Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

http://www.minlnv.nl

Inleiding Minister Brinkhorst MKZ conferentie

Inleiding door de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, de heer mr. L.J. Brinkhorst, tijdens de mkz-conferentie (International Conference on Prevention and Control of Foot and Mouth Disease)
12 december, Brussel.

Dit voorjaar was Europa in de greep van de mond- en klauwzeer. Het besmettelijke virus kwam vanuit Groot-Brittannië via Frankrijk naar Nederland.
Als Nederlandse minister van landbouw, was ik ervoor verantwoordelijk dat deze dierziekte volgens de Europese regels werd bestreden. 'Stamping out' dus.
Die verantwoordelijkheid heb ik genomen.
Dat heeft de Europees Commissaris David Byrne vorige week 750.000 handtekeningen opgeleverd van Nederlandse burgers. Zij vinden dat dieren tijdens de MKZ-crisis respectloos zijn behandeld.
Deze handtekeningenactie is exemplarisch voor de reactie van het Nederlandse publiek op het Europese non-vaccinatiebeleid. Ik wil die reactie serieus nemen.
Daarom ben ik blij dat we hier vandaag en morgen gaan praten over de Europese aanpak van MKZ.

Ook tijdens de FAO-conferentie die begin november werd gehouden, is over MKZ gesproken tijdens een ministeriële meeting waar bijna honderd landen vertegenwoordigd waren.
Veel deelnemers riepen op tot heroverweging van de gangbare methoden om MKZ te bestrijden, dus ook van het Europese
non-vaccinatiebeleid.

In Europa hebben we in 1992 op twee gronden besloten tot het non-vaccinatiebeleid.
Ten eerste de gedachte dat een 'cordon sanitaire' rond de EU ons zou vrijwaren van MKZ.
En ten tweede de veronderstelling dat, als er toch MKZ zou uitbreken, we die uitbraak dankzij onze rapid alert systemen snel onder controle zouden krijgen.

Deze vooronderstellingen zijn onjuist gebleken. Op 20 februari brak MKZ uit in het Verenigd Koninkrijk. Op 13 maart in Frankrijk.
En op 21 maart in Nederland.
Toch hadden we hier op het vaste land niet lijdzaam zitten wachten op insleep vanuit Groot-Brittannië.
Meteen op 21 februari werd een Europees verbod op export van MKZ-gevoelige dieren en hun producten vanuit Groot-Brittannië naar andere lidstaten van kracht.
In Nederland werd bovendien een verzamelverbod van evenhoevigen uitgeroepen en er werden stringente eisen gesteld aan de reiniging en ontsmetting van transportwagens voor dieren.
Ondanks deze preventieve maatregelen hebben we de ziekte niet buiten Nederland kunnen houden.
In totaal zijn in Nederland 26 uitbraken vastgesteld, de laatste op 22 april 2001.
Er zijn ongeveer 2900 bedrijven (inclusief 800 particulieren) geruimd.
Op 25 juni werd Nederland weer officieel vrijverklaard door de EU en op 18 september door de OIE.

In Nederland hebben we de bestrijding voortvarend aangepakt, conform de Europese regelgeving.
Zoals ik al zei, sinds 1992 gold het non-vaccinatiebeleid. 'Stamping out' was dus het belangrijkste instrument dat wij in handen hadden.
We ruimden de besmette bedrijven.
Maar in een land als Nederland, waar de veedichtheid hoog is en het onderling contact tussen bedrijven veelvuldig, is dat niet genoeg. Daarom moesten ook bedrijven in de omgeving van een besmet bedrijf en bedrijven die contact hadden gehad met dat bedrijf, preventief worden geruimd.
Om het beoogde effect te sorteren, moesten alle ruimingen zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
Dat leidde al snel tot capaciteitsproblemen bij doding en destructie.
Ik heb toen gezegd: in Nederland geen brandstapels. We zijn de dieren gaan vaccineren in afwachting van ruiming.

Deze beperkte noodvaccinatie bleek niet voldoende om de ziekte te bedwingen.
Daarom zijn we overgegaan tot grootscheeps vaccineren op de Noord-Veluwe, een gebied van ongeveer 1200 vierkante kilometer. In totaal zijn ruim 250.000 dieren gedood en vernietigd, terwijl er slechts 26 bedrijven daadwerkelijk besmet waren.

De consequenties van dit beleid waren enorm, zowel maatschappelijk als economisch.

Het doden van grote aantallen gezonde dieren is maatschappelijk op zeer grote weerstand gestuit.
De burger had bepaald geen waardering voor het overheidsingrijpen, zoals zojuist beschreven.
En het imago van de veehouderij in Nederland ging er zienderogen op achteruit.
In de perceptie van de Nederlandse burger is het dier meer dan een productiemiddel dat je naar believen kunt afschrijven. Bovendien bracht het non-vaccinatiebeleid hoge maatschappelijke kosten met zich mee; andere sectoren, zoals natuur en recreatie, werden de dupe.
De inkomstenderving in deze sectoren en het ongemak voor de burger, die bijvoorbeeld moest toezien dat zijn favoriete wandelgebied wekenlang met roodwitte linten was afgezet, droegen niet bij aan de algemene waardering voor het overheidsbeleid.
Terwijl de burger daarvoor wel de kosten moet opbrengen. Deze manier om de ziekte te bestrijden kost de overheid handen vol met geld. De totale kosten lopen in de 280 miljoen euro.

