Partij van de Arbeid

Den Haag, 11 december 2001

BIJDRAGE VAN JOSÉ SMITS (PvdA) AAN PLENAIRE DEBET OVER BEGROTING VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Meer mensen aan de slag betekent ook meer belasting- en premieopbrengsten en minder sociale uitkeringen. De afgelopen jaren lieten miljardenmeevallers zien op de rijksbegroting. Zowel aan extra inkomsten bij belasting en premies als besparing op met name bijstandsuitkeringen. De miljarden zijn goed gebruikt: het financieringstekort is weg, de staatsschuld is verminderd, met het spaarfonds voor de AOW is de financiering van inkomens van ouderen veilig gesteld. Het armoedebeleid kon een stevige impuls krijgen en de uitgaven aan zorg, onderwijs en veiligheid zijn belangrijk geïntensiveerd

We zijn nog lang niet waar we wezen moeten, maar we zijn goed op weg.

Toegespitst op de sociale uitkeringen geven de resultaten van het beleid van de afgelopen jaren een schizofreen beeld te zien. De aantallen WW- en bijstandsuitkeringen zijn flink gedaald. Bij de WAO is sprake van stagnatie.

De economische conjunctuur kan dat enorme verschil niet verklaren. De conjunctuur heeft vooral invloed op de WW in- en uitstroom. De invloed op langdurige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid is veel geringer.

Dat er zoveel minder bijstandsuitkeringen zijn, heeft meer te maken met het beleid van de minister van Sociale Zaken dat sterk gericht is op het activeren van bijstandsgerechtigden. Beter gezegd op het activeren van sociale diensten. Een combinatie van financiële prikkels en stimulansen voor gemeenten, en gedetailleerde, intensieve afspraken van de minister met VNG en gemeenten over het te voeren beleid (plus scherp toezicht op de handhaving daarvan) leidt ertoe dat het merendeel van de sociale diensten opmerkelijke successen boekt.

Essentieel was en is daarbij dat er voldoende banen blijven voor deze doelgroep. Wij prijzen het kabinet waar het de groei van banen stimuleert via fiscale ondersteuning en subsidies. Laaggeschoolde arbeid is, met de normale belasting die op arbeid rust, duur geworden voor werkgevers. Het laag houden van arbeidskosten, via fiscaliteit of subsidie, is van groot belang voor vooral het midden- en kleinbedrijf. Veel werknemers komen zonder die gerichte steun niet aan de slag.

Wat in de bijstand wel werkt, werkt niet in de WAO. Al sinds de enquêtecommissie Buurmeijer belijden we met de mond dat de uitvoering van de WAO activerend moet zijn en gericht op reïntegratie. In werkelijkheid zijn we weinig verder gekomen dan het creëren van uitkeringsfabrieken die geld netjes overmaken, maar in alle overige activiteiten traag en vervreemdend opereren. Dat is niet omdat de mensen die er werken van slechte wil zijn. Het komt vooral omdat de staatssecretaris niet altijd duidelijk was in aansturing van de uitvoering en niet altijd in staat bleek gericht te investeren in kwaliteit van dienstverlening aan bedrijven en werknemers.

Uitvoeringsinstellingen kennen hun klanten niet (een recent CTSV-onderzoek laat zien dat uitvoeringsinstellingen niet weten welke afstand tot de arbeidsmarkt de bij hen ingeschreven WAO'ers hebben (fase-indeling)). Ze weten niet precies hoeveel van hun WAO'ers gedeeltelijk werk hebben, hoeveel gebaat zouden zijn bij scholing, bij activering. Ze hebben geen idee of aanbod van betaald werk de WAO'er financieel wel vooruit helpt. De armoedeval werkt ook bij WAO'ers, misschien bij hen nog wel sterker. Er is amper aandacht voor sociale activering van WAO'ers.

Twee recente rapporten van de Rekenkamer bevestigen het beeld van een uitvoeringsorganisatie die de grootste moeite heeft met activerend beleid en die daarop weinig adequaat wordt aangestuurd. In het ene rapport constateert de Rekenkamer dat de uitvoeringsinstellingen tot en met dit jaar letterlijk werden afgerekend op het hanteren van een zo laag mogelijk kostenniveau. Kwaliteit van dienstverlening telt daar niet.

Een uitvoeringsinstelling die de verzekeringsarts keuringen in vijf minuten erdoorheen laat jassen, krijgt meer geld dan een uitvoeringsinstelling die zijn artsen de keuringen zorgvuldig laat uitvoeren, die overlegt met een bedrijf over passende arbeid of nog eens een tweede oordeel vraagt. Hoe kan het toch dat in de helft van alle WAO-keuringen er geen arbeidsdeskundige aan te pas komt? Het antwoord is simpel: omdat het goedkoper is om mensen zo de WAO in te laten gaan.

