http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=424159
---
Algemeen Preferentieel Stelsel
De Raad heeft een nieuwe verordening aangenomen over de toepassing van een
schema van algemene tariefpreferenties (APS) voor de periode van 1 januari
2002 tot en met 31 december 2004.
Het niveau van de toegekende preferenties is een lichte verbetering ten
opzichte van de vorige APS-verordening. Daarnaast is een 'standstill'
bepaling opgenomen zodat geen enkel product uit APS-landen tegen hoger
tarief de EU-markt opkomt dan in de huidige verordening. Dit is voor
Nederland een positief resultaat.
Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat elementen van de
oorspronkelijke Nederlandse inzet, o.m. de bezwaren die Nederland had tegen
de verzwaring van de eisen om in aanmerking te komen voor extra
preferenties, niet haalbaar bleken. Nederland kon geen blokkerende
minderheid vormen over dit punt en heeft daarom terzake in de Raad een
unilaterale verklaring afgelegd.
In het belang van het bereiken van een akkoord heeft Nederland uiteindelijk
ingestemd met het compromisvoorstel. Zonder akkoord zou het lopende APS
moeten worden verlengd, waarmee ontwikkelingslanden slechter af zouden zijn.
Daarnaast zou ook het gebaar richting Pakistan (Pakistan krijgt nulrecht
toegekend voor kledingproducten onder de drugsclausule van het APS), mede
als beloning voor zijn rol in de strijd tegen terrorisme, verdere vertraging
ondervinden.
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en van de
Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 12 december 2001 Auteur P.J. Kleiweg de Zwaan
Kenmerk DIE/646 Telefoon 070-3485819
Blad /8 Fax 070-3484086
Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad 10-11 december 2001
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij het verslag van de
Algemene Raad van 10 en 11 december aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 10 en 11 december 2001
De Raad bereikte op 10 december politieke overeenstemming over twee
gemeenschappelijke standpunten en een uitvoeringsverordening die het
mogelijk maken om EU-breed op betrekkelijk eenvoudige en snelle wijze de
tegoeden te bevriezen van terroristen en terroristische organisaties, ook
zij die géén aanwijsbare band hebben met Bin Laden of Al Qaida. Aan de
instrumenten zal een openbare lijst worden gehecht van organisaties en
personen waarvan de tegoeden worden bevroren.
Net als het Europees Parlement, heeft Nederland vanaf 11 september krachtig
aangedrongen op de totstandkoming van een dergelijk communautair instrument.
Hiermee kunnen de 15 lidstaten gezamenlijk voldoen aan een kernelement uit
VN Veiligheidsraad resolutie 1373, namelijk de verplichting om de
geldstromen van terroristen af te snijden. Dat is een zeer belangrijk
winstpunt en een duidelijk signaal aan de rest van de wereld dat de EU
eensgezind is in haar strijd tegen het terrorisme.
Het EP zal overigens nog advies moeten uitbrengen over de verordening
alvorens die in werking kan treden.
In de Raad vond discussie plaats over de criteria die de Unie zal hanteren
voor plaatsing van terroristische organisaties en personen op
'bevriezingslijsten'. Nederland en enkele andere lidstaten bepleitten met
succes dat deze criteria evenwichtig worden geformuleerd: enerzijds dient
zorgvuldigheid in acht te worden genomen alvorens de Unie bankrekeningen
bevriest, anderzijds moet de bewijslast niet zó restrictief zijn dat het
preventieve karakter van de maatregelen wordt ondergraven. Dat hoeft niet
ten koste te gaan van rechtsbescherming - waarover sommige lidstaten zich
zorgen zeiden te maken - omdat rechtsmiddelen tegen een daadwerkelijke
maatregel gewoon open staan.
Voorts stemde de Raad in met het Voorzitterschapsrapport en begeleidende
Raadsconclusies over de verschillende activiteiten die de EU na 11 september
jl. heeft ondernomen.
- Macedonië
Commissaris Patten en HV Solana beklemtoonden dat er belangrijke resultaten
in Macedonië waren geboekt maar dat de vinger aan de pols moest worden
gehouden.
De afgelopen maanden was de donorconferentie de belangrijkste 'carrot'
geweest voor de Macedonische regering, aldus Patten. Aan één van de drie
voorwaarden om een succesvolle donorconferentie te organiseren was echter
nog niet voldaan, namelijk de aanvaarding van de wet op het lokale
zelfbestuur (aan de overige twee voorwaarden: parlementaire goedkeuring
Ohrid-akkoord en IMF-akkoord, is wel voldaan). Zonder de parlementaire
goedkeuring van deze wet zouden de VS in ieder geval afzien van deelname aan
de donorconferentie. Commissaris Patten was daarom van oordeel dat de
donorconferentie naar begin volgende jaar zou moeten worden uitgesteld. In
de Raadsconclusies wordt Macedonië daarom opgeroepen zo snel mogelijk de wet
op het lokale zelfbestuur aan te nemen zodat de donorbijeenkomst kan worden
georganiseerd.
