Vragen en antwoorden
1. De Groene Grens, wat is dat?
2. Waarom is de open ruimte eigenlijk zo belangrijk?
3. Mag er nooit buiten de rode contour gebouwd worden?
4. Wie moet de Groene Grens trekken?
5. Hoe werkt een open-ruimteheffing?
6. Mogen er volgens jullie geen nieuwe wegen en spoorlijnen worden
aangelegd?
7. Ik wil, nu ik kinderen heb, een huis met een tuin. Willen jullie
dat tegenhouden?
8. Gaat onze economie en welvaart niet achteruit als er geen plek is
voor bedrijven?
9. Blijven er nog wel parken over als je de stad verder gaat
verdichten?
10. Het grootste deel van Nederland is onbebouwd, daar kan toch nog
best een stukje van bebouwd worden?
1. De Groene Grens, wat is dat?
Met de Groene Grens bedoelt Milieudefensie een aantal maatregelen
om de open ruimte tegen verdere bebouwing en asfaltering te
beschermen en intensief grondgebruik binnen de bebouwde kom te
stimuleren. De belangrijkste drie maatregelen die Milieudefensie
voor ogen staan, zijn: de rode contour, de open-ruimteheffing en
de groene buffergebieden.
- De rode contour is een lijn om de bebouwde kom, waarbuiten in
principe niet mag worden gebouwd. De rode contour moet worden
vastgelegd in streek- en bestemmingsplannen.
- Een open-ruimteheffing is een heffing die betaald moet worden
als er bij uitzondering gebouwd wordt in het open groene gebied
(na het verleggen van de rode contour). Bedoeling van de heffing
is om bouwen in de open ruimte minimaal even duur te maken als in
de bestaande stad.
- Buiten de bebouwde kom moeten groene buffergebieden worden
aangelegd. Zij versterken het daar aanwezige landschap en de
natuurwaarden en bieden mogelijkheden voor recreatie, zo mogelijk
in combinatie met agrarisch gebruik. Deze groengebieden vormen een
natuurlijke buffer tegen oprukkende bebouwing.
2. Waarom is de open ruimte eigenlijk zo belangrijk?
Voor stedelingen is open ruimte in hun nabije woonomgeving
belangrijk om er te ontspannen, een frisse neus te halen, de
horizon te zien. Voor de plattelandsbewoners is het belangrijk dat
hun woon- en werkgebied intact blijft; zij willen immers liever
niet leven in de drukke stad. De open ruimte verbindt ons ook met
het verleden. In het landschap zijn vaak interessante
cultuurhistorische elementen te zien: een oude dijk, een
waterloop, een verkavelingpatroon. Het grootste deel van het open
gebied is boerenlandschap en onderstreept het belang voor
zorgvuldige omgang met natuur en milieu voor onze
voedselvoorziening.
3. Mag er nooit buiten de rode contour gebouwd worden?
Er mag nooit buiten de rode contour worden gebouwd. De bedoeling
van de rode contour is immers om de open ruimte te beschermen en
de bebouwde ruimte binnen stad en dorp intensiever te benutten.
Milieudefensie wil dat de rode contouren voor lange tijd worden
vastgelegd, bijvoorbeeld voor twintig jaar.
Als het in een bepaald geval niet mogelijk blijkt binnen de
bebouwde kom ruimte te vinden voor nieuwe woningen of
bedrijfslocaties, dan kan door middel van een zware procedure het
bestemmings- en streekplan worden gewijzigd en de rode contour
worden verlegd. Zo'n verlegging van de rode contour wordt pas goed
gekeurd, als is aangetoond dat de behoefte aan bedrijventerrein
en/of woningen nodig is en dat intensiever ruimtegebruik binnen de
bebouwde kom niet mogelijk is. Milieudefensie vindt dat de
regering in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening het verleggen van
de rode contouren te gemakkelijk maakt.
4. Wie moet de Groene Grens trekken?
Het is de taak en verantwoordelijkheid van de overheid om de
groene grens te trekken. Rust en ruimte zijn namelijk collectieve
goederen die de overheid moet beschermen.
Provincies moeten de rode contouren vastleggen in streekplannen en
gemeenten in bestemmingsplannen. Milieudefensie vindt dat de
rijksoverheid duidelijke richtlijnen aan deze lagere overheden
moet geven over hoe zij die rode contouren moeten trekken. De
rijksoverheid moet de streekplannen daar ook op toetsen. De
open-ruimteheffing moet worden ingevoerd door de landelijke
overheid. Milieudefensie heeft kritiek op de traagheid van de
regering die alleen maar een studie naar de open-ruimteheffing
aankondigt.
5. Hoe werkt een open-ruimteheffing?
Er zijn op dit moment grote verschillen in de prijs van grond met
een groene bestemming (bv. agrarisch, natuur) en een rode
bestemming (woningbouw, bedrijventerrein). Omdat "groene grond"
veel goedkoper is, is het financieel aantrekkelijker om in
onbebouwd gebied te bouwen dan in bebouwd gebied.
De open-ruimteheffing wordt geheven wanneer middels een zware
planologische procedure de bestemming van grond verandert van
groen in rood. De hoogte van de heffing moet worden vastgesteld
door een overheid die geen financieel belang heeft bij
bestemmingswijziging: het rijk of de provincie. Om effectief te
zijn moet de heffing tenminste zo groot zijn als het prijsverschil
tussen groene en rode grond (dus een paar honderd gulden per
vierkante meter, afhankelijk van de lokale markt). De
open-ruimteheffing moet betaald worden door degene die de grond
gaat bebouwen. De heffing leidt ertoe dat het bouwen in de open
ruimte minstens even duur is als het bouwen in de bebouwde kom. De
financiële prikkel om te bouwen in de open ruimte is daarmee
weggenomen.