Een uitvoeringsinstelling die aanvragen voor werkaanpassingen maanden laat liggen, wordt daarvoor niet beboet. Een WAO'er die een week te laat is met informatie krijgt wel meteen een boete. We hebben, ik zeg het opnieuw, schrikbarende voorbeelden gehoord van arbeidsgehandicapten en werkgevers die aan het lijntje worden gehouden als ze directe informatie en hulp nodig hebben van de uitvoering.

Het andere Rekenkamerrapport is vernietigend voor het reïntegratiebeleid dat er officieel nog wel is. Er is geld beschikbaar voor 50 duizend reïntegratietrajecten per jaar. Dat getal is al weinig voor wie een sluitende aanpak wil bewerkstelligen, maar het is volstrekt onduidelijk wat ervan terechtkomt. Volgens de Rekenkamer is een derde van de op papier ingekochte trajecten niet gestart. Een verklaring daarvoor is er niet. Het aantal WAO'ers dat na bemiddeling via de uitvoeringsinstelling een baan vindt, neemt eerder af dan toe.

Wat doet de staatssecretaris met die onthutsende bevindingen?

De rekenkamer constateert dat de regering de bevindingen onderschrijft en zegt verbeteringen toe, maar concrete voorstellen heb ik niet gezien.

Onthutsend is ook een recent rapport van het College van Toezicht Sociale Verzekeringen over de instroomcijfers in de WAO. Sinds 1998 is het aantal aanvragen voor een WAO-uitkering sterk gestegen. Volgens de staatssecretaris wordt een steeds groter deel daarvan afgewezen omdat we strenger keuren. Maar volgens het CTSV is dat nog maar de vraag. Bij het aantal nieuwe WAO-aanvragen tellen bijvoorbeeld soms wel, soms niet voorschotten mee van langdurig zieke werknemers die soms maanden te laat een echte WAO-beoordeling krijgen. Mensen gaan de WAO in en na een paar maanden er weer uit omdat de uitvoeringsinstellingen eerder geen tijd voor ze had. Volgens het CTSV zijn de instroomcijfers niet eenduidig en niet zo betrouwbaar. Wat zegt dat over de door velen zo gevreesde grens van een miljoen WAO'ers die we zouden passeren? Wat doet de staatssecretaris met de conclusies van het CTSV? Hoe gaan we de informatievoorzieningen verbeteren?

Anders dan in de bijstand, is het in de WAO mogelijk voor uitvoeringsinstellingen om preventief beleid te voeren. Met gerichte interventie in het eerste ziektejaar kan een later beroep op de WAO worden vermeden. De nieuwe wet (poortwachter) geeft theoretisch de mogelijkheid werkgevers en werknemers aan te sporen en te helpen om dat ook te doen. De PvdA-fractie heeft nooit goed begrepen waarom het zo lang moest duren voor deze nieuwe wet de Kamer bereikte. Er was van meet af aan grote steun voor de ideeën Met het nieuwe uitstel van invoering is de staatssecretaris er nog maar op het nippertje in geslaagd de wet in te laten gaan voor de verkiezingen. Die trage gang van zaken is heel teleurstellend.

De PvdA-fractie heeft twijfel of de nieuwe uitvoeringsorganisatie voldoende ruimte en sturing krijgt om serieus werk te kunnen maken van die opdracht. Wij missen bij de staatssecretaris aandacht voor het op een juiste manier toerusten en aanjagen van de uitvoeringsorganisatie.

Hoogervorst heeft geen greep op de uitvoering en hij lijkt die ook niet te willen hebben.

Hij verwijst voortdurend naar de verantwoordelijkheidsverdeling: wij hebben werkgevers en werknemers verantwoordelijk gemaakt en dat lijkt voor hem een vrijbrief verder weinig meer te doen. Er zijn veel bedrijven en bedrijfstakken waarin sociale partners die verantwoordelijkheid nemen en er in slagen het verzuim terug te dringen. Maar er zijn ook bedrijven die notoire leveranciers van de WAO zijn. Waarom grijpen we daar niet in? Wij willen dat de namen van die werkgevers bekend worden, dat de arbeidsinspectie zonodig ingrijpt en dat de uitvoeringsinstelling daar aan de bel trekt.

De staatssecretaris lijkt soms een ware kruistocht te voeren om meer financiële prikkels voor werknemers in te voeren (snijden in uitkeringsrechten en verhinderen van bovenwettelijke aanvullingen). Wij denken niet dat dat helpt. Op uitkeringen is afgelopen jaren fors bezuinigd en dat leidde niet tot een lagere instroom in de WAO.

