Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Samenvatting

"Het huidige regeerakkoord stelt heel duidelijk dat we het beleid op terreinen als handel, landbouw en wapenleveranties in lijn moeten brengen met het ontwikkelingsbeleid. Met uw steun zal het volgende regeerakkoord deze coherentie nog nadrukkelijker op de agenda van het hele kabinet moeten zetten." Dat zei minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking) dinsdag 11 december op een bijeenkomst in Den Haag van de campagne 'wereldburgers.nl'. Hieronder volgt de speech van de minister, waarin ze reageerde op het manifest van deze brede campagne.

De afgelopen jaren heb ik me met enige regelmaat wat teleurgesteld betoond over de Derde-Wereldbeweging. Misschien heeft u het septembernummer gezien van het blad Milieudefensie dat me op de omslag afbeeldt met de aankeiler 'Paars van jaloezie'. De milieubeweging is erin geslaagd zich te ontplooien als een gesprekspartner en een machtsfactor waar de politiek en andere belanghebbenden niet om heen kunnen.

Ik ben blij dat ik vandaag de bordjes eens kan verhangen. Deze nieuwe campagne spreekt me bijzonder aan. Een campagne die inhoudelijk ingaat op thema's die er echt toe doen voor de armsten en die zich duidelijk richt op de politiek. Deze campagne bevat alle elementen - nou ja, bijna alle: de acties mogen wat mij betreft best nog wel wat uitdagender en gedurfder - die ik graag zie van een effectieve Derde-Wereldbeweging: Een brede beweging die erop uit is om draagvlak in de maatschappij te vertalen in politieke druk op het Binnenhof, te vertalen in concrete resultaten in het Zuiden.

Want dat is de kern. We discussieren wat af in Nederland over het draagvlak voor Ontwikkelingssamenwerking. Of het groter wordt, of juist kleiner. Hoe diep en hoe breed het is. Daarbij wordt maar al te vaak vergeten waar het om draait: wat dat draagvlak concreet betekent voor armen elders in de wereld. Voor lokale vissers die er niet van gediend zijn dat Europese vissers hun wateren komen leegvissen. Voor boeren en boerinnen die hun markt overspoeld zien met Europese producten. Voor koffietelers die lagere prijzen dan ooit krijgen voor hun koffie. Voor kinderen die in rebellenlegers worden geronseld omdat er geen ander perspectief is. Voor sloppenwijkbewoners die verstoken zijn van rechten en voorzieningen. Draagvlak is geen doel op zich, het is een middel om een veiliger wereld, een wereld met minder armoede voor elkaar te helpen boksen. En dat is waar u als wereldburgers aan wilt bijdragen.

Uw manifest haalt veel overhoop. Premier Kok heeft vorige maand al kort gereageerd. Namens de regering kan ik er nu iets uitgebreider op ingaan. Ik vraag uw begrip dat ik onmogelijk alle onderdelen kan bespreken. Er komen in de loop van de campagne vast nog wel andere momenten om wat nu onderbelicht blijft over het voetlicht te halen. Ik ben daar altijd toe bereid.

Het is geen toeval dat de titel van uw campagne naadloos aansluit op het nieuwe devies van mijn beleid: "Ontwikkelingsssamenwerking heeft een wereldtaak". De regering neemt die wereldtaak serieus. Serieuzer dan u erkent.

Terecht schrijft u dat het afgelopen moet zijn met de tegenstelling van 'wij bevoorrechten helpen jullie armen'. Als ik een idee voortdurend heb uitgedragen de afgelopen jaren dan is het wel de jaren van de betutteling voorbij zijn. De stap van caritas naar ownership is in het beleid al gezet.

U vraagt de regering ook om met een duidelijk beleid te komen over realisatie van de 'seven pledges' - die nu zijn opgegaan in de acht millenniumdoelstellingen. Die doelstellingen zijn de leidraad van het beleid. Al onze activiteiten moeten daaraan bijdragen. En dan heb ik het niet alleen over besteding van geld. Nee, de wereldtaak van Ontwikkelingssamenwerking omvat veel meer. Het gaat ook om het buitenlands beleid over de volle breedte en om andere beleidsterreinen die de ontwikkelingslanden raken. Dat beleid is er. U kunt het lezen in de brochure 'Ontwikkelingssamenwerking heeft een wereldtaak'.

