Evenementenbeleid Kop Java-eiland
Evenementenbeleid Kop Java-eiland
1. Inleiding
De kop van het Java-eiland is een uniek stukje Amsterdam. Gelegen
tussen Amsterdam-Noord en het centrum, temidden van de
architectonische hoogstandjes op het Java-eiland zelf, nieuwe
projecten langs de Piet Heinkade, temidden ook van het water met een
wijds uitzicht over het IJ, de oevers daarvan en onder meer op het
centraal station. Uniek misschien ook wel, omdat het nog niet ingevuld
is.
Met diverse instanties en met bewoners, zoals bijvoorbeeld
vertegenwoordigd in de commissie Kopzorgen, is gezocht naar een
invulling die recht doet aan deze unieke locatie. Echter ook een
oproep om stedenbouwkundige ideeën te genereren voor de invulling van
de kop van het Java-eiland heeft niet opgeleverd, wat men hiervan
verwachtte. Dit betekent dat er - behalve de bouw van een hotel naast
de Jan Schaeferbrug - op de middellange termijn niet gebouwd wordt op
de Kop.
In overleg tussen de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zeeburg en de
commissie Kopzorgen is een tijdelijke invulling voor de Kop
ontwikkeld. Dit kwam mede voort uit de wens om ongewenste
ontwikkelingen in het gebied tegen te gaan.
Besloten is om de Kop te vrijwaren van definitieve en langtijdelijke
functies. Het terrein is sober en met een open karakter ingericht,
waarbij de mogelijkheid bestaat er evenementen te organiseren. Een
kaartje van de tijdelijke invulling vindt u in de bijlagen. De
gemeenteraad van Amsterdam heeft het terrein ook als
evenemententerrein aangewezen. Er bestaat binnen Amsterdam behoefte
aan zo een terrein. Voorts zijn zowel de Kop, als sommige evenementen
een visitekaartje voor de stad.
De Kop blijft een grootstedelijk project, maar het beheer en de
beleidsinvulling voor de Kop van het Java-eiland liggen in handen van
het stadsdeel. Samen met bewoners -vertegenwoordigd in een
bewonersbegeleidingscommissie - is invulling gegeven aan de taak, om
tot een beleid te komen, dat gedragen wordt door de buurt.
2. Deelnemers proces
De bevoegdheid voor het verlenen van een evenementenvergunning ligt op
grond van artikel 2.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening bij de
burgemeester. Deze heeft die bevoegdheid echter gemandateerd aan de
voorzitter van het stadsdeel. De stadsdeelvoorzitter beslist derhalve
feitelijk over het al dan niet verlenen van een vergunning voor een
evenement. Afstemming op het beleid van de gemeente Amsterdam is
gewenst.
Dit laat onverlet dat de bewoners van het Oostelijk Havengebied
betrokken zijn bij het opstellen van dit beleid, middels de eerder
aangehaalde bewonersbegeleidingscommissie, alsmede middels een
inspraakavond. Uiteraard kan niet altijd geheel aan een ieders wensen
worden voldaan. De uiteindelijke beslissing ligt bij de
stadsdeelvoorzitter.
Overige betrokken partijen zijn onder meer de politie (handhaving
openbare orde en veiligheid), brandweer (brandveiligheid),
Stadstoezicht (reiniging, parkeerbeheer), Milieudienst Amsterdam
(geluidsbelasting en andere milieugerelateerde zaken). De inbreng en
inzet van deze en andere diensten zal per evenement verschillen.
Uiteraard hebben zij een exemplaar ter commentaar c.q. kennisname van
het beleidsplan ontvangen. De reacties op het beleidsplan zijn
opgenomen in de bijlagen.
3. Regelgeving
Artikel 2.11, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
omschrijft een evenement als volgt:
het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor het publiek
toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg of het openbaar water, met
uitzondering van een manifestatie in de zin van de Wet openbare
manifestaties, een optocht als bedoeld in de APV, een voetbalwedstrijd
in het kader van betaald voetbal en markten als bedoeld in de
Gemeentewet.
Het is verboden om een evenement te houden zonder een vergunning van
de burgemeester. Bij de beoordeling van de aanvraag neemt de
burgemeester de volgende belangen in aanmerking:
a. de mate waarin door het evenement beslag wordt gelegd op de ruimte,
de tijd en de hulpdiensten;
b. het aantal bezoekers dat wordt verwacht;
c. of de aard van het evenement zich verdraagt met het karakter of de
bestemming van de locatie;
d. of er gevaar bestaat voor de openbare orde, gezondheid of
veiligheid, waaronder de brandveiligheid en het belang van het
voorkomen van wanordelijkheden;
e. of er gevaar bestaat voor belemmeringen van het verkeer;
f. of er gevaar bestaat voor een onevenredige belasting van het woon-
of leefklimaat in de omgeving van het evenement;
g. of er gevaar bestaat voor verontreiniging, aantasting van het
uiterlijk aanzien van de stad, beschadiging van groenvoorzieningen of
van voorzieningen voor het openbaar nut;
h. of de organisator voldoende waarborgen biedt of kan bieden voor een
goed verloop van het evenement, gelet op de eerder vermelde belangen;
i. of de organisator voldoende waarborgen biedt om de schade aan het
milieu te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken.
Met het oog op de belangen hierboven kan de burgemeester voorschriften en beperkingen verbinden aan de vergunning. Zoals eerder reeds gesteld, is de bevoegdheid tot het verstrekken van de vergunning gemandateerd aan de voorzitter van het stadsdeel.
Uiteraard moet een evenement ook voldoen aan andere wettelijke
bepalingen voor zover van toepassing, zoals bijvoorbeeld de Drank- en
Horecawet en de Wet milieubeheer.