Een aanverwant probleem is de uitvoerbaarheid van de huidige bestrijdingsmethode.
Hoe groter de uitbraak, hoe meer technische, logistieke en andere praktische problemen er ontstaan.
De grens is bereikt.
Bij een grotere of langer durende uitbraak bestaat een kans dat Nederland met de huidige bestrijdingsstrategieën niet meer in staat is om andere lidstaten te vrijwaren van insleep van het MKZ-virus. Daarom wil ik benadrukken dat we hier vandaag niet praten over een probleem van een aantal individuele landen, maar over een gezamenlijk Europees probleem met een mondiale dimensie.
Dat vraagt om een integrale benadering.
Ik kom daar straks op terug.

Nederland verkeert binnen Europa in een bijzondere situatie. Vergeleken met andere EU-landen, heeft Nederland een zeer intensieve veehouderij.
Alleen Nedersaksen in Duitsland en het westen van België hebben een vergelijkbare dierdichtheid.
Nederland is bovendien een klein land; we zitten er met zijn allen dicht bovenop als er iets misgaat in de veehouderij. En we werden in een tijdsbestek van slechts enkele jaren bezocht door de varkenspest, BSE en MKZ.
Als crises elkaar in rap tempo opvolgen, maakt het lichaam steeds sneller stresshormonen aan.
En dat geldt dan niet alleen voor het dier.
De commotie die in Nederland is ontstaan, neem ik serieus. En ik hoop dat de signalen uit de Nederlandse samenleving in Europees verband serieus worden genomen.
Andere landen die de MKZ-crisis niet aan den lijve hebben ondervonden, reageren anders op de afgelopen crisis.
Maar mocht MKZ deze landen ooit bereiken, wat we niet hopen, dan verwacht ik daar reacties die vergelijkbaar zijn met de Nederlandse reactie nu.
En aangezien op het Europese continent de dierstromen alleen maar groter worden, wordt het verspreidingsrisico ook groter.

De economische kant van het verhaal dwingt ons onder de huidige Europese regelgeving tot dit massaal doden van gezonde dieren, waar de Nederlandse samenleving zo.n moeite mee heeft.
Wereldwijd hebben we te maken met de huidige marktsituatie: er is geen markt voor vlees van gevaccineerde dieren, omdat het onderscheid met vlees van geïnfecteerde dieren tot op heden niet zichtbaar te maken was.Nu is er echter een onderscheidende test ontwikkeld, die bij toepassing op groepen dieren, meer dan 99 procent betrouwbaar blijkt.
Zo dadelijk meer daarover.
Het vlees van dieren die met MKZ besmet zijn, is prima te eten zonder gezondheidsrisico.s voor de mens.
Evenals vlees van gevaccineerde dieren.
Dat is wetenschappelijk aangetoond.
Maar de markt trekt zich daar weinig van aan.
Handelspolitiek gezien ligt het moeilijk, zowel tussen de lidstaten onderling, als tussen de EU en bijvoorbeeld Japan en de Verenigde Staten.
Grenzen worden dichtgegooid en markten gesloten, zodra MKZ rondwaart, of zodra er preventief wordt gevaccineerd.
Landen zijn en blijven bang voor insleep van het virus via vleesproducten uit landen waar MKZ heerst of waar preventief wordt gevaccineerd.
Dat is begrijpelijk, maar niet altijd nodig.
Daarom moeten we tot nieuwe afspraken komen.
Om te beginnen in Europa.
Er is een grote interne EU-markt en die wordt met de toetreding van Oost-Europese landen alleen maar groter.
Dat maakt de urgentie om intern tot werkbare afspraken te komen, alleen maar groter.

We kunnen niet verder op dezelfde weg.
We moeten ons herbezinnen.
Daarbij moeten we om te beginnen onze perceptie van het probleem aanpassen: het is meer dan één economisch probleem van één sector, in één lidstaat, binnen één culturele context, met één ethisch perspectief

Welke opties hebben we?
We kunnen het Fort Europa verder versterken door alles wat gevaarlijk is buiten de grenzen te houden.
Dat is in de praktijk niet honderd procent haalbaar, maar de procedures zoals ze nu zijn, kunnen wel verbeterd worden. Om te beginnen moeten we het intern Europees vervoer van levend vee aan nieuwe regels binden.
Het EP heeft daar onlangs uitspraak over gedaan. Ik hoop dat de Europese Commissie spoedig met voorstellen zal komen, bijvoorbeeld om de transportduur te beperken en om risico.s van insleep te verminderen.
Tegen de achtergrond van onze grote vee-intensiteit heeft Nederland op het nationale vlak zijn verantwoordelijkheid genomen met het verbod op veehandel via veemarkten, tenzij voor de slacht. Hierdoor wordt het aantal diercontacten tussen veebedrijven sterk beperkt.
En we kunnen ook denken aan een verplichte quarantaine-periode van bijvoorbeeld dertig dagen voor dieren die op een bedrijf zijn aangevoerd.
Zo.n quarantainemaatregel is momenteel al in Nederland van kracht.

