ERNST AND YOUNG

'Nederland fiscaal paradijsje voor profvoetballers'

'NEDERLAND IS VOOR PROFVOETBALLERS EEN FISCAAL PARADIJSJE'

Nederland biedt een van de meest aantrekkelijke fiscale klimaten voor beroepsvoetballers. Met name de mogelijkheid om een groot deel van het inkomen onbelast te reserveren in een (pensioen)fonds, zorgt er voor dat ons land in een internationale vergelijking alleen het Verenigd Koninkrijk voor zich laat. Dat blijkt uit een onderzoek van Ernst & Young in samenwerking met de wereldwijde federatie van spelersorganisaties FIFPro. Bij het onderzoek werd gekeken naar de belastingdruk in een twaalftal landen en de (al dan niet) bijzondere fiscale mogelijkheden die in deze landen bestaan. Denemarken, Spanje en Italië komen als laatste uit de bus. De resultaten werden vrijdag jongstleden aan de 39 aangesloten ledenorganisaties tijdens een FIFPro-congres in Parijs gepresenteerd.

'Vanuit fiscaal opzicht kan Nederland de internationale concurrentie met andere voetballanden aan', zegt onderzoekscoördinator Wiebe Brink van Ernst & Young Belastingadviseurs. 'Alleen het Verenigd Koninkrijk biedt een aantrekkelijker belastingmilieu.' Naast een laag tarief voor de inkomstenbelasting (40%) en aantrekkelijke regelingen voor buitenlandse spelers met een beperkt contract, heeft het Verenigd Koninkrijk speciale pensioenarrangementen voor topvoetballers in het leven geroepen. Zij mogen een relatief groot gedeelte van hun inkomen onbelast in een pensioenfonds stoppen, waarmee de belastingdruk op directe inkomsten gespreid en gematigd kan worden.

Uniek pensioenstelsel
Ook de Nederlandse fiscus toont begrip voor de bijzondere loopbaan van topvoetballers. Ten opzichte van 'reguliere' werknemers zullen de meeste beroepsvoetballers op een veel jongere leeftijd, zeg rond hun 35ste levensjaar, een punt achter hun actieve carrière zetten. Nederland vindt het daarom redelijk dat voetballers in kortere tijd de mogelijkheid hebben om hun pensioen op te bouwen, met alle fiscale voordelen van dien. Het internationaal unieke pensioenstelsel dat Nederland voor topvoetballers (en professionele wielrenners) hanteert, behelst dat spelers maximaal de helft van hun inkomen belastingvrij in een pensioenfonds storten. Na de beëindiging van hun voetballoopbaan ontvangen zij periodiek een uitkering uit dit fonds, ter overbrugging van de inkomstenterugval na afloop van hun actieve loopbaan tot het begin van een tweede carrière. Dat leidt tot een aantrekkelijke spreiding van de belastingafdracht en biedt grote voordelen ten opzichte van het jaarlijks bij de fiscus moeten afrekenen over het volle pond van de verdiende inkomsten. Buitenlandse spelers genieten bovendien dikwijls van de fiscale voordelen die de Nederlandse overheid aan alle buitenlandse werknemers gunt. Deze zogenaamde 'expatregeling' kan leiden tot een belastingvrije som van dertig procent van het inkomen.

Hekkensluiters
De Nederlandse pensioenregeling lijkt ook in andere landen navolging te krijgen. Spanje en Denemarken zijn druk doende om een soortgelijk systeem te implementeren, Noorwegen beschikt al over een vergelijkbaar systeem. Niettemin bieden de Denen topvoetballers vooralsnog een weinig attractief klimaat en komen zij in de ranglijst van de twaalf onderzochte landen op de laatste plaats. Dat is vooral te wijten aan het ontbreken van bijzondere fiscale regelingen in combinatie met een hoog tarief inkomstenbelasting. De Deense fiscus biedt alleen een bijzondere aftrekpost voor beroepskosten en een gunstige regeling voor 'expats'. Opvallend genoeg komen ook de voetbalgekke landen Spanje en Italië als hekkensluiters uit de bus, eveneens vanwege de grotendeels gelijke behandeling van profvoetballers ten opzichte van 'normale' beroeps-beoefenaren.

Ranglijst (in volgorde van fiscale aantrekkelijkheid)
1. Verenigd Koninkrijk/ Wales/ Schotland (gedeelde 1ste plaats)
2. Nederland

3. Japan

4. België

5. Duitsland

6. Oostenrijk

7. Zwitserland

8. Frankrijk

9. Italië

10. Spanje

11. Denemarken

Algemene conclusie
Bij de vaststelling van de ranglijst scoorden de beste landen hoog vanwege aandacht voor de bijzondere (rechts)positie voor topsporters, met name door het bestaan van pensioenachtige regelingen. Landen die laag op de lijst staan, beschouwen beroepssporters geheel of grotendeels als normale werknemers met normale fiscale verplichtingen en pensioenrechten. Met het oog op de (financiële) ontwikkelingen in het internationale topvoetbal liggen er daarom ongebruikte mogelijkheden voor ambitieuze landen om zich met een topvoetbalvriendelijk fiscaal beleid positief te onderscheiden. Alleen op het gebied van pensioenregelingen wordt er in sommige landen, met Nederland al uitgesproken voorbeeld, een bijzondere regeling getroffen. Vooralsnog zullen profvoetballers dus gebruik (moeten) maken van algemene fiscale voorzieningen, bijvoorbeeld voor buitenlandse werknemers, om hun belastingverplichtingen zo gunstig mogelijk te regelen.