Strategische visie Amsterdamse binnenstad vastgesteld
Het college van B&W heeft de Strategische Visie voor de Amsterdamse
binnenstad vastgesteld. De opdracht voor de binnenstad voor de komende
jaren luidt: 'Behoud wat sterk is en versterk wat zwak is'. De visie
is het resultaat van uitgebreide gesprekken met individuele burgers en
vertegenwoordigers van tal van organisaties, onder andere tijdens de
BinnenstadsMarathon op 10 februari jl. Doel van de gesprekken was het
ontwikkelen van een visie waarmee de binnenstad tot ná 2008 verder kan
in haar ontwikkeling.
Eind 1999 heeft de gemeenteraad bij motie van het raadslid Hoogland
gevraagd om het vaststellen van de Strategische Visie Binnenstad als
leidraad voor het bestuur van de centrale stad en het bestuur van het
aanstaande stadsdeel Amsterdam-Centrum. Door de gebiedsoverstijgende
betekenis van de binnenstad is de visie een gezamenlijke opgave en
daarmee bindmiddel voor de beide besturen. Het college heeft
vervolgens vier trends benoemd waar de visie rondom is gerangschikt:
De binnenstad wordt exclusiever, drukker, krijgt minder (traditioneel)
productiemilieu en wordt anoniemer.
De visie beschrijft het belang van de binnenstad voor Amsterdam. De
binnenstad wordt gezien als het visitekaartje van Amsterdam: Het imago
van de binnenstad is sterk bepalend voor het imago van heel Amsterdam.
Voor tal van functies en activiteiten is de binnenstad een bijzonder
gewild gebied en mede daardoor gaat het in veel opzichten goed met de
binnenstad. Dit moet worden behouden en waar mogelijk versterkt. Het
versterken van de centrumpositie en het behoud van de functiemenging
is een belangrijke voorwaarde. Er zijn echter ontwikkelingen gaande
die de voor de binnenstad zo karakteristieke menging aan functies
onder druk zetten. Er moet ook oog zijn voor de keerzijde van de
populariteit. Het risico is dat sommige functies gaan overheersen ten
koste van andere of dat functies geheel uit de binnenstad worden
weggedrukt. Hierdoor worden niet alleen de diversiteit en het
leefklimaat aangetast, maar verliest de binnenstad ook als creatief en
innovatief centrum aan betekenis.
De vijf hoofddoelstellingen van het Beleidsplan Binnenstad uit 1993
worden in de visie onderschreven:
* versterken van de centrumpositie en behoud van de functiemenging;
* behoud van de kwaliteit van het historisch stadsbeeld;
* verbeteren van veiligheid en leefbaarheid;
* verbeteren van de bereikbaarheid;
* zorgen voor een adequaat activiteiten- en voorzieningenniveau.
Daarnaast geeft de visie een aantal richtinggevende uitgangspunten
voor het beleid van de Binnenstad:
* De binnenstad moet toegankelijk blijven als woonplek voor alle
inkomensgroepen.
* Binnen de functiemenging moeten diversiteit en kwaliteit
kenmerkend blijven.
* De binnenstad moet een plek blijven voor innovatieve experimenten.
* De drukte en de overlast die de centrumpositie met zich meebrengt
moet beheerst worden.
* Een goede opvang en beheersing van daklozen en verslaafden moet
gewaarborgd worden.
* Er moet preventief worden opgetreden tegen initiatieven die een
crimineel risico kunnen opleveren.
* Er moeten duidelijke grenzen worden aangegeven aan wat als
publieke omgangsnormen nog acceptabel is en er moet worden zorg
gedragen voor maatschappelijke cohesie.
In de Strategische Visie neemt het college geen besluit over de wijze
waarop de visie moet worden uitgevoerd. Het is na de verkiezingen de
verantwoordelijkheid van de besturen van de centrale stad en het
stadsdeel Amsterdam-Centrum om de visie te vertalen naar operationeel
beleid en uitvoerend instrumentarium. Niettemin is in de Strategische
Visie op basis van bijdragen uit de discussies een inventarisatie
opgenomen van mogelijke acties en maatregelen. Ook is als bijlage het
preadvies op de dubbelnota 'De Binnenstad in Evenwicht' van de
raadsleden Irik en Meijer opgenomen. Daarin worden twaalf concrete
aanbevelingen gedaan voor de ontwikkelingen in de horeca en het
toerisme.
Stefan Rutte
© gemeente Amsterdam - 12-12-2001