Voor het plaatsen van tenten en andere objecten is voorts artikel 8.2
van de APV van belang. Dit artikel bepaalt, dat het verboden is om
zonder vergunning stoffen of voorwerpen aan, op, in of boven de weg te
plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten. Middels een
loopbrief langs de betrokken instanties kan hiervoor vergunning worden
verleend. De vergunning wordt geweigerd indien het beoogde gebruik
schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid
ervan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en
onderhoud van de weg. Andere weigeringsgronden zijn afbreuk aan het
uiterlijk aanzien van de openbare ruimte en gevaar, hinder, overlast
of verontreiniging door het voorwerp. De objectvergunningen kunnen
middels de evenementenvergunning worden geregeld.
Ten aanzien van de brandveiligheid geldt de
Brandbeveiligingsverordening Amsterdam 1995. Deze is op 30 januari
1996 overgenomen door Zeeburg. Op basis van deze verordening is de
brandweer gemandateerd om vergunning te verlenen aan inrichtingen en
terreinen, waar meer dan 50 personen verblijven.
4. Aard evenementen
De kop van het Java-eiland heeft een uitstraling die uitstijgt boven
het stadsdeel alleen. Zonder de wensen van de buurt te veronachtzamen,
ligt het in de rede om bij de evenementen op de Kop ook te opteren
voor evenementen met een grootstedelijk en/of nationaal karakter. Voor
initiatieven uit de buurt, of buurtgerichte activiteiten, is uiteraard
ruimte. Het evenement dient dan een element van betrokkenheid bij de
buurt en/of het plaatsen van het stadsdeel of het Oostelijk
Havengebied op de stedelijke of nationale ´kaart´ te hebben.
4.1 Afwisseling en variatie
Het beleid is gericht op afwisseling en variatie in de aard van de
geplande evenementen. Hierbij kan onderscheiden worden in, evenementen
gericht op:
- muziekvoorstellingen;
- theatervoorstellingen;
- circus;
- kunstuitingen;
- culinaire plaza´s;
- dans;
- sport;
- een combinatie van bovenstaande, bijvoorbeeld multiculturele
festivals.
Over het algemeen kan worden gesteld, dat de belasting op het woon- en
leefklimaat rond de Kop te groot zal zijn, indien binnen een korte
tijdspanne soortgelijke evenementen worden georganiseerd. Per
categorie is echter niet aan te geven hoeveel tijd er tussen twee
evenementen zou moeten liggen. Hierbij spelen andere factoren een rol,
bijvoorbeeld de tijden en dagen waarop het evenement plaatsheeft. Een
bewonersbegeleidingscommissie, die wordt geconsulteerd over aanvragen
voor evenementen, heeft hierin een adviserende rol en een
signaalfunctie.
4.2 Meerwaarde
Uitgangspunt is dat een evenement op de Kop een meerwaarde heeft voor
stad of stadsdeel. Van een meerwaarde kan op verschillende manieren
sprake zijn;
4.2.1 Het evenement is buurtgericht of de Kop is de meest aangewezen
locatie
Van initiatieven uit de buurt, of buurtgerichte activiteiten, is
sprake indien een evenement een element van betrokkenheid bij de buurt
en/of het presenteren van het stadsdeel of het Oostelijk Havengebied
heeft.
De Kop kan de meest aangewezen locatie zijn voor een evenement, omdat
vanwege het evenement zelf een relatie bestaat met de Kop, het
Java-eiland, dan wel stadsdeel Zeeburg.
Het gaat dan doorgaans om een buurtgerichte activiteit. De band met de
buurt zal dan uiteraard wel aangetoond moeten worden. Voorts moet -
het woord zegt het al - het evenement zich ook daadwerkelijk op de
buurt richten. Promotionele activiteiten buiten het stadsdeel zijn dan
doorgaans niet aan de orde.
Indien het de organisatie betreft van een activiteit, die een
aanvulling biedt op de bestaande faciliteiten in de buurt, kan enig
uitstralingeffect naar andere delen van de stad gewenst en ook
toegestaan zijn. Het Oostelijk Havengebied heeft bijvoorbeeld weinig
sportfaciliteiten en naast de speelterreinen is er weinig ruimte voor
kinderen. Sport- en spelactiviteiten dienen dan wel een aanvullende
rol te vertolken en te voorzien in deelname vanuit de buurt.
Nog meer gericht op een uitstralingeffect naar buiten de buurt, maar wel met een link naar de Kop of het Oostelijk Havengebied zijn die activiteiten, waarvoor de Kop bij uitstek de locatie is, of waarvoor de Kop zelfs onmisbaar is. Enkele van deze evenementen zullen ook in de categorie evenementen met een stadsoverstijgend karakter (zie paragraaf 4.2.2) vallen. Het betreft dan grote watergebonden evenementen, waarvoor de nabijheid van Zeeburg onmisbaar is, zoals het evenement Sail. Kleinschaliger evenementen, waarin organisaties gelegen in of gelieerd aan de buurt zich naar buiten toe presenteren passen ook in deze categorie. Het zal dan doorgaans gaan om non-profit organisaties, gelet op het bepaalde in paragraaf 4.2.3.
Voor de evenementen in deze paragraaf, geldt dat de band met kop van
het Java-eiland duidelijk moet zijn.
4.2.2 Het evenement heeft een stadsoverstijgend karakter
De Kop is een unieke locatie en is in zeker opzicht een visitekaartje
van de stad. Een evenement kan het Java-eiland en stadsdeel Zeeburg op
de regionale of landelijk kaart zetten. Voorts is er behoefte in
Amsterdam aan een extra terrein, waarop enkele grootschalige
evenementen kunnen plaatsvinden. Amsterdam omschrijft dit als volgt:
"van een dergelijk karakter is sprake, indien:
- het beschikt over de allure om Amsterdam (inter)nationaal onder de
aandacht te brengen;
- het evenement is jaarlijks, of indien incidenteel, van
uitzonderlijke betekenis;
- het moet voor heel Amsterdam van betekenis zijn: vuistregels
daarvoor zijn:
a. de VVV zou het als highlight willen presenteren;
b. een gratis te bezichtigen topsportevenement;
c. een evenement dat grote publieke belangstelling trekt (verwachte
aantal bezoekers minimaal 2000)."
