Ingezonden persbericht

CONGRESSPEECH d.d. 15 december 2001
AD MELKERT

GESPROKEN WOORD GELDT!

Wim.
Je ziet de ontroering bij ons allen, de bewondering als we dat voor één keer zonder omwegen eens mogen zeggen. Je bent ons voorgegaan, je hebt ons geïnspireerd.
Recht door zee, bij weer en wind, met een innerlijk kompas van heb ik jou daar. Eigenlijk willen we je op de schouders nemen.
En tegen Rita zeggen: je mag hem terughebben.
Maar je bent niet weg.
Je blijft aan het werk voor Nederland en Europa.
Wim, de PvdA en Nederland hebben ontzettend veel aan jou te danken.

Als je van veraf naar Nederland kijkt, zijn er feiten die tellen. Prestaties die geleverd zijn, waarvoor geknokt is. Nederland is in de afgelopen jaren uit het economisch dal geklommen. Sinds 1994 zijn er 1,2 miljoen banen bijgekomen.
De werkloosheid is meer dan gehalveerd, ook de langdurige werkloosheid. Het financieringstekort is een begrotingsoverschot geworden, de staatsschuld neemt af. De koopkracht van mensen met AOW is sinds 1995 zo'n 10% toegenomen. Het aantal huishoudens met een inkomen rondom het sociaal minimum is met eenderde teruggelopen. Er wordt weer geïnvesteerd in zorg, onderwijs en veiligheid bijna drie keer zo veel dan we bij de start van dit kabinet voor mogelijk hielden.

Daar mogen wij trots op zijn.
Daar mag Nederland trots op zijn.
Daar mag Wim Kok trots op zijn.

Nederland is sterker en socialer geworden.
Daar is hard aan gewerkt.
Daar zijn keuzes voor gemaakt.
Door de PvdA en - ik wil dat ook vandaag zeggen -- samen met andere partijen. Eerst met het CDA, daarna met de VVD en D66 in Paars, dankzij het doorzettingsvermogen en de verbeeldingskracht van Hans van Mierlo. Het was soms moeilijk, we hebben moeten knokken voor sterk en sociaal, maar het heeft geloond.

We hebben getekend voor gedurfde keuzes die onze toekomst bepalen. Als we over 17 dagen allemaal met de euro betalen dan hebben we dat ook te danken aan de handtekeningen van Kok en Duisenberg. U ziet: goed met geld omgaan is sociaal-democraten aangeboren. In haar geschiedenis heeft de Partij van de Arbeid vaak gedurfd gekozen. Nationale grenzen geslecht.
Idealen internationaal in praktijk gebracht.

Het was mijn eerste middelbare schooldag, op 21 augustus 1968, toen ik door de politiek werd gegrepen. Mijn schooltas was zwaar, maar het nieuws van die dag was nog zwaarder. Russische tanks vermorzelden de Praagse lente.
De zwart-wit beelden logen niet.
De drang tot vrijheid in de knop gebroken.
Het besef van hoe diep de politiek kan ingrijpen in het persoonlijk leven van gewone mensen.

De Brandpuntrapportage over de kolonels tegenover de studenten in Athene. De vlammen uit het Monedapaleis van Salvador Allende. Maar ook Mario Soares met anjers op het balkon in Lissabon. En dan nu, dertig jaar later: democratie, vrije verkiezingen. In Tsjechië en Slowakije, in Griekenland, Chili, Spanje en Portugal. Het enig menselijke, het enig houdbare antwoord. Daarom ben ik in de politiek gegaan.
Tegen onrecht.
Voor democratie.

2.

Het is een heel bijzonder gevoel leiding te mogen gaan geven aan de Partij van de Arbeid. Het vertrouwen dat u mij geeft.
Die opdracht, die verantwoordelijkheid tintelt tot in mijn vezels.

De sociaal-democratie staat voor de ontembare wil om vooruitgang te boeken. De vooruitgang die voor de vader van Wim, timmerman Kok, nog een utopie leek. De vooruitgang die het bereiken van de AOW voor kapper Melkert een dag van welverdiende zekerheid maakte. Mensen de middelen geven om het beste uit zichzelf te halen. Onrechtvaardigheid met wortel en tak uitroeien.
Gelijke kansen, verantwoordelijkheid, en een samenleving van iedereen. Dat zijn de normen en waarden van de moderne sociaal-democratie. "De boel bij elkaar houden", zei Joop den Uyl, "We laten niemand los", schreef Wim Kok. "Doen we het samen, of wordt het ieder voor zich', is de keuze van 15 mei 2002.

3.

Ons beschavingsideaal is niet aan grenzen gebonden. Hoeveel er hier ook is te doen, het is onvergelijkbaar met het lot van honderden miljoenen mensen in Afrika en Azië. Als je de ellende ziet, het gebrek aan eten, aan drinkwater, de hartverscheurende gevolgen van het monster dat AIDS heet: hoe kan het dan toch dat er steeds weer nieuwe voorstellen opduiken om het budget voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking te verlagen?

