Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2001/4281
datum
28-11-2001

onderwerp
Mond- en klauwzeerconferentie 12 en 13 december 2001 TRC 2001/12033 doorkiesnummer

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Zoals reeds in eerdere brieven aangegeven zal op 12 en 13 december 2001 de Europese mond- en klauwzeerconferentie gehouden worden. Met deze brief wil ik u informeren over het definitieve programma van de conferentie en de Nederlandse inzet op de conferentie.

datum
28-11-2001

kenmerk
VVA. 2001/4281

bijlage

Programma MKZ-conferentie
Op de conferentie zal een brede maatschappelijke discussie gehouden worden over het mond- en klauwzeerbeleid. In het programma zijn enerzijds sprekers opgenomen uit het agrarische en veterinaire veld; anderzijds zullen sprekers ingaan op de maatschappelijke gevolgen van een mond- en klauwzeeruitbraak, de gevolgen op het vlak van dierenwelzijn en de sociaal-economische gevolgen voor de niet-agrarische sectoren. Voor het volledige programma verwijs ik naar bijlage I.

Nederlandse inzet MKZ-conferentie
Hoewel uiteraard over de uitkomsten van de conferentie nog niets kan worden gezegd, is de inzet van Nederland gericht op de volgende punten:
* Gezien de ervaringen met de recente MKZ-uitbraken is duidelijk dat de bestrijding van MKZ niet louter meer agrarisch/veterinair te benaderen is maar een bredere, meer maatschappelijke benadering vereist;
* Tijdens de mond- en klauwzeeruitbraken dit voorjaar zijn grote aantallen 'gezonde gevaccineerde dieren' gedood. Hiertoe was besloten omdat onder de toen geldende regelgeving zeer ernstige bezwaren verbonden waren aan het in leven laten van de gevaccineerde dieren.
Het doden van grote aantallen 'gezonde dieren' is maatschappelijk op zeer grote weerstand gestuit. Om te voorkomen dat bij een nieuwe uitbraak grote aantallen dieren gedood moeten worden, zullen de gevolgen van vaccinatie op een verantwoorde manier beperkt dienen te worden.

Belangrijke instrumenten die de gevolgen kunnen beperken zijn markervaccins en onderscheidende testen, testen die onderscheid kunnen maken tussen gevaccineerde dieren en door het MKZ-virus geïnfecteerde dieren.
Nederland zal zich inzetten voor verdere ontwikkeling en internationale acceptatie van markervaccins en onderscheidende testen. De Europese Unie heeft aangegeven volgend jaar aan de ontwikkeling van markervaccins mee te gaan betalen. Dit zie ik dan ook als een belangrijke ondersteuning van de Nederlandse inzet. Tevens zal de inzet zich richten op toepassingsmogelijkheden van markervaccins en onderscheidende testen, waardoor de gevolgen van vaccinatie aanzienlijk beperkt zullen worden en het in leven laten van gevaccineerde dieren een reële optie wordt. De toepassingsmogelijkheden waarop Nederland zich zal richten zijn: + Restricties die voor een vaccinatiegebied en het eromheen liggende toezichtsgebied gelden kunnen op een verantwoorde manier eerder opgeheven worden als door inzet van onderscheidende testen aangetoond kan worden dat geen door het MKZ-virus geïnfecteerde dieren in een tegen mond- en klauwzeer gevaccineerde gebied meer aanwezig zijn. + Producten van gevaccineerde dieren waren vanwege de kans op een mogelijke besmetting met het mond- en klauwzeervirus tot op heden moeilijk te vermarkten. Als door deze onderscheidende testen aangetoond kan worden dat geen door het MKZ-virus geïnfecteerde dieren meer aanwezig zijn, kunnen de producten van de gevaccineerde dieren op een verantwoorde wijze vermarkt worden.
* Het door Nederland gehanteerde bestrijdingsbeleid heeft tot technische, logistieke en andere praktische problemen geleid. Gesteld kan worden dat de grens was bereikt en dat bij een langer durende of grotere uitbraak dit tot problemen zou hebben geleid. Als Nederland als gevolg van de huidige bestrijdingsstrategieën andere lidstaten niet meer kan vrijwaren op de insleep van MKZ-virus zullen deze andere lidstaten geconfronteerd worden met dezelfde problemen als Nederland ondervonden heeft. Hoewel de MKZ-uitbraak gelukkig beperkt is gebleven tot slechts enkele lidstaten is het geen probleem van individuele landen, maar een probleem dat in hoge mate een mondiale dimensie heeft; een probleem dat vraagt om een integrale benadering. * Veel meer dan in het verleden zal de aandacht gericht moeten worden op de preventie van dierziekten. Onder erkenning van het feitelijke gegeven dat aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten bestaan met betrekking tot in- en exportstromen, veedichtheid en bedrijfsgrootte, streeft Nederland niettemin naar een effectief Europees stelsel met een hoog beschermingsniveau: structureel aanzienlijk aangescherpte Europese regelgeving op het vlak van het verzamelen van dieren en de onderlinge bedrijfscontacten is de inzet. Tegen de achtergrond van de grote gevaren, verbonden aan het verzamelen van dieren, en de grote handelsstromen in Europa moeten dierverzamelingen zoveel mogelijk worden voorkomen. In ieder geval dienen dergelijke verzamelingen te voldoen aan stringente inrichtings-, R&O- en administratieve eisen.
Met betrekking tot de onderlinge bedrijfscontacten zal Nederland met name streven naar een effectief Europees regime, gebaseerd op de 30-dagenquarantainemaatregel zoals thans in Nederland van kracht is.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst