Ingezonden persbericht

TOESPRAAK WIM KOK PVDA-CONGRES 15 DECEMBER 2001

N.B. ALLEEN GESPROKEN TEKST GELDT!

Ook deze zaterdagmiddag geplaatst voor een "conflict van plichten" :
- òf de Europese Raad van Laken volledig en zonder onderbreking meemaken (zware agenda met belangrijke onderwerpen);
- òf aanwezig zijn bij deze "Grande Finale" van het hoogste orgaan van onze partij in Amsterdam.
Keuze valt mij niet moeilijk:
natuurlijk ben ik vanmiddag op ons verkiezingscongres om enkele woorden tot u te spreken (inderdaad: geen lange toespraak).

Deze dagen heeft u het nieuwe verkiezingsprogram vastgesteld evenals de kandidatenlijst voor de nieuwe Tweede Kamer na 15/5:
- een program èn een lijst om trots op te zijn
- een program èn een lijst, een prachtig team, waarmee wij de kiezers straks met het volste vertrouwen tegemoet kunnen treden.
Ik weet dat ik wijd en zijd bekend sta als een nogal nuchter mens: "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg".

Maar toch is dit voor mij (ik kom er rond voor uit) een emotioneel moment. Na 1986 (toen ik lijstduwer was ter ondersteuning van JoopdenUyl) en drie achtereenvolgende lijsttrekkerschappen (in 1989, 1994 en 1998) geef ik nu het stokje door. Vijftien jaar later. Dat is, hoewel niet geheel onvoorzien, toch even wennen.

Het is het logische gevolg van de beslissing die ik op 29augustus aan het partijbestuur heb meegedeeld en daarna openbaar heb gemaakt.

Heb ik daar spijt van? Nee.
Want ik heb niets aan het toeval overgelaten. Ik heb alle voors en tegens tot vervelens toe tegen het licht gehouden en binnenstebuiten gekeerd. Rita kan daar over meepraten.

Heb ik het er toch een beetje moeilijk mee, met dat besluit om terug te treden? Ja, een beetje wel. Ik zou jokken als ik 'nee' zou zeggen.
Getuigt dat van een onderhuids gevoel - misplaatst natuurlijk - van onmisbaarheid? Gaat er van een "plaats op het pluche" dan toch een - al is het maar licht - verslavende werking uit? Ik geloof eerlijk gezegd niet dat ik daar zo erg vatbaar voor ben. Daar kan het dus niet aan liggen.

Wat is het dàn dat - zelfs op dit vreugdevolle moment - toch een beetje weemoedig maakt? Het is, denk ik,

- het gevoel dat je mogelijkheden, waarmee je het vertrouwen dat mensen in je stellen vanuit jouw positie kunt wáármaken, straks onbenut zult laten;
- het gevoel ook dat je een stuk gereedschap, waarmee je drijfveren en idealen in politieke en maatschappelijke vooruitgang voor mensen kunt omzetten, naast je neer zult leggen.
Maar je mag niet doorgaan tot het bittere eind.
Daarom heb ik uit volle overtuiging een positieve beslissing genomen, omdat ik mijn vertrouwen in Ad Melkert heb gesteld. Zijn lijsttrekkerschap van de PvdA maakt mijn stap mogelijk. Waar heeft het voor mij steeds om gedraaid: Ø om vertrouwen
Ø om mensen
Ø om wat voor mensen te kunnen betekenen
Ø om dierbare beginselen en idealen
Ø om daaraan in je praktisch handelen inhoud te geven:


· rechtvaardigheid

· gelijkheid van kansen voor mensen

· vrijheid en verantwoordelijkheid

· saamhorigheid en solidariteit

· respect voor elkaar

· ontplooiing van ieders unieke talenten.
Dat stond voor mij voorop gedurende al die jaren in de vakbeweging en dat is daarna - vanaf 1986 in de politiek - zo gebleven, in alle functies die ik heb bekleed. Het is een bijzonder voorrecht om daaraan persoonlijk een bijdrage te leveren en dat te mogen doen op een basis van vertrouwen dat zo velen in je hebben gesteld.