Voor wat betreft de publieke belangstelling, wordt hier reeds
opgemerkt dat het terrein, waarop het evenement moet plaatsvinden
dicht bij huizen is gelegen en dat de parkeergelegenheid zeer beperkt
is. Een evenement dat ruim 2000 bezoekers trekt, kan derhalve slechts
een beperkt aantal maal plaatsvinden. Het gaat hier echter niet om een
dagelijks bezoekersaantal. Een evenement kan ook over een langere
periode 2000 bezoekers of meer trekken.
4.3 Geen meerwaarde
Amsterdam en ook stadsdeel Zeeburg hanteren het criterium "geen
evenementen van commerciële aard". Hieraan wordt als volgt nader
invulling gegeven. Indien het evenement in hoofdzaak is gericht op het
(commercieel belang van het) bedrijf zelf, is het niet vergunbaar. Het
gaat dan om evenementen die georganiseerd worden ter behartiging van
een commercieel belang, zoals de introductie van een nieuw product.
Een uitzondering wordt gemaakt voor lustrumvieringen vanaf het
10-jarig bestaan van een zaak (met dezelfde zaaknaam), of vanaf het
10-jarig ondernemerschap in dezelfde zaak. Indien een aanvraag onder
deze uitzondering valt, dient er een band van het bedrijf met
stadsdeel Zeeburg te bestaan. Voorts dient - los van andere aan het
evenement te stellen voorwaarden - aangetoond te worden dat het
gebruik van de Kop noodzakelijk is.
Uiteraard kan een ideële, culturele of sportieve organisatie wel een
evenement organiseren dat gesponsord wordt. De sponsorreclame mag niet
overheersend zijn.
Onder evenementen van commerciële aard rekent het stadsdeel tevens een
(grootschalige, ofwel niet buurtgerichte) kermis. Bij een kermis gaat
het om de exploitatie van gemeentegrond door ondernemers. Amsterdam
neemt voor kermissen aparte raadsbesluiten in verband met de huur van
de grond. Ook hierin uit zich de aparte status van kermissen. De
exploitatie van gronden verenigt zich niet met de openbare functie en
het open karakter van de Kop van het Java-eiland. Voorts zal een
kermis doorgaans langer dan 2½ dag versterkte muziek met zich brengen
(zie ook paragraaf 9). Een kermis op de Kop van het Java-eiland zal
niet worden vergund.
5. Toegankelijkheid
De kop van het Java-eiland is ingericht als open terrein voor buurt en
stad met de mogelijkheid daarop evenementen te organiseren. Gekozen is
dan ook voor een open en sobere inrichting. Het wijde uitzicht, de
nabijheid van water en de open indeling maken het gebied uitermate
geschikt om te wandelen, te genieten van de omgeving en een beetje te
ontsnappen aan de hectiek van het stadsleven. Deze keuze houdt ook in
dat het terrein het open, toegankelijke en vriendelijke karakter moet
houden.
Het terrein wordt daarom bij voorkeur niet geheel afgesloten. Voor
grote evenementen kan afsluiting noodzakelijk zijn, maar dit dient
zeer beperkt te worden. Het afsluiten van de gehele Kop blijft beperkt
tot maximaal vijf weken per jaar (gebaseerd op maximaal 12 dagen een
grootschalig evenement met daarnaast opbouw en afbraak).
In de andere gevallen dient tenminste een ruimte open te blijven om de
Kop te bereiken en waar het publiek zich vrij kan begeven. Deze ruimte
is tenminste 5 meter breed gemeten vanuit de kade. Tevens wordt een
opeenstapeling van evenementen ongewenst geacht. Tussen evenementen
dient het terrein tenminste twee weken ´leeg´ te zijn. Een en ander
mede om het open karakter van het terrein te behouden, maar uiteraard
ook om het beslag dat wordt gelegd op de ruimte, de bewoners, en de
hulpdiensten te beperken.
6. Aantal bezoekers per dag
Het toegestane aantal bezoekers is uiteraard afhankelijk van de wijze
van inrichting van het terrein. Brandweer en politie hebben hierin een
belangrijke adviserende rol. Tevens zal de organisator zelf de nodige
waarborgen moeten kunnen bieden voor het voorkomen van overlast van
bezoekers. Het Drum Rhythm festival is waar het dit punt betreft een
belangrijke indicatie. Daar worden 6000 bezoekers per dag verwacht.
Drum Rhythm voorziet in een aantal podia.
Bij evenementen van grote omvang zullen doorgaans de nodige
faciliteiten aanwezig zijn. Dit mag ook verwacht worden vanuit het
stadsdeel. Aangenomen kan worden dat bij 7.500 -10.000 personen
ongeveer de grenscapaciteit ligt.
Naast het type evenement is het aantal (dagelijkse) bezoekers van een
evenement een belangrijke factor in de uitstraling naar de
woonomgeving van een evenement. Een groter aantal bezoekers trekt
tevens een grotere wissel op de bewoners. Dit hangt met name samen met
het aantal personen dat al dan niet gelijktijdig aankomt en vertrekt
van het terrein.
7. Aanvangs- en slottijden
Vast beleid in de stad is om buitenevenmenten te laten eindigen om
23.00 uur. In het weekeinde (vrijdag en zaterdagnacht) is dit 24.00
uur. Het kan in het belang van de openbare orde zijn om een uur
dispensatie te verlenen, zodat een het publiek geleidelijk naar huis
gaat. Het geluidsniveau zal gedurende dit extra uur afgebouwd moeten
worden. Op zondag mag een evenement voor 13.00 uur geen gerucht
voortbrengen. Dit geldt zowel het programma zelf als de
voorbereidingen hierop.