Milieudefensie vindt dat de opbrengst van de open-ruimteheffing in
een fonds gestort moet worden, dat door de provincie wordt
beheerd. Uit het fonds worden investeringen in het landelijk
gebied (bv. natuurontwikkeling) en in de bebouwde kom (bv.
stedelijke verdichting) bekostigd.
6. Mogen er volgens jullie geen nieuwe wegen en spoorlijnen worden
aangelegd?
Milieudefensie wil dat om bestaande wegen en spoorlijnen een rode
contour wordt getrokken. Voor de verbreding van bestaande wegen en
spoorlijnen en de aanleg van nieuwe moet een zware planologische
procedure gevolgd worden. Als er nieuwe infrastructuur nodig is,
geeft Milieudefensie de voorkeur aan openbaar vervoer omdat dat
per reiziger veel minder ruimte in beslag neemt dan het
autoverkeer.
7. Ik wil, nu ik kinderen heb, een huis met een tuin. Willen jullie
dat tegenhouden?
Wij vinden het prima dat mensen in een huis met tuin wonen of
willen wonen. Dat wil Milieudefensie helemaal niet tegenhouden.
Milieudefensie vindt wel dat we zuinig moeten omgaan met de
schaarse ruimte die we hebben in ons kleine land. Nieuwe
woningbouw moet plaatsvinden binnen de bebouwde kom van steden en
dorpen. Liefst zoveel mogelijk woningen op een beperkt oppervlak.
Dat kun je op allerlei manieren bereiken, terwijl de kwaliteit van
het wonen hoog blijft. Bijvoorbeeld door hoog te bouwen en weinig
openbare ruimte te bestemmen voor autoverkeer. Dan is er ook meer
ruimte voor veilige speelplekken voor kinderen. Met slimme
oplossingen zijn daarin ook nog huizen met tuin te verwerken.
Amsterdam-Zuid bijvoorbeeld is een zeer gewilde woonwijk met
tuinen op de benedenverdieping, maar wel met een dichtheid van 60
woningen per hectare. Ter vergelijking: in een gemiddelde
Vinex-locatie staan 25 tot 30 woningen per hectare.
8. Gaat onze economie en welvaart niet achteruit als er geen plek is
voor bedrijven?
De economie komt absoluut niet in gevaar als we een halt toeroepen
aan de ongebreidelde uitbreiding van bedrijventerreinen.
Bestaande bedrijventerreinen kunnen veel intensiever gebruikt
worden dan nu het geval is. Veel grond wordt op dit moment niet
gebruikt omdat bedrijven die hebben gereserveerd voor mogelijke
uitbreidingen in de toekomst. Dat moet veranderen. Bovendien moet
er veel meer in de hoogte gebouwd worden. De lelijke "platte
dozen" langs de snelweg zijn een absurd voorbeeld van dat
verspillende ruimtegebruik. Ook kunnen bedrijven veel meer gebruik
maken van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals parkeerplaatsen,
kinderopvang, kantines en groenvoorzieningen. Kortom,
herstructurering en intensiever gebruik van bestaande
bedrijventerreinen is de boodschap. Bedrijven en economie kunnen
daarbij uitstekend blijven functioneren.
9. Blijven er nog wel parken over als je de stad verder gaat
verdichten?
Ja. Het is voor de leefbaarheid in de stad een absolute voorwaarde
dat er voldoende groen en parken zijn. Dat groen om de hoek en in
de buurt hebben mensen nodig om een luchtje te scheppen, de hond
uit te laten, op een bankje te zitten, te spelen. Dat is erg
belangrijk. Niettemin is intensiever gebruik van het stedelijk
grondgebied mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld door hoger te bouwen of
door in onbruik geraakte terrein opnieuw in te richten.
10. Het grootste deel van Nederland is onbebouwd, daar kan toch nog
best een stukje van bebouwd worden?
Het klopt dat het grootste deel van het Nederlandse grondgebied
onbebouwd is. Hoewel de bebouwing de laatste jaren wel snel
toeneemt. Tussen 1989 en 1996 is het verstedelijkte gebied in
Nederland toegenomen met een oppervlakte zo groot als de
Noordoostpolder.
Steeds meer mensen hebben echter het gevoel dat Nederland steeds
voller wordt en dat de open ruimte verdwijnt. Dat komt omdat de
indirecte effecten van de toegenomen bebouwing en asfaltering zo
groot zijn. Neem bijvoorbeeld een autoweg. Een weg neemt fysiek
niet zoveel ruimte in, maar het effect van een weg in een open
landschap is enorm. Zij vormt een fysieke belemmering voor mensen
en dieren, je moet omrijden als je hem wil passeren. Het open
karakter van het gebied is aangetast, het gebied is "kleiner"
geworden. Ook het lawaai van de auto's draagt ver. Je moet vele
kilometers verder gaan om stilte te horen.
Meer vragen?
Mail of bel de Milieudefensie Servicelijn, 020-6262620 (werkdagen
9.30-16.30 uur)
---
Service & contact | Word lid of donateur | Home