Naast ownership is coherentie is het tweede sleutelbegrip, de toetssteen voor een regeringsbeleid dat door een brede, mondiale bril kijkt.

Coherentie is ook iets waar we heel hard aan trekken - en dat al vanaf het begin van de Kabinetsrit. Sla het regeerakkoord van Paars-II er maar op na. Daarin staat het heel duidelijk. We moeten het beleid op terreinen zoals handelspolitiek, landbouwbeleid en wapenleveranties in lijn brengen met het ontwikkelingsbeleid. Ook hier is meer gebeurd dan wat een lezer van uw manifest zal denken. Tel uit je winst. Nederland heeft zich bijvoorbeeld drie jaar geleden al uitgesproken voor afschaffing van de exportsubsidies. En wij waren de eersten om te onderstrepen dat gezondheidsbelangen zwaarder wegen dan patentrechten.

"Wereldburgers zijn wij allemaal", burgers, ondernemers, consumenten. Allemaal. U richt u in uw manifest met name tot ons, de politici. Wij moeten bij het nemen van beslissingen meer - 'nog meer' zou ik zeggen - rekening houden met de internationale gevolgen van te nemen politieke besluiten. Uw omschrijving lezend van wat wereldburgers zijn, kan ik u verzekeren dat ik mij elke vrijdag in de Treveszaal in het gezelschap bevind van echte wereldburgers.

Even terzijde: belangen afwegen is niet het exlusieve voorrecht van politici. Ook maatschappelijke organisaties moeten belangen wegen. Wat betekent bijvoorbeeld een gesloten voedselkringloop in Europa, waar sommige milieuorganisaties voor pleiten, voor boeren in ontwikkelingslanden? En als gemeenten hun wereldtaak serieus nemen, moeten ze daar dan zelf ook niet meer geld voor uittrekken?

Ook het volgende regeerakkoord zal nadrukkelijk - en met uw steun: nog nadrukkelijker - het belang van ontwikkelingslanden en armoedebestrijding voor het hele kabinet moeten agenderen. Dat is de grondvest waarop een actieve minister voor Ontwikkelingssamenwerking de rest van het kabinet moet kunnen aanspreken. Ik lees uw manifest als een warm pleidooi om coherentie opnieuw te verankeren in het regeringsbeleid.

Want natuurlijk is de coherentie binnen het Nederlandse beleid nog voor verbetering vatbaar. Waar dat beter kan en moet - bijvoorbeeld als landbouwgrootmacht heeft ook Nederland nog een lange weg te gaan - daag ik u uit daar vol tegenaan te gaan in uw campagne. En om daarbij ook thema's zoals nieuwe voedselnormen, die met een pennestreek de export van arme landen een klap toe kunnen brengen, niet te vergeten.

Maar de harde kern van het coherentievraagstuk zit in de de besluitvorming op Europees niveau, zoals het manifest ook erkent. Wat je in Den Haag wint, verlies je weer in Brussel.

¬ De Commissie doet veel te weinig om incoherenties te signaleren en actie te ondernemen. Op het bureau dat daarvoor is opgezet werkt een part-timer. We vragen er al sinds jaar en dag om, maar hebben nog nooit goede rapportage over de coherentieaanpak van de Commissie mogen ontvangen.

¬ Een paar gelijkgezinde landen vinden coherentie ook belangrijk, maar de meeste lidstaten interesseren de belangen van ontwikkelingslanden geen zier. Daarom is besluitvorming op Europees niveau zo moeilijk coherent te maken. Dit is de crux!

Deze Wereldtaak staat niet los van de activiteiten van wereldburgers. Ik denk vooral aan uw samenwerking met NGO-netwerken met leden in de zuidelijke lidstaten. Die moeten oproepen om daar de coheretiekwesties veel meer publiek en politiek te agenderen. Als er in landen als Italie, Frankrijk, Spanje geen actieve lobby komt voor bijvoorbeeld de afschaffing van exportsubsidies, herziening van het rijstbeleid of tegen het leegvissen van de West-Afrikaanse kusten, dan blijft het moeilijk om EU-beleid fundamenteel te veranderen.

