Raad voor de Transportveiligheid

RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID

Zeer harde landing met zweefvliegtuig ASK-13, 3 oktober 1998

PERSBERICHT 13 december 2001

Raad voor de Transportveiligheid onderzocht ongeval met zweefvliegtuig
Nut en risico van simulatie kabelbreuk nader overwegen

De Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) dient met chef-instructeurs voor zweefvliegopleidingen een gesprek aan te gaan over de afweging van nut en risico.s bij het simuleren van een kabelbreuk op geringe hoogte, in het kader van een opleiding tot zweefvlieginstructeur. Deze aanbeveling richt de Raad voor de Transportveiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, tot de KNVvL naar aanleiding van een onderzoek naar een ernstig incident met een zweefvliegtuig, dat op 3 oktober 1998 plaatsvond op het zweefvliegveld Axel. Bij dat ongeval raakte een ervaren instructeur (mentor) ernstig gewond toen hij, de rol spelend van een leerling-zweefvlieger, verkeerd reageerde op een gesimuleerde kabelbreuk op geringe hoogte en de leerling-instructeur daarop niet snel genoeg op de juiste manier reageerde. De Raad heeft ervaren, dat in het kader van een opleiding in de luchtvaart soms oefeningen op geringe hoogte worden uitgevoerd. Deze testen kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden. Als dan niet onmiddellijk en beheerst wordt opgetreden, kan dat ernstige consequenties tot gevolg hebben.