Het is een simpele voorstelling van zaken die de gang van zaken in bedrijven miskent. Werkgevers hebben de meeste mogelijkheden in handen om fatsoenlijk personeelsbeleid te voeren, om het werk aan te passen en instroom in de WAO te verminderen. Werkgevers die dat doen, laten goede resultaten zien. Het probleem is dat niet alle bedrijven dat uit zichzelf doen. Ze hebben aansporing nodig.

De andere commissie Donner, die adviseerde over de aanpak van psychische arbeidsongeschiktheid, heeft grote nadruk gelegd op de nog onbenutte mogelijkheden voor werkgevers en artsen. Werknemers met psychische klachten zijn gebaat bij snelle medische behandeling en snelle terugkeer naar werk. Werkgevers en behandeld artsen zijn eerder geneigd hun handen af te trekken van werknemers met psychische klachten in de veronderstelling dat rust de oplossing brengt. Donner heeft concrete aanbevelingen gedaan om die misvatting te doorbreken. In juni dit jaar werden die aanbevelingen gedaan. Waarom hanteren we die aanbevelingen nog steeds niet in de praktijk, vragen wij de staatssecretaris.

De staatssecretaris miskent ook de toetsende en activerende rol die een sterke, goed toegeruste uitvoeringsinstelling kan hebben. De PvdA ergert zich aan de manier waarop de staatssecretaris een enkel stokpaardje berijdt en de urgentie van het werkelijke probleem niet lijkt te zien.

De komende jaren moet vrijblijvendheid in de WAO-aanpak verdwijnen. De uitvoeringsorganisatie moet beter werken en klaar staan voor werkgevers en werknemers die begeleiding willen en moet zonodig controleren en sancties opleggen waar dat nodig is. Werkgevers zullen beseffen dat ze hun arbeidsorganisatie open kunnen stellen voor werknemers met vele soorten wensen en mogelijkheden. De standaard werknemer bestaat niet meer. We hebben fulltimers, we hebben deeltijders, we hebben mannen en vrouwen met zorgtaken, we hebben verschillende culturen en afkomst op de werkvloer en we hebben ook werknemers met een ziekte of handicap die daar op eigen manier mee kunnen werken. We moeten ook af van het beeld dat zelfs volledig afgekeurde WAO'ers niet meer kunnen of hoeven te werken. Als er reëel passend aanbod is, is er geen reden voor arbeidsgehandicapten om daar niet op in te gaan.

We hebben een omslag nodig in het WAO-beleid. We willen toe naar een activerender stelsel waarbij het recht op werk voorop staat en werknemers die ziek worden, maar nog kunnen werken niet in de WAO of bijstand afglijden. De afgelopen jaren is uiterst traag geopereerd.

Heel welkom was het advies van de commissie Donner over de WAO. Die commissie heeft een nieuwe koers ingezet. De PvdA-fractie heeft de keuze voor een activerender stelsel, die Donner maakt, verwelkomd. De Sociaal Economische Raad is, na de adviesaanvraag door het kabinet, verwikkeld in een debat met als inzet diezelfde koers. Het debat dat daar plaatsvindt is buitengewoon belangwekkend. Als werkgevers en vakbeweging er in slagen die koers uit te werken is er draagvlak gecreëerd voor een oplossing van het WAO-probleem die echt werkt.

Wij hadden graag al een SER-advies hier gehad, maar we beseffen dat simpele oplossingen niet bestaan en wachten daarom geduldig af tot welke uitwerking de SER komt.

De PvdA-fractie wil vandaag een duidelijk signaal afgeven. Wat ons betreft is de WAO een uitkering voor werknemers die geen mogelijkheden meer hebben te werken. De WAO is er voor volledig arbeidsongeschikten.

Waarom zouden gedeeltelijk arbeidsongeschikten een beroep moeten doen op zo'n uitkering? Gedeeltelijk arbeidsongeschikten zijn gedeeltelijk arbeidsgeschikt en kunnen dus gewoon in dienst blijven in hun bedrijf. Dat is onze invulling van het begrip Recht op werk. Een werknemer die ziek wordt of een handicap oploopt moet niet worden veroordeeld tot de WAO en ontslag. Wij willen handhaving van het dienstverband en aangescherpte ontslagbescherming. Bij dat recht op werk hoort dat werknemers elk passend aanbod accepteren, zich laten scholen en hun best doen hun inzetbaarheid te vergroten ondanks hun ziekte.

De PvdA wil ook goede inkomensbescherming. Als werknemers minder kunnen werken, is loonsuppletie nodig. Werkgevers moeten deze in principe betalen, maar kunnen daar wat ons betreft ook compensatie voor krijgen.

We hopen dat meer partijen deze koers willen volgen.