- Albanië
Enkele lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang dat zij
hechten aan
een spoedig begin van de onderhandelingen met Albanië over een Stabilisatie-
en Associatieovereenkomst. De Unie heeft tijdens de Kosovo- en Macedonië
crises beloften gedaan aan Tirana. Die moeten nu worden waargemaakt. Deze
lidstaten verwelkomden daarom de concept-onderhandelingsrichtsnoeren die de
Europese Commissie begin december aan de Raad heeft voorgelegd en spraken de
hoop uit dat nog onder het Spaanse Voorzitterschap de onderhandelingen
kunnen aanvangen. Commissaris Patten stelde dat een Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst geen panacee mag zijn voor de vele hervormingen die
Albanië moet doorvoeren.
- Montenegro
HV Solana blikte kort terug op zijn recente reis naar de FRJ. Lidstaten
spraken hun waardering uit voor zijn inspanningen ter bevordering van een
serieuze dialoog tussen Servië en Montenegro over een oplossing voor hun
toekomstige relatie, gebaseerd op een gezamenlijke constitutie. Lidstaten
onderstreepten dat een eventuele afscheiding van Montenegro negatieve
repercussies zou hebben voor de stabiliteit in Kosovo en de regio in het
algemeen.
- Stabiliteitspact/Opvolging Hombach
De Raad stemde in met de benoeming van de Oostenrijker Busek als opvolger
van Bodo Hombach als Speciale Coördinator/Speciale Vertegenwoordiger voor
het Stabiliteitspact.
Het Belgische Voorzitterschap deed verslag van de recente reis van de Trojka
naar de landen rond de Grote Meren. Alle betrokken landen herbevestigden
weliswaar hun wens om tot een vreedzame oplossing van de conflicten te
komen, maar het onderlinge wantrouwen is nog steeds aanzienlijk. Hervatting
van besprekingen in het kader van de inter-Congolese dialoog wordt nu
voorzien voor eind januari 2002, in Zuid-Afrika. Volgens Minister Michel zou
worden gestreefd naar deel-akkoorden, als stappen naar een alomvattende
overeenkomst. Van toekomstige regelingen zouden ontwapeningsprogramma's een
belangrijk deel moeten uitmaken.
MONUC zal een rol spelen bij het identificeren van irreguliere gewapende
groepen.
Over de wenselijkheid van ondertekening door de Europese Commissie van een
National Indicative Program inzake hulp voor de DRC bestond verschil van
mening. De Commissie, gesteund door Nederland en het VK, wenste daarmee te
wachten en de ondertekening te gebruiken als hefboom tot hervatting van de
inter-Congolese dialoog. Nederland heeft gewezen op uitspraken van de
Afrikaanse bemiddelaar Masire, die om die reden voor uitstel van
ondertekening heeft gepleit. Enkele andere lidstaten braken een lans voor
onmiddellijke ondertekening, hetgeen in hun visie zou bijdragen aan herstel
van vertrouwen. Omdat geen overeenstemming kon worden bereikt, zal deze
kwestie opnieuw tijdens de ER in Laken worden besproken.
Wat Zimbabwe betreft werd door de Europese Commissie positief gewaardeerd
dat buurlanden zich actief betoonden in hun contacten met de regering in
Harare. Zo zou een ministeriële SADC-taakgroep naar Harare afreizen en
organiseert Nigeria binnenkort een bijeenkomst in Commonwealth verband,
waarbij ook de EU zal worden uitgenodigd. Overigens waren landen in de regio
positief over de EU-betrokkenheid bij Zimbabwe. De Raad was het er over eens
dat Zimbabwe helder voor ogen moet houden welke voordelen het misloopt (o.m.
EOF-gelden) als de dialoog onder Art. 96 van het Cotonou-verdrag zou
stranden.
De Raad stond stil bij de situatie in Afghanistan, waarbij met name de
Europese Commissie een oproep deed aan de Raad de prioriteiten helder te
stellen. Een langdurige financiële inspanning zal vereist zijn, terwijl de
financiële marges voor het externe beleid krap zijn. Daarom werden de
lidstaten ook opgeroepen een forse bilaterale bijdrage te leveren voor
reconstructie-activiteiten. De Commissie vroeg bijzondere aandacht voor
effectieve donorcoördinatie.