Voor de opbouw en afbouw van evenementen gelden de volgende
werktijden: doordeweeks van 08.00 uur tot 18.00 uur en op zaterdag
tussen 9.30 en 16.30 uur.
8. Bezoekersstromen
Uitgangspunt is dat geen congestie op en rond het Java-eiland
ontstaat. Dit zou kunnen ontstaan door bezoekersstromen richting het
eiland of door het parkeren door bezoekers. Het is niet de bedoeling
dat er (veel) bezoekers - behalve degenen die woonachtig zijn op het
eiland - over het eiland naar het evenemententerrein gaan, dan wel
daar parkeren.
De parkeerruimte is op het Java-eiland beperkt en in eerste instantie
bedoeld voor bewoners en bezoekers. Voor kleinschaliger evenementen
als een circus is wellicht op de Kop zelf een tijdelijke oplossing te
vinden voor het parkeerprobleem. Voor grootschalige evenementen is een
mogelijke oplossing om te parkeren bij de PTA. Uiteraard is dit niet
mogelijk indien er een cruiseschip ligt. Overigens is een afsluitbaar
parkeerterrein ten behoeve van evenementen aan de voet van de Jan
Schaeferbrug opgenomen in de planning van de tijdelijke herinrichting.
De verantwoordelijkheid om een oplossing voor een mogelijk parkeerprobleem te zoeken, ligt bij de organisator. De politie kan hierin adviseren. Meer algemeen kan van de organisatie een vervoersplan verlangd worden voor wat betreft de bezoekersstromen. Uitgangspunt daarbij is - zoals hiervoor gesteld - dat overlast voor de buurt zo veel mogelijk beperkt wordt en dat het eiland voor bewoners en bezoekers vrij toegankelijk blijft. De vervoerstromen dienen dus gericht te zijn op aan- en afvoer via de Jan Schaeferbrug, dan wel met een pont via het water (te regelen door de organisatie), dus nadrukkelijk niet via het Java-eiland. Aan bezoekers dient, ook in de communicatie en promotie rond het evenement, in principe geadviseerd te worden, gebruik te maken van het openbaar vervoer. De aanvoerwegen zijn normaal gesproken redelijk tot goed bereikbaar en die wegen zijn overzichtelijk. Enige filevorming is evenwel mogelijk. Aan het eind van het evenement kan het wenselijk zijn - afhankelijk van het aantal bezoekers - om maatregelen te treffen waardoor niet iedereen gelijktijdig het terrein verlaat, bijvoorbeeld middels een soort uitloopprogramma (afbouwen van het evenement).
Indien door werkzaamheden of dergelijke voorzienbaar chaotische toestanden in het verkeer kunnen ontstaan, kan het evenement geen doorgang vinden. Dit is denkbaar bij grote werkzaamheden aan de Piet Heintunnel, dan wel de Piet Heinkade. Eventuele omleiding en tijdelijke stoplichten zouden een oplossing kunnen zijn. Gelet op de vele werkzaamheden is afstemming van evenementen met de afdeling Projecten en Planontwikkeling (van het stadsdeel) nodig. Een evenement dat zowel bezoekersstromen als de logistiek rond het evenement (op- en afbouw) via het water laat verlopen heeft een pré.
9. Geluid
Uitgangspunt voor het bepalen van het geluidsniveau is de situatie
waarbij onduldbare hinder wordt ondervonden. De Milieudienst heeft op
grond van ervaringsregels vastgesteld, dat dit het geval is bij een
toename van 20 dB van het referentieniveau en/of bij het geluidsniveau
van 50 dB. Daar ook de gevel geluid tegenhoudt, mag de gevelbelasting
hoogstens 85 dB(A) zijn. Deze richtlijn is - na advisering door de
Milieudienst - tevens gebruikt om het geluidsniveau voor Drum Rhythm
te bepalen. Benadrukt zij hier, dat de 85 dB(A) aan de gevel, het
absolute maximum omvat. Een evenement dat tot het maximum
geluidsniveau gaat, mag uiterlijk 2½ dag aaneengesloten duren. Een
lijstje met referentieniveaus van geluidbelasting is opgenomen in de
bijlagen.
Uit de evaluatie van Drum Rhythm in 2001 kwam naar voren, dat het
geluid - ondanks dat dit binnen de normen bleef - in de late uren (na
ca. 22.30 uur) als zeer hinderlijk werd ervaren, indien de
voortgebrachte muziek veel bassen bevatte. Informatie van de
milieudienst leert, dat geluidsfrequenties (waaronder bas) wel
individueel te meten zijn, maar dat hier zeer moeilijk normen voor aan
te leggen zijn. Verder zijn deze normen moeilijk te handhaven.
Voorwaarde is dan ook, dat de voortgebrachte muziek na 23.00 uur
weinig bas bevat, of dat de bassen er tot een redelijk niveau worden
´uitgedraaid´. Een en ander op directe aanwijzing van politie,
stadsdeel of milieudienst. In de praktijk zal dit een reactie zijn op
(meerdere) klachten uit de buurt.
Per evenement zal de Milieudienst advies worden gevraagd omtrent
maatregelen tot het zoveel mogelijk beperken van de overlast. Tot deze
maatregelen kan ook het verzegelen van de geluidsapparatuur behoren,
zodat de toegestane waarden niet kunnen worden overstegen. Overigens
is het niet de bedoeling om het geluidsniveau tot de grenswaarde van
85 dB(A) voor ieder evenement toe te staan. Dit speelt met name bij
concerten in de openlucht. Het geluidsniveau aan de gevel dient met
name in de avonduren te worden afgebouwd en na 23.00 uur onder de 75
dB(A) te blijven (zowel op het Java-eiland, als in Noord). Dit is
mogelijk door de geluidsbronnen zoveel mogelijk van de bewoning af te
richten en zo ver mogelijk op de Kop te plaatsen.
