Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein verbruiksbelastingen
Besluit van 10 december 2001, nr. CPP2001/3089M
De plv. directeur-generaal Belastingdienst heeft
namens de staatssecretaris van Financiën het
volgende besloten.
Vraag
In artikel 26, onder a, van de
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (de
Beschikking), worden de ondernemers aangewezen
die in aanmerking komen voor de toepassing van
het kasstelsel (artikel 26 van de Wet op de
omzetbelasting 1968). Onder 12° zijn genoemd:
advocaten en procureurs, die hun praktijk alleen
uitoefenen.
Wordt met de zinsnede "..........die hun praktijk
alleen uitoefenen", bedoeld de situatie waarbij
in de onderneming (in welke vorm dan ook)
slechts één advocaat of procureur werkzaam is of
de situatie waarbij sprake is van een
eenmanszaak (ongeacht het aantal daarin werkzame
advocaten/procureurs)?
Antwoord
De zinsnede die is opgenomen onder 12° van
artikel 26, onder a, van de Beschikking, laat
zich niet anders lezen dan dat uitsluitend de
situatie wordt bedoeld waarin de advocaat een
eenmanszaak uitoefent en de praktijk voor eigen
rekening en risico drijft (eventueel (tijdelijk)
ondersteund door een stagiair).