Nederland heeft bij de vaststelling van de Raadsconclusies aandacht gevraagd
voor de nauwe samenhang tussen de politieke, veiligheids- en
wederopbouwsporen. Ook is het belang van de Afghanistan Support Group
opgebracht, waardoor het belangrijke element van Afghaanse betrokkenheid
wordt onderstreept.
De Raad heeft de Duitser Klaiber benoemd als Speciale Vertegenwoordiger van
de EU in Kaboel. Zijn taken richten zich vooral op ondersteuning van de
diverse activiteiten van de Verenigde Naties.
De Raad heeft aparte gesprekken gevoerd met de Palestijnse onderhandelaar
Nabil Shaat en met de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Peres.
Van Palestijnse zijde werden geen nieuwe elementen aangedragen. Arafat zou
er alles aan doen om het geweld te beteugelen; de Palestijnse Autoriteit
moest verder worden gesteund. Shaat deed een oproep tot het sturen van
buitenlandse waarnemers. De Raad heeft daarop een klemmend beroep gedaan op
de Palestijnen nu werk te maken van de indamming van de gewelddadige
aanslagen en oppakken van de schuldigen.
Van Israëlische zijde betoogde minister Peres dat Arafat nu juist te weinig
deed aan de arrestatie van schuldigen en aan preventief optreden ter
voorkoming van nieuwe aanslagen. Israël was er volgens Peres overigens niet
op uit de Palestijnse Autoriteit te ontmantelen of Arafat uit te schakelen,
omdat Israël ook wel inzag dat het een onderhandelingspartner nodig heeft.
De Israëlische campagne was dan ook selectief, aldus Peres. Israël had geen
moeite met financiële steun van de EU aan de PA, waarin meer structuur en
goed bestuur nodig was. Peres meende dat Egypte en Jordanië, die zelf ook te
lijden hadden van terrorisme, een belangrijke bijdrage kunnen leveren om
Arafat tot daden aan te zetten.
De Raad bereikte overeenstemming over een verklaring over het Midden Oosten.
Voorbereiding Europese Raad van Laken
Voorzitter Michel gaf in vogelvlucht een overzicht van de agenda van de
Europese Raad van Laken. De gebruikelijke brief van het Voorzitterschap zal
zeer binnenkort verschijnen.
Op vrijdag 14 december wordt aangevangen met internationale vraagstukken,
waaronder worden gevat: Follow-up aanslagen VS, operationaliteit EVDB (met
daarbij een verslag van HV Solana), Afghanistan, Midden-Oosten, Westelijke
Balkan en Afrika.
Na de lunch komen de JBZ-aangelegenheden aan de orde: Tampere, het Europees
Aanhoudingsbevel en het asiel- en migratiebeleid. Vervolgens is voorzien een
discussie over Uitbreiding. Daarna zal de Europese Raad zich, in gezelschap
van de Ministers van Financiën, buigen over sociaal-economische
ontwikkelingen (indicatoren m.b.t. kwaliteit van arbeid, de twee indicatoren
sociale uitsluiting en uitvoering van het Lissabon- en Stockholmproces
alsmede het Gemeenschapsoctrooi).
Tijdens het diner zal de Toekomst van de EU worden besproken (inclusief het
vraagstuk van het Voorzitterschap van de Conventie) alsmede de
vestigingsplaats van verscheidene agentschappen.
De Europese Raad zal op zaterdag 15 december worden afgesloten met een lunch
met de kandidaat-lidstaten.
Stand van zaken andere Raadsformaties
Voorzitter Michel noemde een aantal belangrijke onderwerpen uit overige
Raadsformaties waarop vooruitgang was geboekt: maritieme veiligheid in de
Transportraad alsmede het Kaderbesluit Terrorisme, de oprichting van
Eurojust en de opheffing van de visumplicht voor Roemenië in de JBZ-Raad van
6 en 7 december.
Betreurenswaardig was volgens Minister Michel het uitblijven van een akkoord
over het Europees Aanhoudingsbevel (EAB). Hij benadrukte het belang daarover
op de Europese Raad van Laken alsnog overeenstemming te bereiken. Ook was
het volgens het Voorzitterschap noodzakelijk dat er op de dossiers Galileo
en het Gemeenschapsoctrooi in de komende maanden voortgang werd geboekt.