Bij het afgeven van de vergunning wordt de vergunninghouder erop geattendeerd, dat de organisatie te allen tijde zelf verantwoordelijk is voor het geproduceerd geluidsniveau. Tijdens het evenement wordt gecontroleerd. Aanwijzingen van Milieudienst of politie over de reductie van geluid dienen terstond te worden opgevolgd.
10. Matrix
Bij alle evenementen is enige hinder voor omwonenden mogelijk. De
vormen van hinder zijn afhankelijk van het type evenement, het aantal
bezoekers, het al dan niet voortbrengen van muziek met name in de
avonduren en de inperking van de vrijheid om de Kop te bereiken.
Festivals, zoals Drum Rhythm, zijn voor wat betreft belasting van de buurt het maximaal toelaatbare. De gehele Kop is hiervoor afgesloten en drie avonden op rij werd de maximale geluidbelasting aan de gevel toegestaan. Er kwamen circa 6000 bezoekers per avond. Deze bezoekers bevonden zich voor een groot deel buiten voor enkele grote podia.
Ander uiterste is een soort beeldentuin of kunsttentoonstelling. Dit
zou bijvoorbeeld lange tijd kunnen staan, waardoor bezoekers gespreid
over de periode van de tentoonstelling langskomen. Al wandelend over
de Kop kunnen zij de objecten bekijken, zonder dat hierbij muziek
wordt gebruikt.
Een tussenvorm wordt gevormd door evenementen in een afgesloten
ruimte, zoals een circus. Het evenement is dan niet vrij toegankelijk,
maar de Kop kan deels wel toegankelijk blijven. Het geluid kan
gereguleerd worden en wordt gedempt door het object waarbinnen de
activiteit plaatsvindt. Op gezette tijden is er aankomst en vertrek
van bezoekers.
Het verschil in aard en type evenement maakt het moeilijk een maximum
aantal dagen te geven, dat een evenement vergund kan worden. Een
evenement is echter wel te classificeren op basis van vier
categorieën, ieder met drie klassen. Per categorie is hier een maximum
aantal dagen aan gekoppeld. De categorieën zijn:
- toegankelijkheid kop van het Java-eiland; valt uiteen in de klassen:
* vrij toegankelijk, dat wil zeggen het hele terrein is kosteloos te
bezoeken voor een ieder (dit is dus ook een volledig ´leeg´
terrein);
* deels toegankelijk, dat wil zeggen dat een deel van het terrein is
afgesloten voor een evenement;
* geheel afgesloten, dat wil zeggen dat de Kop niet bereikbaar is
tenzij men beschikt over een geldig toegangsbewijs voor het
evenement;
- geluidsniveau aan de gevel, valt uiteen in de klassen A, B en C:
Tabel 1: Verdeling maximaal toegestane geluidsniveaus naar tijd
Tijden
12.00 -19.00 uur
(zo 13.00 uur)
19.00 - 23.00 uur
23.00 - 0.30 uur
(vr en zat)
Niveau A
Geluidbelasting LAeq op gevel
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
Piekniveau Lmax op gevel
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
Niveau B
Geluidbelasting LAeq op gevel
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
Piekniveau Lmax op gevel
75 dB(A)
70 dB(A)
65 dB(A)
Niveau C
Geluidbelasting LAeq op gevel
65 dB(A)
60 dB(A)
55 dB(A)
Verdeling in klassen is gebaseerd op voorschriften van de Milieudienst
en AmvB Horeca. De aldaar genoemde maximaal toegestane niveaus zijn
verlaagd met 5 dB(A), daar de bewoners niet te veel mogen worden
belast.
- aantal verwachte bezoekers per dag, valt uiteen in de klassen:
* minder dan 500;
* tussen 500 en 2000;
* 2000 of meer;
- evenement binnen of buiten, valt uiteen in de klassen:
* "indoor" evenement, dat wil zeggen het gehele evenement vindt - op
aan- en afvoer van bezoekers na, plaats in een tent of soortgelijk
object;
* gemengd, dat wil zeggen dat een aantal activiteiten in de klasse
"indoor" vallen, maar ook in de openlucht zijn activiteiten, dan
wel er zijn verschillende "indoor" activiteiten, waartussen de
bezoekers zich bewegen;
* "outdoor" evenementen, dat wil zeggen het evenement vindt geheel
in de openlucht plaats.
Bij het koppelen van een maximaal aantal dagen aan evenementen die
kunnen worden toegestaan is aansluiting gezocht bij de AmvB Horeca.
Deze geeft twaalf dagen aan waarop evenementen met extra geluid kunnen
worden georganiseerd. Dit aantal wordt ook gehanteerd door de
Milieudienst Amsterdam. Andere plaatsen in de stad, waar evenementen
worden georganiseerd, zoals bijvoorbeeld de RAI, de Amsterdam ArenA en
de Heineken Music Hall, hebben een ontheffing voor 12 dagen.
Gekoppeld aan een maximum aantal dagen per kalenderjaar, ziet de
matrix er als volgt uit:
Tabel 2: evenementenmatrix
Bereikbaarheid Kop
Geheel
Deels
Geheel niet
Max. aantal dagen
366
135
35
Geluidsbelasting
Niveau A
Niveau B
Niveau C
Max. aantal dagen
366
63
12
Aantal bezoekers
- 500
500-2000
2000 +
Max aantal dagen
366
50
12
Binnen of buiten
Indoor
Gemengd
Outdoor
Max. aantal dagen
100
45
366
Invulvoorbeeld:
Drum Rhythm is een evenement, waarvoor de Kop inclusief op- en afbouw
12 dagen geheel voor wordt afgesloten. De rest van het jaar mag dit
dus nog 23 dagen. Er is drie dagen lang in de avonduren muziek vergund
tot het maximale van geluidsniveau. De rest van het jaar kunnen er dus
nog 9 dagen zijn waarop het geluidsniveau aan de gevel zo hoog is. Het
aantal verwachte bezoekers per dag bedraagt 5000 à 6000 gedurende drie
dagen. Het evenement is geheel in de buitenlucht. Dit is geen enkel
probleem, daar de norm is dat het evenemententerrein ´leeg´ is. Dit
laatste lijkt wat krom, omdat het publiek bij Drum Rhythm buiten meer
gerucht veroorzaakt dan binnen, maar de andere maxima bieden garantie
voor het feit dat dit niet steeds voorkomt.
