende factoren is dat Palestijnen in een bijzonder uitzichtloze situatie verkeren gelet op de positie rondom de bezette gebieden. Daarom zal er een evenwichtige en tijd- en energievragende inspanning nodig zijn om partijen, beide partijen weer op het spoor te krijgen. De grote vraag is: kunnen ze dat nog zelf?

WITTEMAN:
U heeft het over partijen, maar je kunt ook `de leiders' zeggen?

KOK:
Natuurlijk.

WITTEMAN:
Dus het kan ook een personenkwestie zijn. Misschien zijn mensen als Sharon en we hadden het net over Arafat, niet in staat om met elkaar dat tot stand te brengen?

KOK:
Als het in Israël over personen en partijen gaat dan zijn er ook nog meerdere die daar een rol vervullen. Ik denk niet dat Nederland en Europa zich in de binnenlandse politieke verhoudingen moeten mengen, maar je ziet dus wel dat de Arbeidspartij nu ook in een cruciale strategische positie komt te verkeren.

WITTEMAN:
Vindt u het terecht dat uw geestgenoot bij de regering blijft?

KOK:
De Arbeidspartij gaat op 17 december beslissen.

WITTEMAN:
Wat zou u vinden dat ze zouden moeten doen?

KOK:
Ik doe daar geen publieke uitspraken over. Ik geef er ook geen adviezen over. Ik ben ook niet in de positie dat te mogen en te kunnen doen. Ik zeg alleen dit: "Ook in Israël zal men zich binnen de publieke opinie bewust zijn van het feit dat onaanvaardbare terreurdaden tegen het Israëlische volk met harde hand moeten worden beantwoord." Dat begrijp ik en dat kan ik ook delen. Tegelijkertijd moet men weten dat als men in dat gebied werkelijk ook de weg naar duurzame vrede nog wil gaan, en veel Israëli's zien toch dat die weg nodig is, dan zal men moeten proberen op basis van evenwichtigheid een vervolg tot stand te brengen. Het kan heel goed zijn dat de internationale gemeenschap daar ook een sterkere presentie in moet hebben, ik zou niet zo snel kunnen



zeggen hoe precies, een sterkere dan vandaag het geval is. De grote vraag is natuurlijk: kunnen ze het samen nog aan?

WITTEMAN:
U bedoelt met een sterkere presentie: een rol voor Europa om zich daarmee te bemoeien?

KOK:
Dat zeker. Naast de Amerikanen, niet in plaats van de Amerikanen. Ook in het hele VN- kader breekt het moment aan dat als er niet in de komende uren, dagen doorbraakjes komen, al zijn het maar kleine doorbraakjes, komt het moment natuurlijk dat men zich de vraag moet stellen: laten we dat verder escaleren, laten we die geweldsspiraal nog verder oplopen tot het niet meer te stuiten is? Dat gaat een impact krijgen, niet alleen in het beperkte Midden Oosten, maar ook in het grotere kader van, kijkt u naar Afghanistan, de internationale coalitie, de terroristische beweging, extremisme. De vraag is: krijgt extremisme de komende tijd weer meer, ook door de ontwikkelingen in het Midden Oostenconflict, vaste grond onder de voeten dan men al heeft? Als dat zo is dan zijn de gevolgen niet te overzien. Daarom nu: gezond verstand, evenwicht, vastberadenheid, zeggen waar het op staat. Wat er niet mag, mag niet worden getolereerd. Toch proberen met de hoofdrolspelers in het proces tot zinnen te komen. Het hoofd erbij en zorgen dat die kostbare weg op weg naar dat duurzame vredesproces niet wordt opgeblazen, want dan zijn we allemaal het slachtoffer. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)