Den Haag 13 december 2001
***Persbericht NLIP naar aanleiding van publicatie rapport Kinderpornografie en Internet in Nederland***
Op dinsdag 11 december heeft de stichting P.W.C. (Profit for the World's Children) haar rapport Kinderpornografie en internet in Nederland aangeboden. De NLIP , de branchevereniging van Nederlandse Internet Providers, vindt het prijzenswaardig dat een sterk pleidooi voor de bestrijding van een zeer ernstig strafbaar feit als kinderporno wordt gehouden, en wil graag benadrukken dat de internetproviders, verenigd in de NLIP, een zeer groot belang hechten aan de bestrijding van kinderporno.
Helaas constateert de NLIP wel dat in het rapport op vele punten aan de belangen van internetproviders voorbij wordt gegaan. Belangen die wel worden aangestipt, worden gebagatelliseerd ten opzichte van het opsporingsbelang.
Providers moeten een belangenafweging maken bij de medewerking aan
opsporing. Een belangenafweging waarvoor zij zich ongewild gesteld zien en
die direct gevolg is van onhelderheid en inconsistentie van regelgeving.
Wanneer de provider zijn eigen belangen laat meewegen, wordt de suggestie
van onwilligheid gewekt indien deze afweging nadelig uitpakt voor de
opsporing van kinderporno.
De reden waarom de NLIP haar leden adviseert om in bepaalde gevallen niet
mee te werken aan verstrekking van NAW-gegevens, komt voort uit het feit dat
dit voor providers grote consequenties heeft in de vorm van privacy
aansprakelijkheden. Niet omdat zij twijfelt aan het belang van bestrijding
van kinderporno. Op het moment dat justitie providers verzoekt op
vrijwillige basis gegevens te verstrekken, kan dit neerkomen op een
overtreding van de privacywetgeving. Hieraan zijn de genoemde consequenties
verbonden die justitie weigert te dragen in de vorm van het verlenen van
voldoende vrijwaring aan providers.
De leden van de NLIP voelen ook een morele, maatschappelijke
verantwoordelijkheid voor het tegengaan van kinderporno (en ander illegaal
materiaal) op internet en vinden het belangrijk om deze verantwoordelijk ook
te kunnen nemen. Op basis van dit inzicht heeft de NLIP bijgedragen aan de
totstandkoming van diverse meldpunten, waaronder het meldpunt kinderporno.
Ook wil de NLIP graag meewerken aan concrete opsporingsonderzoeken naar
gevallen van kinderporno.
Om ook de medewerking in concrete gevallen te kunnen verlenen is de NLIP in
gesprek met de overheid, om tot een convenant te komen, waarbij ook de
verstrekking van NAW-gegevens wordt geregeld. De NLIP heeft bij de overheid
meerdere malen aangedrongen op spoedige afronding van het convenant, zodat
de huidige situatie, die zowel voor het meldpunt kinderporno als de NLIP
onwenselijk is, kan worden opgelost. Helaas ziet de NLIP zich bij de
afronding van dit convenant gesteld voor meningsverschillen tussen het
ministerie van justitie en het College bescherming persoonsgegevens,
waardoor het convenant onnodig wordt vertraagd.
De NLIP hoopt dat de overheid zich, net als de NLIP, door dit rapport
nogmaals laat doordringen van de ernst en de onwenselijkheid van deze
situatie, en dat zij maatregelen neemt om providers uit de privacy-spagaat
te halen. Alleen op die manier kunnen providers de maatschappelijke
verantwoordelijkheid die zij voelen, ook ten volle gaan nemen.
---
Ingezonden persbericht