Vertrouwen van u, afgevaardigden en leden van de PvdA, vertrouwen van de kiezers. Vertrouwen dat iedere dag opnieuw "verdiend" moet worden, dat nooit vanzelfsprekend is.

Dit is geen afscheid, maar er wordt vandaag wel een hoofdstuk afgesloten. Maakt u zich geen zorgen. U staat vanmiddag geen uitvoerige terugblik te wachten en al zeker geen "sentimental journey" terug in de tijd. Het gaat nu om de opmaat naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer, vandaag precies over 5 maanden.

Deze tijd, de toekomst, stelt weer geheel eigen eisen. De aanslagen van 11 september, en alles wat daarop is gevolgd, houden ons iedere dag bezig. Veel ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden zijn van hun onaantastbaarheid ontdaan. De afschuwelijke gebeurtenissen confronteren ons met de kwetsbaarheid van ons aller bestaan.

Het niets en niemand ontziende terrorisme moet, binnen onze grenzen, Europees en wereldwijd, met alle intensiteit die in ons is worden bestreden. Nederland levert daaraan, op alle terreinen, belangrijke bijdragen: militair, politiek en humanitair. De internationale coalitie heeft in Afghanistan veel terrein gewonnen.

Een nieuwe politieke en sociaal-economische toekomst daar begint te gloren, mits het gezond verstand én internationale hulpvaardigheid bij de wederopbouw de boventoon houden. Want het gaat om de toekomst van mensen, die na jaren van onderdrukking met ónze steun in vrijheid weer een nieuw bestaan moeten kunnen opbouwen. Zoals ook breder de sociale kwestie weer een topprioriteit behoort te worden.

Zo goed als een ijzersterke internationale coalitie nodig was en is om het terrorisme in de wereld te breken, net zo onontbeerlijk is een hechte internationale coalitie tegen de bittere armoede in de wereld, tegen uitsluiting, onderontwikkeling, onrecht en onderdrukking. De sociaal-democratie wil dat de krachten worden gebundeld om ook dát internationale gevecht aan te gaan en daarmee door te gaan tot ook dát pleit is beslecht.

Als er één les is die 11 september ons allen heeft geleerd, dan is het dat internationale samenwerking nu meer nodig is dan ooit, dat we in onze "global village" niet zonder elkaar kunnen. Op alle terreinen:

· handel en ontwikkeling

· milieu en klimaat

· vrede en stabiliteit in alle delen van de wereld
· internationale rechtsorde, democratie en mensenrechten.
In een wereld waarin grenzen vervagen en verdwijnen en waarin we steeds meer op elkaar zijn aangewezen, kan en moet Europa in de toekomst nóg grotere bijdragen leveren, op een zo breed mogelijk front.

Denk aan de samenwerking bij terrorismebestrijding. Denk aan het veiligheids- en defensiebeleid, aan een gezamenlijk asiel- en migratiebeleid ook. Europa is nog lang niet af.

Over twee weken schakelen wij in twaalf landen over op de euro. Dat is niet zomaar een 'technische' gebeurtenis. Er is in Maastricht bewust voor onomkeerbaarheid gekozen, nu tienjaar geleden. Ik herinner mij dat nog scherp. De invoering van de euro is de vrucht van mensenwerk, het resultaat van de gebundelde wilskracht om Europa sterker te maken. Sterker in ruime zin: economisch én sociaal. In een onverbrekelijke twee-eenheid. Maar we moeten verder kijken.
Dezelfde wilskracht die we als Europa bij de euro hebben getoond, hebben we nodig om de eenmaking van Europa met de landen van Midden- en Oost-Europa daadwerkelijk te realiseren. Voor een kind van voor de oorlog, die in de koude oorlog is opgegroeid, is dat een droom die in vervulling gaat. Europa heeft geschiedenis geschreven, maar een grote toekomst voor zich. Het vormt de uitdrukking van de wil om samen te werken.