Waar het mij om gaat is dat we tot een verbeterd Europees beleid komen.
In dat beleid moet het lidstaten mogelijk worden gemaakt om zo weinig mogelijk dieren te doden, zonder daarmee meteen hun marktpositie te verliezen.
Het huidige non-vaccinatiebeleid moet dus fundamenteel veranderen. Ik kom daar zo op terug.

In Nederland is geen draagvlak meer voor het onveranderd voortzetten van het huidige beleid.
Vanuit mijn perspectief moet een aangepast Europees MKZ-beleid tot stand komen, dat moet voldoen aan een driedubbele doelstelling: diervriendelijk, maatschappelijk verantwoord én met behoud van zoveel mogelijk afzetmarkt voor ondernemers.
Daarbij denk ik aan tenminste de interne Europese markt. Ik ben me ervan bewust dat we dit alleen kunnen bereiken, als we er stap voor stap en in voortdurende discussie met elkaar, naartoe werken.
Een mogelijke eerste stap is dan ringvaccinatie rond de .haard., zonder de verplichting om de gevaccineerde dieren te doden. Dat kan alleen als we heldere afspraken maken over de status van dieren.
Daarbij kunnen we steunen op de resultaten van de onderscheidende test, waar ik zojuist al naar verwees.
Deze test biedt ons een zekerheid van meer dan 99 procent over de vraag of zich in een bepaalde groep gevaccineerde dieren ook geïnfecteerde dieren bevinden.
Het wordt tijd dat we deze test gaan accepteren, zowel in EU-verband ten behoeve van onze interne markt, als in OIE-verband ten behoeve van de handel met derde landen.
Ik stel me de situatie dan als volgt voor.
Een besmet bedrijf moet altijd worden geruimd, daar kom je niet onderuit.
Maar de dieren in de eerste ring eromheen, worden gevaccineerd. En vervolgens wordt getest of ze besmet zijn met het MKZ-virus. Dieren waarbij het virus wordt aangetroffen, moeten worden gedood. Dieren die virus-vrij zijn, kunnen blijven leven. Hun producten zijn veilig.
Op deze wijze kan het hele gebied rond de haard worden gesaneerd. Als de test overal negatief is, dus als blijkt dat zich geen besmette dieren in de ring bevinden, zijn de producten van de dieren uit de ring veilig.
Met deze veiligheidsgarantie kunnen de producten worden vermarkt aanvankelijk in Europa, later ook elders.
En als we reële afspraken maken over de ring rond de haard, hoeft er ook geen bufferzone of toezichtsgebied te worden ingesteld. Doelstelling moet zijn: de aanvaarding van deze onderscheidende test in EU- en OIE-verband.
Ik roep u daartoe op.
Aanvaarding in OIE-verband betekent dat wereldwijd belemmeringen voor de vermarkting van vlees van gevaccineerde dieren worden afgebroken. Tot zover de veranderingen op korte - en middellange termijn. Nogmaals: ik zie dit als een eerste, concrete stap op weg naar een aanpak van MKZ die diervriendelijker is en maatschappelijk meer geaccepteerd.

Voor de langere termijn moeten we een meer fundamentele afweging maken: is het non-vaccinatiebeleid het beste beleid voor de toekomst?
Als we zouden kiezen voor nationaal beleid, blijft non-vaccinatie denkbaar, maar nu de wereldmarkt in WTO-verband steeds verder liberaliseert en de diertransporten over steeds grotere afstand gaan, moeten we ons bezinnen op de houdbaarheid van het non-vaccinatiebeleid.
De liberalisering van de wereldmarkt is een ontwikkeling die we moeten verdisconteren in het Europese veterinaire beleid. We moeten de vraag onder ogen zien of, tegen de achtergrond van die liberalisering, het non-vaccinatiebeleid nog wel in staat is om de risico.s van dierziekten binnen aanvaardbare grenzen te houden. Ik zou graag uw reactie vernemen op de algemene heroverweging van het huidige EU-beleid, zowel vanuit het interne perspectief, als vanuit het perspectief van derde landen.

Ik hoop u een helder beeld te hebben gegeven van de Nederlandse situatie: de maatschappelijke weerstand tegen grootscheepse ruimingen, de economische problemen met het vermarkten van vlees van gevaccineerde dieren, en de oplossingsrichting waarin wij denken. Ik hoop hiermee een bijdrage te hebben geleverd aan de discussies van vandaag en morgen, maar ook aan het debat in OIE- en FAO-verband, waar voedselveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn in brede zin aan de orde komen.
Dank voor uw aandacht.

12 dec 01 10:55