De Raad onderstreepte het belang van de gemaakte voortgang in het onderhandelingsproces en bevestigde de hoofdlijnen die door de Europese Raden van Nice en Göteborg werden vastgelegd: streven naar afronding van de onderhandelingen volgens de road map in 2002, zodat de kandidaten die daarvoor klaar zijn als lidstaten kunnen deelnemen aan de EP-verkiezingen in 2004. Met het oog op het streven naar afronding van de onderhandelingen in 2002 zullen de periodieke voortgangsrapportages van de Commissie in 2002 niet in november, maar in oktober worden gepresenteerd. De Raad bevestigde dat de onderhandelingen met de kandidaten zullen plaats vinden op basis van het vigerende acquis en de principes en de cijfers van het akkoord van Berlijn over de Financiële Perspectieven 2000-2006.
De Raad nam de suggesties van de Commissie uit het strategisch rapport over
de uitbreiding van 13 november jl. ("Making a success of enlargement") over.
Dit betekent:
(1) uitvoering van een action plan voor institution building, gericht op
verbetering van de administratieve en juridische capaciteit in de
kandidaat-lidstaten;
(2) presentatie door de Commissie in het strategisch rapport van 2002 van
een geactualiseerde road map en een bijgestelde, herziene
pre-accessiestrategie voor kandidaten waarmee wordt onderhandeld maar die
meer tijd nodig hebben voor de onderhandelingen;
(3) het starten van een nieuwe fase in de pre-accessiestrategie met Turkije,
waarin de Turkse wetgeving wordt onderzocht ("legal scrutiny") en aandacht
wordt besteed aan het tijdpad voor het in lijn brengen van wetgeving met het
acquis.
De Raad verwelkomde de recente ontmoetingen van de Cypriotische leiders
Denktash en Clerides en sprak de hoop uit dat de besprekingen die vanaf
medio januari 2002 onder VN-leiding zullen plaats vinden substantiële
vooruitgang te zien zullen geven bij het zoeken naar een oplossing voor het
conflict op het eiland. Turkije werd aangespoord actief te blijven bijdragen
aan het zoeken naar een oplossing voor het Cypriotische conflict. Ook werd
Turkije aangespoord verder te werken aan politieke, economische en
administratieve hervormingen, waarbij bijzondere aandacht zou moeten worden
besteed aan verbetering van het respect voor de rechten van de mens.
In de weken voorafgaand aan de AR kon goede voortgang worden geboekt in het
onderhandelingsproces. Zo kon het lastige hoofdstuk 'Energie' met Tsjechië
voorlopig worden afgesloten nadat Oostenrijk het verzet hiertegen opgaf op
basis van een bilaterale overeenkomst over veiligheidsvoorschriften voor de
kerncentrale van Temelin. Cyprus was het vierde land waarmee het hoofdstuk
'Justitie en Binnenlandse Zaken' kon worden afgerond. De Poolse regering
toonde zich bereid om het voorstel van de Unie voor het hoofdstuk 'Vrij
Verkeer van Werknemers' te accepteren en heeft haar positie ten aanzien van
aankoop van landbouwgrond, onderdeel van het hoofdstuk 'Vrij Verkeer van
Kapitaal', herzien.
Aan het schema van de road map kon tot nu toe nagenoeg geheel worden
vastgehouden. Slovenië is met 25 voorlopig afgesloten hoofdstukken op dit
moment 'koploper' in de onderhandelingen. Bulgarije en Roemenië hebben resp.
13 en 9 hoofdstukken voorlopig afgesloten. Op 11 en 12 december en mogelijk
ook later in december zullen nog Intergouvernementele Conferenties plaats
vinden, tijdens welke meer onderhandelingshoofdstukken voorlopig kunnen
worden afgesloten.
Omdat premier Verhofstadt zijn rondreis langs de hoofdsteden ter
voorbereiding van de Verklaring van Laken nog niet had afgerond, vond over
dit onderwerp in de Raad geen discussie plaats. Slechts de Voorzitter van de
Commissie intervenieerde en merkte op dat de rode draad in de Verklaring van
Laken de communautaire methode zou moeten zijn. Er dient voldoende aandacht
te zijn voor het democratisch gehalte van de Unie. De Conventie moet
realistische en nauwkeurige voorstellen doen, waarna de uiteindelijke
besluitvorming plaats vindt door de IGC.
Dit punt is niet aan de orde geweest in de Algemene Raad. In Coreper
voorafgaand aan de Raad heeft het Voorzitterschap vastgesteld dat de
Lidstaten geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de drie nog
openstaande punten van het voorstel. Met name op het punt van de giften
bleven de lidstaten zeer verdeeld.
Kenmerk
Blad /7
===