De keuze in 1991 voor één gemeenschappelijke munt heeft Europa sterker gemaakt en heeft ons ook in eigen land "geholpen" om stap voor stap onze overheidsfinanciën beter op orde te brengen en een stevig fundament onder onze economie te leggen. Ik heb dat vanaf de start van onze deelname aan het derde kabinet Lubbers als een belangrijk onderdeel van mijn opdracht gezien. Waarom?

Om generaties na ons niet te belasten met torenhoge schuldenlasten. Om veilig te stellen dat onze kinderen en kleinkinderen ook later kunnen rekenen op hoogwaardige publieke voorzieningen: onderwijs, veiligheid, zorg. Om te bereiken dat ook in een vergrijzende samenleving mensen zich geen zorgen hoeven te maken over hun oudedagsvoorzieningen. Dit zijn de noties achter het nogal technische begrip "gezondmaking van de overheidsfinanciën". Het gaat om mensen en hun toekomst. Om jarenlang en consequent volgehouden keuzes. Dat alles is niet zonder slag of stoot gegaan. We hebben soms behoorlijk tegen de stroom in moeten roeien, óók in eigen kring. Maar het was nodig voor de toekomst van ons land.

Door de keuzes van toen is er de afgelopen jaren steeds meer ruimte beschikbaar gekomen voor het verbeteren van de kwaliteit van onze samenleving, voor omvangrijke investeringen in ons onderwijs, de veiligheid, zorgvoorzieningen. Die ruimte is niet als manna op ons neergedaald. Die is, stap voor stap, door eigen toedoen mogelijk gemaakt.

Werk, werk, en nog eens werk was het motto van het eerste paarse kabinet dat in 1994 aantrad. Weloverwogen en systematisch hebben wij de aanval ingezet op het schijnbaar onneembare bastion van de torenhoge werkloosheid in ons land, niet in de laatste plaats onder jongeren, vrouwen en allochtonen. Omdat werk de beste vorm van sociale zekerheid is.

Ook dat was een taai gevecht. Ook daar hebben we veel bereikt. Niet door geluk - al kregen ook wij natuurlijk de wind van de conjunctuur in de rug -, maar door beleid. De successen van dat beleid zijn tot ver buiten onze landsgrenzen niet onopgemerkt gebleven.

Het mes is zodoende steeds meer aan twee kanten gaan snijden: economische dynamiek én sociale vooruitgang. Het één en het ander. Minder mensen raakten op een uitkering aangewezen. De strijd tegen de armoede ging steeds meer vruchten afwerpen. "Sterk en sociaal" geeft precies aan waar de PvdA al die jaren aan heeft gewerkt: mensen zijn trots op een land dat een stevig economisch fundament combineert met goed sociaal beleid, met sociale cohesie. Want mensen willen niet náást elkaar leven, maar mét elkaar, in een samenleving die die naam daadwerkelijk verdient.

In onze samenleving is plaats voor alle burgers, autochtoon én allochtoon, op basis van gelijkwaardigheid, respect voor de wet, respect voor elkaar en voor elkaars herkomst, geloof en cultuur.

Wij, sociaal-democraten, willen blijven bouwen aan een samenleving met hoogwaardige publieke voorzieningen, een samenleving ook waarin mensen oog hebben voor elkaar, voor elkaar willen zorgen waar en wanneer dat nodig is, waar verantwoordelijkheid en burgerzin in hoofdletters staan geschreven.

Tijdens deze regeringsperiode is heel veel geïnvesteerd in hoogwaardige publieke voorzieningen: dat was nódig. We hebben veel gedaan, er blijft zoveel te doen. Niet zelden maakt ongeduld zich ook van mij meester, na al die jaren nog.