Wat de PvdA betreft zijn er meer voorstellen die wat ons betreft een grote rol moeten spelen in het kabinetsstandpunt over de WAO en het politieke debat dat ongetwijfeld volgt.


* De PvdA wil het moment van keuring flexibel afstemmen op de situatie van betrokken werknemers. Soms kan een WAO-claim snel worden afgewerkt als duidelijk is dat terugkeer naar werk niet meer kan. Veel vaker kan de WAO-keuring juist worden uitgesteld. Loondoorbetaling is nodig zolang er uitzicht is op herstel en gezocht wordt naar passend werk. Twee jaar loon doorbetalen ligt meer in de rede dan een jaar.

* Wat ons betreft wordt bij elke WAO-aanvraag standaard een arbeidsdeskundige ingeschakeld die beziet of het bedrijf waar de zieke werkt serieus heeft gezocht naar passend werk.

* De PvdA wil gerichte aandacht voor snelle medische behandeling van psychisch arbeidsongeschikten en beleid gericht op terugkeer naar werk. De aanbevelingen van de commissie Donner over psychische arbeidsongeschiktheid moeten snel uitgevoerd worden.

* Arbeidsongeschikten worden te makkelijk ontslagen of afgewezen bij sollicitaties. Wij wachten met ongeduld op de Wet Gelijke behandeling gehandicapten die dat recht kan garanderen. De PvdA verwacht ook dat de uitvoeringsinstelling actiever controleert op onterecht ontslag.


* Voor WAO'ers die vanuit de uitkering aan de slag komen, is het van belang dat ze er netto op vooruitgaan. Het kabinet heeft eerder aangegeven dat WAO'ers zeker tien procent netto vooruitgang moeten ervaren. Heeft het kabinet hier al een uitwerking voor?

* Indien geen aangepast werk kan worden gevonden voor nieuwe en bestaande WAO'ers geldt wat ons betreft een tweezijdige baangarantie: de overheid garandeert een baan (desnoods gesubsidieerd), de WAO-gerechtigde moet deze baan accepteren.

* Schep ruimte voor het idee dat volledig afgekeurde WAO'ers actief willen en kunnen blijven. De PvdA wil meer ruimte voor sociale activering van WAO'ers.

* Wij willen ook meer aandacht in het WAO-beleid voor de rol die kleine werkgevers spelen. Het verzuim is in het kleinbedrijf vaak lager dan in grote bedrijven en dat is positief. Maar als in een bedrijf een werknemer langdurig ziek wordt, is de kleine werkgever vaak minder in staat goed te reageren. De PvdA vraagt het kabinet bij het komend WAO-standpunt meer rekening te houden met de specifieke positie van kleine werkgevers.
* De PvdA-fractie maakt zich ongerust over de mogelijkheden die er zijn voor preventie en reïntegratie bij flexwerkers. De WAO-instroom is hoog bij werknemers die geen werkgever meer hebben. In de WAO-adviezen tot nu toe wordt met die omvangrijke groep amper rekening gehouden. Het kabinet doet dat hopelijk wel. Vorig jaar al vroegen we het kabinet om bij het kabinetsstandpunt over het WAO-advies van de SER een emancipatie-effectrapportage uit te voeren. Wij gaan er vanuit dat staatssecretaris Verstand en Hoogervorst daarin goed samenwerken.


* De PvdA-fractie mist aandacht in beleid voor de sterke groei van het aandeel jonggehandicapten met een Wajong-uitkering. De PvdA-fractie heeft het idee dat over deze groep te weinig bekend is en dat veel kansen blijven liggen. Is de regering bereid een aparte notitie uit te brengen over Wajongers en de factoren die bij de groei een rol spelen en hun kansen op werk. Leidt de stand van de medische wetenschap ertoe dat meer kinderen langer blijven leven met een handicap? Voorop staat dat voor iedereen, ook de ernstig gehandicapten, werk mogelijk moet zijn. Specifiek aandacht voor praktijkscholen.


* Nederland heeft al heel lang de ambitie om ook voor ernstig lichamelijk en verstandelijk gehandicapten te streven naar betaald werk. Heel lang al gebeurt dat via de sociale werkvoorziening. Nederland is tamelijk uniek in het bieden van deze beschutte werkplaatsen. De PvdA is voor doorstroming uit de sociale werkvoorziening naar gewone bedrijven waar dat kan, maar gaat er vanuit dat de sociale werkvoorziening nodig blijft voor grote groepen werknemers en uitgebreid kan worden. Er zijn wachtlijsten die weggewerkt moeten worden.

Wij willen beleid dat meer mensen aan de slag helpt, ook diegenen voor wie het minder vanzelfsprekend en makkelijk is.