ip/01/1819
Brussel, 13 december 2001
CO2-belasting: de Commissie keurt gedeeltelijke belastingvrijstelling
voor de glastuinbouw in Nederland goed
De Europese Commissie heeft Nederland gemachtigd de gedeeltelijke
vrijstelling van de regulerende energiebelasting op aardgas voor de
glastuinbouw verder toe te passen. Het verlaagde tarief geldt voor
twee verdere periodes van drie jaar. Het geldende tarief zal voor elk
van deze periodes van drie jaar telkens worden verhoogd met 10%. De
Commissie heeft voorts besloten de Communautaire richtsnoeren voor
staatssteun in de landbouwsector te wijzigen om, in overeenstemming
met de milieukaderregeling, belastingvrijstellingen voor een periode
van tien in plaats van vijf jaar toe te staan.
Op 5 januari 2000 heeft de Commissie in het kader van de voorschriften
inzake staatssteun een gedeeltelijke vrijstelling van de regulerende
energiebelasting voor de glastuinbouw toegestaan. Doel van deze
regulerende energiebelasting is bij te dragen tot het verminderen van
de CO2-uitstoot en tot het bevorderen van energiebesparing. De
Commissie heeft na onderzoek een nultarief voor een regulerende
energiebelasting op aardgas voor de glastuinbouw in 1999 goedgekeurd.
Voor de jaren 2000 en 2001 is de belasting op aardgas geleidelijk
verhoogd. Voor elektriciteit geldt de normale regulerende
energiebelasting.
De Commissie heeft nu een nieuwe maatregel goedgekeurd waarbij de
preferentiële regeling voor de belasting op aardgas in de glastuinbouw
wordt verlengd voor een periode van nog eens zes jaar (van 1 januari
2002 tot en met 31 december 2007). In de glastuinbouw zal de volledige
regulerende energiebelasting op elektriciteit verder worden toegepast.
De belasting op aardgas zal echter geleidelijk worden verhoogd: voor
de jaren 2002 tot en met 2004 met 10% en voor de jaren 2005 tot en met
2007 nog eens met 10%.
De Commissie is van oordeel dat de maatregel in overeenstemming is met
de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector,
omdat de steun degressief is. Voorts blijkt er geen sprake te zijn van
overcompensatie. Er is ook een convenant gesloten waarbij specifieke
milieudoelstellingen worden opgelegd. Deze door de sector geleverde
tegenprestatie wordt nu versterkt doordat ze gekoppeld wordt aan een
algemene maatregel van bestuur die voorziet in sancties wanneer de
doelstellingen niet bereikt zijn. Voorts is de belastingvrijstelling
niet van invloed op de concurrentievoorwaarden voor de lidstaten,
aangezien er in de EU geen geharmoniseerde energiebelasting is en de
Nederlandse glastuinbouw nog steeds de normale energieprijs moet
betalen, vermeerderd met een (verlaagde) regulerende energiebelasting.
Ten slotte vormt de maatregel ook geen stimulans tot
milieu-onvriendelijke intensivering.
Wijziging van de Communautaire richstnoeren voor staatssteun in de
landbouwsector wat de looptijd betreft
De voorgestelde maatregel geldt voor twee opeenvolgende periodes van
drie jaar. De maximumlooptijd van 5 jaar zoals vastgesteld bij de
Communautaire richstnoeren voor staatssteun in de landbouwsector wordt
dus niet in acht genomen. De nieuwe milieukaderregeling(1)
voorziet evenwel in de mogelijkheid van een tijdelijke vrijstelling
van eventuele nieuwe milieubelastingen voor een periode van tien jaar
indien overeenkomsten worden gesloten tussen de betrokken lidstaat en
de begunstigde ondernemingen, waarbij de ondernemingen, of de
ondernemersverenigingen, zich ertoe verbinden de milieudoelstellingen
te verwezenlijken tijdens de geldigheidsduur van de vrijstellingen. In
het licht van de ongelijkheden die kunnen ontstaan tussen bij
voorbeeld bedrijven in de levensmiddelensector, waaronder bedrijven
die producten van bijlage I verwerken, vindt de Commissie dat de
Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector en de
milieukaderregeling met elkaar in overeenstemming kunnen worden
gebracht wat de looptijd betreft.
De tekst van de beschikking zal beschikbaar zijn op de internetsite
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.
htm#aides zodra de Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven of zij
bepaalde delen van de beschikking wensen te schrappen vanwege het
vertrouwelijke karakter ervan. De beschikking is te vinden onder het
nummer N 656/2001.
(1)
Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het
milieu, PB C37, 3.2.2001, blz. 3.
European Commission