Dat ongeduld, die ambities voor de mensen waar wij al jaren aan werken, dat herken ik in Ad Melkert. Hij legt zich niet neer bij de dingen zoals ze zijn. Hij is bereid voorop te gaan en de mouwen op te stropen. Hij weet wat Nederland nodig heeft. Ad is als geen ander in staat mensen daarin mee te nemen, te motiveren, aan te moedigen.

Ik heb Ad Melkert de afgelopen 15 jaar - in feite mijn gehele periode bij de PvdA dus - van zeer nabij meegemaakt, samen in de fractie, later als collega-minister in het kabinet en de laatste vier jaar als onze fractievoorzitter in de Tweede Kamer.

In het eerste paarse kabinet was Ad Melkert als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid één van de hoofdarchitecten aan de basis van het project om Nederland sterker en socialer te maken. Hij kwam met het plan om langdurig werklozen weer perspectief te bieden door ze maatschappelijk nuttig werk te laten doen. Zo kwam er ruimte voor de klasse-assistent, de stadswacht, de conducteur op de tram, de hulp in de verpleging.

De gerichte terugdringing van de langdurige werkloosheid en de aanpak van armoede is mede op zijn initiatief hoog op de politieke agenda gekomen. Stap voor stap hebben we sedertdien terrein gewonnen: zodat er sedert 1994 1.2 mln banen zijn bijgekomen en het aantal gezinnen met lage inkomens de laatste vijf jaar met bijna eenderde is verminderd. Alles in het belang van een samenleving die solidariteit hoog in het vaandel heeft. Een samenleving waar we elkaar, zonder verschillen weg te willen poetsen, ook aanspreken op rechten en plichten. Geen maatschappij waar mensen die hun zaakjes zelf wel kunnen regelen vrij baan krijgen.

Wel een samenleving waar mensen meer keuzevrijheid krijgen om van voorzieningen gebruik te maken die op hun persoonlijke omstandigheden zijn toegesneden. Een maatschappij waar we mensen niet aan hun lot overlaten als ze niet mee kunnen komen.

De PvdA staat voor een land dat sterk en sociaal is. Een land dat mensen kansen biedt, verantwoordelijkheid van ze vraagt, en waarin we samen aan onze toekomst werken. Voor dat Nederland heb ik mij ingezet.
Voor dat Nederland zal Ad Melkert zich inzetten.

Geen marathon zonder eindstreep. Ik ga op die eindstreep af. Daarbij past een "dankjewel" simpel, maar zo gemeend - aan al diegenen - binnen en buiten de partij - die mij hebben bijgestaan en ruimte en vertrouwen hebben gegeven.

Het risico dat ik mensen oversla wordt groter als ik namen ga noemen. Daarom zie ik daarvan af, met één uitzondering. It is "lonely at the top".
In die - deels door mijzelf gecreëerde, deels aan de verantwoordelijkheid van het ambt verbonden - eenzaamheid, waarbij je heel vaak meer dan gemiddeld op jezelf bent aangewezen, heb ik mij gelukkig nooit alléén gevoeld. Dat is iets heel kostbaars.
Altijd - op de mooie momenten, maar ook als het moeilijk was, heel erg moeilijk soms - kon ik op je steun rekenen, Rita, en op die van onze kinderen.

Graag zal ik de komende maanden - waar dat zo uitkomt - natuurlijk verantwoording afleggen voor wat wij hebben gedaan en bereikt en het vertrouwen van de kiezers vragen voor de inbreng van de PvdA in de komende jaren.

De PvdA en Ad Melkert hebben Nederland heel veel te bieden. Idealen, ideeën en het vermogen het ook waar te maken. Voor de mensen. Samen.
Met trots én vertrouwen reik ik hem de hand.
De nieuwe lijsttrekker van de PvdA: Ad Melkert.


* * * * * * *