Benadrukt zij hier nogmaals, dat uit de bovenstaande matrix niet
afgeleid kan worden, dat er het gehele jaar evenementen zijn. In de
maxima zijn inbegrepen de dagen dat er geen enkel evenement is en men
zich vrij op de Kop kan begeven. De norm is dat de Kop het gehele jaar
vrij toegankelijk is, dat er minder dan 500 mensen gelijktijdig
rondwandelen in de openlucht en dat hier geen geluidhinder wordt
ondervonden. Van die norm kan echter in geval van een evenement worden
afgeweken. Daartoe dienen de andere maxima. Overigens tellen
evenementen die niet worden vergund door het stadsdeel, maar wel deels
plaatsvinden op de Kop mee voor verrekening in de matrix. Die dagen
wordt immers de buurt wel belast. Voorlopig enig voorbeeld van een
dergelijk evenement is Sail.
11. Veiligheid
De organisator is op het terrein in eerste instantie verantwoordelijk
voor de veiligheid van de bezoekers. Dit houdt in dat er bijvoorbeeld
verlangd kan worden dat er beveiligingspersoneel aanwezig is. In elk
geval zullen de voorzieningen aan eisen van brandveiligheid moeten
voldoen. Vooraf worden aanvragen voor evenementen ter advisering aan
de politie en brandweer voorgelegd. Voorts wordt bij de beoordeling
van de aanvraag gelet op ervaringen in het verleden met het evenement
zelf, dan wel de organisator(en). Van de organisatie mag ook verwacht
worden dat zij op aanvraag contactpersonen van andere gemeenten
doorgeven, zodat ervaringen kunnen worden gedeeld.
De controle van politie, brandweer en stadsdeel (met name Bouw- en Woningtoezicht) gaat ook door tijdens de opbouw van het festival. Indien de opbouw gereed is, dient het terrein te worden geïnspecteerd. Zoals reeds gesteld behoort tot de vergunningvoorwaarden dat aanwijzingen van politie, brandweer en stadsdeel te allen tijde moeten worden opgevolgd. In het uiterste geval wordt het evenement alsnog afgeblazen indien de orde, gezondheid en veiligheid van bezoekers en/of omwonenden niet kunnen worden gegarandeerd. Ook tijdens het evenement wordt gecontroleerd en kan worden ingegrepen.
Bij grootschalige evenementen dient ruimte beschikbaar te zijn voor EHBO, voorts zou bij grote drukte gedacht kunnen worden aan een afkoelruimte. Zeker indien drank geschonken wordt bij het evenement. Eventueel kan aandacht worden besteed aan drugspreventie.
In verband met de mogelijkheid van calamiteiten is echter voorwaarde
dat er voldoende personeel van brandweer en politie aanwezig, dan wel
oproepbaar is, zulks ter beoordeling van de hulpdiensten zelf. Voor
elk evenement geldt, dat tot de vergunningvoorwaarden behoort, dat
ambulances en voertuigen van de politie en brandweer ongehinderd
moeten kunnen passeren (doorrijdbreedte 3,5 meter, hoogte 4,2 meter),
dat brandkranen worden vrijgehouden en dat aanwijzingen van politie,
brandweer en ambtenaren van het stadsdeel met betrekking tot openbare
orde en veiligheid direct worden opgevolgd.
Hoewel in 2000 Sail en de Uitmarkt gelijktijdig zijn georganiseerd,
kan over het algemeen gesteld worden, dat een samenloop van
grootschalige evenementen ongewenst is. Dit zal mede afhangen van de
gevraagde inzet en de capaciteit van de hulpdiensten. In overleg met
de hulpdiensten en na een risicoanalyse worden de mogelijkheden
bezien.
12. Milieu, schoon en onbeschadigd achterlaten terrein
Bij opbouw en afbraak dienen uiteraard de eisen van milieubeheer e.d.
te worden gehanteerd.
Na afloop van het evenement dient het evenemententerrein schoon
opgeleverd te worden. Door of vanwege stad of stadsdeel geplaatste
voorzieningen moeten onbeschadigd zijn. Indien dit niet gebeurt,
zullen reiniging en reparatie door het stadsdeel plaatsvinden op
kosten van de organisator. Deze bepaling wordt tevens opgenomen in de
vergunning.
Tijdens het evenement dienen voldoende afvalcontainers te worden
geplaatst. Verder zullen sanitaire voorzieningen in voldoende mate
aanwezig moeten zijn.
Voorts is een eis dat het terrein onbeschadigd wordt opgeleverd. Een
en ander ter beoordeling door het stadsdeel (afdeling Beheer en
Uitvoering). Na afloop van het evenement dient een afspraak gemaakt te
worden met het stadsdeel voor een opleveringsmoment. Deze accepteert
het terrein, dan wel maakt nadere afspraken over reparaties of
schoonmaak, waarna opnieuw een oplevering zal worden afgesproken.
Desnoods (of volgens afspraak bij de eerste oplevering) reinigt dan
wel repareert het stadsdeel op kosten van de organisatie. De
bankgarantie (zie paragraaf 15) zal dan worden aangesproken. De eis
dat het terrein onbeschadigd blijft, impliceert in elk geval, dat geen
gaten in het terrein worden aangebracht ter bevestiging van tenten of
andere objecten. Voor de versteviging van de constructies dienen
contragewichten te worden geplaatst.
