Partij van de Arbeid

PERSBERICHT PvdA

Den Haag, 10 december 2001

PvdA PLEIT VOOR MEER BEVOEGDHEDEN NMA

Vandaag vindt in de Tweede Kamer een wetgevingsoverleg plaats over de Wijziging van de mededingingswet in verband met het omvormen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) tot zelfstandig bestuursorgaan. Tijdens dit overleg zal PvdA-woordvoerder Eppo Bolhuis wijzen op de onduidelijkheid die nog steeds bestaat tussen het afwegen van economische belangen (de mededinging) en niet-economische belangen als de gezondheidszorg, milieu en cultuur.

De PvdA is van mening dat bij het toetsen van overeenkomsten, die betrekking hebben op publieke belangen, het niet zo kan zijn dat de mededinging het voor goedkeuring bepalend principe is. De NMa mag niet in de rol van politieke scheidsrechter belanden. De PvdA wil dat de minister met beleidsregels komt waardoor duidelijkheid wordt verschaft over de wijze waarop door de NMa rekening moet worden gehouden met niet-economische belangen. Europese regels schrijven voor dat de mededinging hierbij echter niet beperkt mag worden.

Een tweede voorstel van de PvdA is dat vrijstelling van het kartelverbod plaatsvindt voor overeenkomsten, bepalingen en gedragingen die voortvloeien uit andere regelgeving. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan cao's, de uitkomsten van overleg in de gezondheidszorg enz. Deze vrijstelling van het kartelverbod loopt in de huidige wet af op 1 januari 2003.

Het derde voorstel houdt in dat daar waar er gedragingen of overeenkomsten zijn die met het oog op een publiek belang worden getroffen de betrokkenen de mogelijkheid krijgen, ook al zijn deze overeenkomsten mededingingsbeperkend, deze overeenkomsten aan de minister voor te leggen. De minister kan alsnog goedkeuring verlenen indien naar haar oordeel gewichtige redenen van algemeen belang zwaarder wegen dan te verwachten belemmeringen van de mededinging. Op dit moment zijn dit soort overeenkomsten verboden en kan er ook geen ontheffing worden verleend (op grond van artikel 17) omdat zij mededingingsbeperkend zijn. SER-topman Wijffels heeft onder andere in het rapport over de toekomst van de intensieve veehouderij in Nederland gepleit voor een regeling, als nu door de PvdA voorgesteld, omdat bijvoorbeeld overeenkomsten die verbetering van het welzijn of de voedselveiligheid beogen, thans niet kunnen worden getroffen. Een bepaling die het de minister toestaat met het oog op het algemeen belang alsnog een door de NMa geweigerde ontheffing goed te keuren bestaat wel reeds voor de beoordeling van fusies.

De PvdA bepleit voorts een verbetering van de mogelijkheden voor de NMa om onderzoek te doen en maatregelen te treffen in situaties waar misbruik van economische machtspositie aan de orde is. Daartoe worden voorstellen gedaan voor het beter en uitgebreider omschrijven van het begrip economische machtspositie en het geven van de mogelijkheid aan de NMa om bedrijven te verplichten zich op te splitsen. Een dergelijke bepaling bestaat reeds in de VS (in de Microsoft-zaak is dit voorgesteld). De Europese Commissie heeft in haar Groenboek met betrekking tot de modernisering van de Europese mededinging eveneens een dergelijk voorstel gedaan.

Met betrekking tot de organisatie en het functioneren van de NMA bepleit de PvdA snellere procedures. Nu duren de procedures niet zelden drie jaar. De PvdA stelt voor dat ontheffingen, indien deze acht maanden na aanvraag nog steeds niet zijn verleend, automatisch worden verleend. Voorts bepleit de PvdA de huidige bezwaarschriftprocedure bij de Nma (die een herhaling van zetten is van de oorspronkelijke procedure) te verkorten door belanghebbenden direct na het besluit van de NMa de mogelijkheid te geven naar de rechter te stappen.

Tenslotte bepleit de PvdA nu snel te komen met een regeling voor bedrijven en werknemers die meewerken aan het opsporen van kartels en verboden overeenkomsten. In het buitenland is gebleken dat een goede regeling in deze kan leiden tot veel meer aangiftes, zowel van bedrijven (die dan lagere sancties krijgen opgelegd) als van werknemers. De NMa stelt - onder meer in verband met de bouwfraude - dat zij thans nauwelijks tips krijgt voor verboden gedragingen.