Unicef

unicef-rapport 'profiting from abuse'

Unicef roept op tot 'zero-tolerance' ten aanzien van kinderprostitutie, -porno en -handel

JAARLIJKS 1 MILJOEN KINDEREN GERONSELD VOOR SEKSHANDEL

Den Haag, 12 december 2001 - "Wereldwijd worden miljoenen kinderen als vee verhandeld en als seksslaven gebruikt. Dat is een volstrekt ontoelaatbare schending van de rechten van het kind." Dit verklaart Unicef-directeur Carol Bellamy bij de publicatie vandaag van 'Profiting from abuse', een nieuw Unicef-rapport over commercieel seksueel misbruik van kinderen. Hoewel er geen harde cijfers beschikbaar zijn, wordt algemeen aangenomen dat miljoenen kinderen wereldwijd het slachtoffer zijn van commerciële seksuele exploitatie. In het rapport, dat verschijnt aan de vooravond van het Tweede Wereldcongres tegen Commerciële Seksuele Exploitatie in Yokohama, Japan, roept Unicef regeringen op tot 'zero tolerance' wat betreft de handel in en het seksuele misbruik van kinderen.

Omdat commerciële seksuele exploitatie zich afspeelt in de illegaliteit en omgeven is door schaamte en taboes, is er geen duidelijkheid over de exacte omvang van het probleem. Dat het een wereldwijd fenomeen is, blijkt uit de volgende schattingen: zo'n 400.000 à 500.000 kindprostituees in India, 200.000 in Thailand, 100.000 in Brazilië, 175.000 in Oost- en Centraal Europa en circa 300.000 in de Verenigde Staten. Geschat wordt dat er jaarlijks wereldwijd 1 miljoen nieuwe slachtoffertjes bijkomen. De belangrijkste oorzaken van seksuele exploitatie van kinderen zijn armoede, discriminatie, georganiseerde misdaad, hebzucht, maar ook gewapende conflicten. Voor straatkinderen en weeskinderen is prostitutie vaak de enige manier om te overleven. In Aziatische landen als India, Birma, Nepal, Pakistan en Thailand belanden veel kinderen in de prostitutie omdat ze geboren zijn in 'debt bondage', waarbij ze schulden erven van hun ouders en grootouders. In oorlogssituaties zijn meisjes en vrouwen vaak extra kwetsbaar voor seksuele uitbuiting. De internationale sekshandel is een miljardenbusiness, met vele banden met de georganiseerde misdaad. In Zuidoost-Europa worden vrouwen en kinderen vaak verhandeld langs dezelfde routes die worden gebruikt voor de smokkel van wapens en drugs. De seksindustrie is vaak ook van grote economische betekenis voor een land. In Thailand, waar naar schatting 1 op de 3 sekswerkers minderjarig is, leverde prostitutie in 1995 zo'n 10 tot 14% van het BNP op.

Naast commerciële seksuele exploitatie in de vorm van prostitutie, handel en pornografie, worden veel kinderen op een andere manier slachtoffer van seksueel geweld, in de vorm van incest, verkrachtingen en gedwongen huwelijken. 40% van de gerapporteerde verkrachtingszaken in Zuid-Afrika betreft meisjes van onder de 18. In Pakistan wordt ongeveer elke 3 uur een vrouw of kind verkracht. De meerderheid van de slachtoffers zijn meisjes, maar ook jongens vallen ten prooi aan seksueel geweld. Bij een onderzoek onder adolescenten in Sri Lanka zei 12% van de meisjes en maar liefst 20% van de jongens als kind seksueel misbruikt te zijn. Door het internationale toerisme neemt de vraag naar jongensprostituees in landen als de Dominicaanse Republiek, Haïti, Tsjechië en Marokko toe. Daarnaast schat de FBI dat de helft van alle kinderpornoplaatjes op internet jongens afbeeldt.

Seksueel geweld en seksuele uitbuiting is een van de ergst denkbare schendingen van de rechten van kinderen, waarvan ze vaak de rest van hun leven ernstige gevolgen ondervinden. Naast het risico op ongewenste zwangerschap, aids en andere geslachtsziekten, krijgen kinderen die erin slagen aan de sekshandel te ontsnappen vaak te maken met stigmatisering, afwijzing door de eigen familie, schaamte en angst voor wraakneming.

Unicef pleit voor een veel strengere internationale en nationale wetgeving tegen de commerciële uitbuiting van kinderen, voor strengere handhaving van die wetten en zwaardere straffen voor volwassenen die kinderen misbruiken. Daarnaast moeten kinderen en hun ouders, die nu geen andere uitweg zien dan prostitutie om te overleven, geholpen worden om andere middelen van bestaan te vinden. Onderwijs is van cruciaal belang om seksuele uitbuiting van kinderen te voorkomen. Het stelt kinderen in staat om voor zichzelf op te komen en biedt hen betere toekomstkansen. Een van de manieren waarop Unicef onderliggende oorzaken van seksueel geweld tegen kinderen bestrijdt, is dan ook de verbetering van de toegang tot en kwaliteit van onderwijs. Daarnaast steunt Unicef in tal van landen programma's die erop gericht zijn te voorkomen dat kinderen het slachtoffer worden van ronselaars voor de seksindustrie, variërend van het geven van voorlichting tot het creëren van opleidingen en werkgelegenheid voor kwetsbare adolescenten. Ook steunt Unicef organisaties die kinderen bevrijden uit bordelen en andere kinderen - die weten te ontsnappen aan de seksindustrie - helpen bij de terugkeer naar een normaal bestaan.

Op het Tweede Wereldcongres tegen Commerciële Seksuele Exploitatie, dat door Unicef wordt georganiseerd in samenwerking met onder andere ECPAT International en de Japanse regering, worden maatregelen besproken om het probleem wereldwijd te bestrijden. Het eerste congres vond vijf jaar geleden in Stockholm plaats, vlak na het begin van de Dutroux-affaire, en kreeg brede politieke en publicitaire aandacht. Het leidde tot een unanieme belofte van deelnemende landen om commercieel seksueel misbruik een halt toe te roepen. Sindsdien is echter nog veel te weinig vooruitgang geboekt. Zo formuleerde minder dan eenderde van de landen tot op heden het toegezegde 'Nationaal Actieplan'. Het congres in Japan moet het probleem opnieuw hoog op de agenda zetten.