Het stadsdeel kan maatregelen omtrent milieuzorg bij evenementen
stimuleren. Hierbij valt te denken aan het gebruik van glazen van hard
plastic, waarop statiegeld kan worden geheven, beloningssystemen voor
het inleveren van gebruikte plastic bekers en het gebruik van
recyclebaar ´servies´ (patatbakjes etc).
13. Handhaving, communicatie
Goede en tijdige informatie over het evenement en de te verwachten
gebeurtenissen daar omheen is zeer belangrijk. Tijdige publicatie en
afstemming met het wijkcentrum (de bewonersbegeleidingscommissie)
hebben daarbij prioriteit.
Als toestemming is gegeven moet de organisator het geplande evenement
bekendmaken aan bewoners en bedrijven die hinder zouden kunnen
ondervinden. In zo'n rondschrijven staat wát er wordt georganiseerd en
wanneer, en andere zaken die van belang zijn, zoals hoe geprobeerd
wordt de overlast te beperken en waar mensen met hun klachten terecht
kunnen. Deze voorlichting gebeurt bij voorkeur ruim van tevoren.
Klachten over overlast worden in eerste instantie gemeld bij de
politie. De organisatie dient zorg te dragen voor een contactpersoon
die voortdurend bereikbaar is om klachten of problemen te verhelpen.
Deze contactpersoon heeft tevens contact met de brandpreventieve
controledienst.
Handhaving en controle van de diverse voorschriften tijdens het
evenement geschieden vanuit verschillende diensten: Stadstoezicht,
Bouw- en woningtoezicht, Brandweer, Milieudienst en politie.
Aanspreekpunten worden opgenomen in het draaiboek voor het evenement.
Indien in de aanloop naar het evenement zich zaken voordoen die leiden tot een ander inzicht ten aanzien van de vergunning, bijvoorbeeld door wijziging van omstandigheden, of doordat niet aan afspraken of vergunningvoorwaarden wordt of kan worden voldaan, kan dit in het uiterste geval leiden tot intrekking van de vergunning op grond van artikel 1.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening. De vergunning kan op grond van ditzelfde artikel ook gewijzigd worden.
Indien tijdens het evenement niet aan de vergunningvoorwaarden wordt voldaan, wordt de contactpersoon van de organisator hierop terstond aangesproken. Indien deze de situatie niet wijzigt kunnen namens het stadsdeel, of door politieambtenaren, onmiddellijk maatregelen worden genomen ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Voorts kan een schriftelijke beschikking tot toepassing van bestuursdwang zonder termijn (artikel 5:24 lid 5 van de Algemene wet bestuursrecht) worden overhandigd. Bij een meerdaags evenement kan de overtreding aanleiding geven tot intrekking of wijziging van de vergunning tijdens het evenement. Deze mogelijkheid wordt in de vergunning vermeld. Uiteraard heeft handelen in strijd met de vergunning, dan wel het niet opvolgen van aanwijzingen van stadsdeel, politie of brandweer consequenties voor aanvragen van dezelfde organisator voor andere evenementen.
Na grote evenementen vindt een evaluatie plaats. Klachten worden hierbij uiteraard betrokken. De bewonersbegeleidingscommissie evalueert diverse evenementen en het beleid in algemene zin in samenspraak met het stadsdeel. Het beleid wordt eventueel aangepast in samenspraak met bewoners en de betrokken diensten.
14. Aanvragen voor dezelfde data
Uiteraard geldt bij de afhandeling van aanvragen het criterium "wie
het eerst komt, wie het eerst maalt". Het kan echter voorkomen dat
twee of meer organisatoren informeren naar de mogelijkheden een
evenement te organiseren binnen dezelfde tijdspanne, of dat er in de
periode overlap bestaat.
Indien zij beiden in of rond dezelfde periode daadwerkelijk een
aanvraag (wensen te) doen, dan wordt dat evenement vergund, dat het
meest voldoet aan de norm, zoals omschreven in paragraaf 10. Een en
ander in de volgorde waarin de criteria zijn opgenomen in de matrix.
Ofwel, eerst wordt bezien bij welk evenement de Kop het meest
toegankelijk blijft, dan welk het minste geluid produceert en dan
welke het minste aantal bezoekers trekt.
15. Financiën en evenementen
Voor de afhandeling van een aanvraag om een evenementenvergunning zijn
leges verschuldigd. De hoogte hiervan is te vinden in de
legesverordening. De leges zijn afhankelijk gesteld van het aantal
bezoekers. De leges bedragen voor 2001 f 175,50 (¤ 79,64) voor
evenementen tot 100 bezoekers, f 351,00 (¤ 159,28) bij 100-500
bezoekers, f 681,00 (¤ 309,02) bij 500-1000 bezoekers en f
1847,50 (¤ 838,36) bij meer dan 2000 bezoekers. Extra leges
worden geheven voor het plaatsen van tappunten ( f 97,50 (¤
44,24) in 2001)
De grond van de kop van het Java-eiland is in eigendom bij de stad
Amsterdam (het grondbedrijf). Het beheer en onderhoud van het terrein
liggen bij stadsdeel Zeeburg. Voor de uitvoer hiervan wordt een bedrag
in rekening gebracht bij de stad. Eventuele huuropbrengsten van de kop
gaan van dit bedrag af. Het is dan ook in eerste instantie aan het
grondbedrijf om een eventuele huur bij de organisator in rekening te
brengen, althans een huurbedrag vast te stellen. Kwijtschelding is
mogelijk gelet op doel en aard van het evenement.
Eerder werd al gesteld, dat een voorwaarde bij vergunningverlening is
het schoon en onbeschadigd opleveren van het terrein. Indien dit niet
geschiedt, wordt het terrein hersteld op kosten van de organisatie.
