05 dec 2001
Nummer 185 5 december 2001
Scholen kunnen vertrouwensleerling aanstellen
Leerlingen zoeken meestal steun bij vrienden na ongewenst seksueel gedrag op
school
Eén op de zes jongeren heeft te maken met ongewenst seksueel gedrag
op school. Sociologe Cristien Bajema ontdekte dat de meeste
leerlingen na zo'n ervaring steun bij anderen zoeken. Dat zijn dan
vooral vrienden en vriendinnen en veel minder vaak schoolpersoneel.
Bajema onderzocht welke factoren van invloed zijn op het zoeken van
sociale steun. "Het blijkt dat wanneer een school leuke en
bruikbare seksuele voorlichting geeft en jongeren weten dat hun
melding vertrouwelijk en serieus zal worden behandeld, ze eerder
een mentor of vertrouwenspersoon aanspreken," zegt Bajema. Bajema
stelt voor om vertrouwensleerlingen aan te stellen. Op 13 december
2001 promoveert ze aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Op scholen wordt al jaren beleid gevoerd met betrekking tot
ongewenst seksueel gedrag. Toch is er weinig bekend over de manier
waarop jongeren met dergelijke ervaringen omgaan. In 1999 werkte
Cristien Bajema mee aan het eerste grote onderzoek naar ongewenst
seksueel gedrag in het voortgezet onderwijs. In de vierde klas
bleek één op de tien jongens en één op de vier meiden ervaring te
hebben met ongewenst seksueel gedrag, variërend van opmerkingen tot
aanrakingen. Haar promotie-onderzoek spitst zich toe op de reacties
van deze jongeren op hun ervaringen.
Niet naar vertrouwenspersoon
Ongeveer eenderde van de jongeren zegt als ze met ongewenst
seksueel gedrag te maken krijgen rechtstreeks dat ze het vervelend
vinden, schelden terug of bieden lichamelijk verzet. Na zo'n
ervaring zoekt het grootste deel sociale steun bij derden. Zo
kunnen ze het van zich afpraten, horen ze de mening van een ander
en krijgen ze hulp. Jongeren benaderen vooral vrienden en
vriendinnen, en in mindere mate de ouders. "Het is opvallend dat
het minst vaak een beroep wordt gedaan op de vertrouwenspersoon op
school," zegt Bajema. "Terwijl die volgens het schoolbeleid
eigenlijk het eerste aanspreekpunt moet zijn."
Leuke seksuele voorlichting
Welke factoren zijn van invloed op het wel zoeken van sociale steun
bij het schoolpersoneel? Bajema onderzocht dit met behulp van het
bestaande Health Belief Model (HBM). Daarnaast ontwikkelde ze het
GSL-model, waarin de gezinsfactoren, het schoolklimaat en de omgang
met leeftijdsgenoten zijn opgenomen. "Jongeren die ervaringen
hebben met ernstiger ongewenst seksueel gedrag en leuke, bruikbare
seksuele voorlichting hebben gehad, gaan vaker met schoolpersoneel
praten. Van invloed is ook dat ze weten dat de school vertrouwelijk
en serieus om zal gaan met hun melding. De helft van de leerlingen
bleek niet op de hoogte van het beleid van de school ten aanzien
van ongewenst seksueel gedrag."
Instellen vertrouwensleerlingen
Scholen kunnen daarom een aantal maatregelen nemen. Seksuele
voorlichting moet volgens Bajema dus vooral bruikbaar en leuk zijn:
"Niet alleen de technische kant, maar ook de sociale en emotionele
aspecten zijn belangrijk." Ook moet er uitleg gegeven worden over
het beleid ten aanzien van seksuele intimidatie zodat leerlingen
weten dat er serieus en vertrouwelijk met hun melding wordt
omgegaan. Ten slotte stelt Bajema voor zogenoemde
vertrouwensleerlingen aan te stellen. In Engeland en op enkele
plaatsen in Nederland wordt dit systeem al enige jaren met succes
gehanteerd. Deze jongeren fungeren als eerste aanspreekpunt en
intermediair. Zo kunnen ze de drempel verlagen om met de
vertrouwenspersoon over ongewenst seksueel gedrag te praten.
Curriculum vitae
Cristien Bajema (Idskenhuizen, 1966) studeerde sociologie in
Groningen en verricht samen met anderen sinds 1996 voor de
Rijksuniversiteit Groningen onderzoek naar ongewenst seksueel
gedrag in het onderwijs. Ze is verbonden aan het Universitair
Centrum voor Genderstudies. De titel van het proefschrift is Omgaan
met ongewenst seksueel gedrag op school. Copingstrategieën van
jongeren in het voortgezet onderwijs. Promotor is prof.dr. H.W. van
Essen. Het proefschrift wordt in handelseditie uitgegeven door Van
Gorcum, Assen (ISBN 90-232-3769-2).
Noot voor de pers
Nadere informatie: drs. C.W. Bajema, telefoon (050)363 62 31 (ma
t/m do), secretariaat (050)363 65 00/363 64 75, e-mail
c.bajema@ppsw.rug.nl (werk)