De visserijverdragen zijn een actueel en pijnlijk voorbeeld. Zoals het nieuwe verdrag met Mauritanië. Belangen van Spaanse vissers winnen het van de belangen van de lokale visserijgemeenschappen in Mauritanië. Dit is een van de coherentiepunten die de Commissie heeft laten lopen. Het was te laat om dat akkoord nog tegen te kunnen houden. We gaan nu steun geven aan het Mauritaanse Visserij-instituut. Over twee jaar is een revisie van het verdrag voorzien. Dan moeten de gevolgen voor de visstand helder in kaart gebracht zijn. Ook langs die weg kan Ontwikkelingssamenwerking bijdragen aan vergroting van de coherentie. Ik zal me er voor inzetten dat bij de aanstaande onderhandelingen over het visserijakkoord met Senegal de coherentie wel een rol speelt. Dat lukt des te beter als dat gepaard gaat met een effectieve lobby van wereldburgers binnen de EU. Ik ben geinteresseerd in voorstellen van uw kant over gebundelde actie met zuidelijke NGO's op dit en andere thema's die voor armoedebestrijding zo geweldig belangrijk zijn.

Coherentie op het gebied van handel en schulden samen met een goed beleid gericht op management en preventie van conflicten. Dat is gezien vanuit ontwikkelingslanden waar het in de eerste plaats om draait. Daarom heb ik zo uitvoerig stilgestaan bij coherentie.

Die coherentie geldt ook voor veel van de andere onderwerpen die uw manifest aansnijdt. Natuurlijk moeten we bijvoorbeeld de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden niet uithollen door schaamteloos schaars personeel te werven. Nederland heeft dat ook niet gedaan. In het geval van de Zuid-Afrikaanse verpleegsters hebben we keurig afspraken gemaakt met de Zuid-Afrikaanse overheid. In ons beleid geven we de landen waarmee we samenwerken juist extra steun om gezondheidszorg te verbeteren en gezondheidswerkers ook te kunnen behouden, zoals bijvoorbeeld in Ghana. Ik heb extra budgetsteun toegezegd om de salarissen in de gezondheidszog op te kunnen toppen.

Laten we bij alle gepraat over de noodzaak van een coherenter beleid, vooral niet vergeten dat de hulp zelf ook cruciaal is. In ruim vijftig jaar heeft Nederland ruim 120 miljard gulden bijgedragen aan ondersteuning en hulp voor arme landen. Daar mogen we trots op zijn, zoals uw manifest terecht vermeldt. Maar in uw regeerakkoord vind ik daar vervolgens geen woord van terug.

Het lijkt soms mode om het belang van hulp en de effecten ervan te bagatelliseren. Een druppel op de gloeiende plaat, hulp maakt mensen afhankelijk en tast hun waardigheid aan, zo hoor je keer op keer. De feiten spreken een andere taal.

Neem bijvoorbeeld de resultaten van een onderwijsprogramma in Indonesie dat wij steunen. Dankzij de Nederlandse bijdrage aan dat programma konden grofweg een miljoen Indonesische schoolkinderen - ondanks de crisis - onderwijs blijven volgen. Het voorbeeld past binnen de mondiale trend. Polio is dankzij hulp vrijwel uitgeroeid. Datzelfde geldt voor rivierblindheid. Het aantal mensen met toegang tot schoon drinkwater is tussen 1970 en 1999 gestegen van 13 tot 71%. In diezelfde periode daalde het aantal mensen dat niet kan lezen en schrijven in ontwikkelingslanden van meer dan de helft naar iets meer dan een kwart. Een groot aantal landen dat in 1970 nog hulp kreeg - in Latijns Amerika, in Zuid Oost Azie - staat nu op eigen benen. Ook zeer arme landen als Uganda, Mozambique of Bangladesh boeken, mede dankzij buitenlandse steun, indrukwekkende resultaten op het vlak van economische groei en de opbouw van basisvoorzieningen voor de bevolking.

Wereldburgers kiezen ook voor het minstens het op peil houden van die hulp en voor een effectieve besteding van dat geld.

Uw oproep aan de politiek neem ik ter harte en zie ik als een steun in de rug voor mijn beleid en dat van de regering. Omgekeerd mag de maatschappij de afweging niet alleen overlaten aan de politici, want wereldburgers zijn we allemaal. Politici hebben ook de zekerheid nodig dat er draagvlak is in de samenleving voor keuzes die onze directe eigenbelangen minder op de voorgrond stellen, voor keuzes die in eigen vlees snijden.

.