Dat geld moet wel betaald worden. Daarom kan een borgsom of een
bankgarantie verlangd worden van de organisatie. Gelet op de
administratie rond borgsommen is het aan te bevelen te opteren voor
bankgaranties. In uitzonderingsgevallen of indien bankgaranties niet
blijken te voldoen kan de organisator gevraagd worden een borgsom te
storten.
De hoogte van de verlangde bankgarantie hangt af van de aard van het
evenement en de organisatie. Zo werden bij Sail en Drum Rhythm hoge
garanties verlangd. Dit is onredelijk te verlangen van een
particuliere organisator van een buurtgerichte activiteit.. Het lijkt
verstandig de bankgarantie af te laten hangen van het verwacht aantal
bezoekers (hierbij is aansluiting gezocht bij de grenzen voor
legeskosten) en de gebruikte ruimte. Het maximum bedrag is ¤
45.000,-
Tabel 3: indicatie verlangde bankgarantie per dag dat het evenement
duurt.
Tot en met 50% terrein
Meer dan 50% v/h oppervlak
Tot 100 bezoekers
¤ 1.500,-
¤ 2.250,-
101-500 bezoekers
¤ 2.500,-
¤ 4.000,-
501-1000 bezoekers
¤ 6.000,-
¤ 8.000,-
1001-2000 bezoekers
¤ 8.000,-
¤ 10.000,-
Meer dan 2000 bezoekers
¤ 12.500,-
¤ 15.000,-
16. Van aanvraag tot beschikking
Conform de APV (artikel 2.11, lid 5) dient een aanvraag om een
evenement tenminste acht weken voor de datum van het evenement te
worden ingediend. De burgemeester kan van deze termijn afwijken of
voor bijzondere, periodiek terugkerende evenementen de uiterlijke
datum afzonderlijk bepalen gelet op de benodigde voorbereidingstijd.
Voor grootschalige evenementen kan gesteld worden, dat meer tijd benodigd zal zijn dan gestelde acht weken. In de praktijk zal dit zelden een probleem opleveren, daar organisatoren van grootschalige evenementen gewoon zijn ruim van tevoren aan te vragen. Doorgaans zal een organisator komen met een op een aantal punten weinig concreet verzoek om een evenement te mogen houden. Meer concrete invulling vindt plaats in overleg met de diensten van het stadsdeel en de gemeente en de hulpdiensten. Dit vooroverleg resulteert in een aanvraag (die gepubliceerd wordt).
Het stadsdeel coördineert de aanvraag, maar de organisator heeft een
grote eigen verantwoordelijkheid de zaken (naar wens) op orde te
brengen. Over het algemeen kan gesteld worden: hoe groter het
evenement en de organisator, hoe meer eigen inbreng en initiatief van
de organisator verwacht mogen worden. Er is wel sprake van
afhankelijkheid van de beschikbaarheid en tijd van andere diensten,
zoals Milieudienst, politie en brandweer.
De aanvraag dient informatie te omvatten over:
1. welke activiteiten en ter gelegenheid waarvan;
2. begin- en eindtijdstip ;
3. aantal bezoekers;
4. objecten (bv tenten, podia etc, tevens tekening daarvan);
5. de reiniging van het terrein;
6. sanitaire voorzieningen;
7. eventuele particuliere beveiliging en/of EHBO;
9. levende en/of versterkte muziek (welke tijden);
10. het schenken van zwakalcoholische dranken (een geldige
drankvergunning van een ondernemer moet worden overlegd o.g.v. art 38
DHW).
Voorts kan afhankelijk van aard en type evenement informatie worden
gevraagd over de wijze waarop publiciteit en voorlichting ten aanzien
van het evenement plaatsvindt, maatregelen in het kader van het
milieuvriendelijk organiseren van evenementen en maatregelen ten
aanzien van het vervoer van en naar het evenement en het voorkomen van
congestie en parkeerproblemen op en om het Java-eiland.
De aanvraag - indien volledig - wordt ter advisering gestuurd aan:
- bewonersbegeleidingscommissie Java-eiland;
- politie IJtunnel voor openbare orde en veiligheid;
- Sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer (ROB)/Beheer en Uitvoering
voor openbare ruimte;
- ROB/Projecten en Planontwikkeling in verband met afstemming op
werkzaamheden op en rond het eiland;
- ROB/Handhaving en Vergunningen, indien er een podium of tent
geplaatst wordt (tekening en constructie van object meesturen);
- Politie, afdeling Bestuurlijke Zaken, voor ontheffing zwakalcohol;
- Milieudienst Amsterdam, voor advies omtrent geluidsnormen;
- Brandweer Amsterdam voor advies brandveiligheid;
- Reiniging, aanvraag ter kennisname opsturen;
- Verkeerspolitie voor verkeerstechnisch advies.
De voorzitter van het stadsdeel beslist uiteindelijk, gehoord de
adviezen. Indien van een advies wordt afgeweken zal de voorzitter dit
uiteraard met redenen omkleden. De motivatieplicht bij het afwijken
van een advies zal zwaarder wegen indien het een deskundigenadvies
(van politie, Milieudienst of brandweer) betreft..
Het origineel gaat uiteraard naar de vergunninghouder (tegen betaling
van leges).
Een afschrift van de vergunning, wordt verzonden aan:
- politie;
- indien een borgsom is gestort, naar Reiniging;
- afdeling Post en Archiefzaken, voor archivering;
- Dienst Stadstoezicht;
- Brandweer Amsterdam.
De stadsdeelvoorzitter beslist op de aanvraag, gehoord de adviezen.
17. Evaluatie
Dit beleid wordt geëvalueerd na twee jaar, dus eind 2003, of zoveel
eerder als nodig is. Bij de evaluatie worden bewoners, in elk geval de
bewonersbegeleidingscommissie betrokken. Klachten naar aanleiding van
evenementen kunnen ook een beeld geven van het functioneren van dit
beleid.