De wereld wordt kleiner, de onderlinge afhankelijkheden groter. Er staat nu een nieuwe fase van internationale samenwerking voor de deur: handel en ontwikkeling, milieu en klimaat, aids en gezondheidszorg, goed bestuur. Daar moet Nederland ook bij zijn en initiatieven in nemen.

Een paar jaar geleden nog maar was ik betrokken bij de voorbereiding van het verdrag tegen kinderarbeid. Ik zag met eigen ogen de steenhouwertjes in Bangladesh en ook de scholen die door verlichte textielfabrikanten waren gesticht. In het dorp waar ik opgroeide hielden 100 jaar geleden nog kinderen de touwbanen draaiende. Als je de talenten van kinderen de ruimte geeft, onderwijzers de sleutel in handen geeft, dan volgt de bloei van een maatschappij, van de economie vanzelf. Dat hebben wij in Nederland voor elkaar.
Daar hebben we zij aan zij met de vakbeweging voor gevochten. Dat moet toch overal in de wereld mogelijk zijn.

Er is nog iets dat mij niet loslaat.
Het wegnemen van de voedingsbodem voor de dagelijks groter wordende ramp in het Midden-Oosten. Hoe kan het dat er nu, vandaag, Palestijnse jongens opgroeien en later bereid te zijn zichzelf op te blazen met Israëlische leeftijdgenoten die niets anders wilden dan een avondje disco? Hoe kan het dat Israëli's die met eigen handen hebben gewerkt aan de bouw van een veilig thuis voor miljoenen joden niet willen inzien dat afgrendeling, bezetting, nederzetting en discriminatie de spiraal van haat en geweld alleen maar versterken? Laten we met de Europese Unie onze bereidheid tonen een einde te maken aan deze waanzin. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen de toekomst van Joodse en Palestijnse kinderen te redden, de droom van Jitschak Rabin weer tot leven te wekken.

Vrede stichten, bruggen bouwen, is mensenwerk.
Er is hier iemand in de zaal die ons daarin al jaren voorgaat. Een paar jaar langer zelfs dan Wim Kok.
Jong genoeg om nog steeds energiek te boetseren aan het nieuwe, grote Europa. Oud genoeg om werkelijk een voorbeeld te zijn voor een jongere generatie die politiek bewust werd in de jaren zeventig. Een generatie die hem niet zelden het leven zuur maakte, uitdaagde, beter meende te weten. Hij hield vast aan zijn eigen overtuiging.
En de loop van de geschiedenis, voor en na de val van de Muur, gaf hem gelijk. Internationale solidariteit kun je roepen op straat, maar je moet ze veroveren op onwrikbare belangen, soms wegslepen voor de poorten van de hel. Ik ben er trots op samen met hem sociaal-democraat te zijn. Ik heb veel van hem geleerd over internationaal engagement en verantwoordelijkheid. Nieuwe generaties zetten het werk van onze voorgangers voort. Mijn voorbeeld, ons voorbeeld is Max van der Stoel.

4.

Vandaag presenteert de PvdA zich met een nieuw programma en een nieuwe kandidatenlijst. Ons programma kijkt vooruit, we hebben tien ambities geformuleerd voor 2010. Want er valt heel veel te doen.
Onze kandidatenlijst biedt een prachtteam, vol ervaring, barstend van het talent. Klaar om het gesprek met de kiezers aan te gaan over wat Nederland nodig heeft.

5.

Ik wil u daarover vandaag drie dingen zeggen.
Voortbouwend op de lessen die we hebben geleerd.
Het is de opdracht die ik mezelf stel.
Ten eerste: een sterke economie en gezonde financiële discipline, telkens weer. Ten tweede: zorgen voor gelijke toegang tot hoogwaardige voorzieningen in de zorg, onderwijs en veiligheid. Ten derde: gemeenschapswaarden hoog houden, de strijd aanbinden met onverschilligheid, zorgen voor elkaar.

6.

Mensen vragen zich af: houdt de economie het?
Ja, het loopt terug. De groei is er even uit. Er vallen weer ontslagen. Mensen kijken naar de Partij van de Arbeid.
Scherp en kritisch.
Naar ons bewezen vermogen, de resultaten.
Wat gaan we doen?
Mensen aan het werk houden en aan het werk krijgen. Een solide basis blijft nodig.
De groei van de afgelopen jaren is formidabel geweest. We konden daardoor veel eerder dan we dachten de schulden van het verleden gaan aflossen. Net op tijd om de economische en sociale kracht voor de toekomst veilig te stellen. Daar moeten we dus mee doorgaan.
Ook als het economisch tij tegenzit.
En dat is nu het geval, daar kunnen we niet omheen. Dus we zullen het tempo van uitvoering niet de richting van ons programma moeten aanpassen. We moeten rekening houden met een eerste jaar met weinig ruimte voor uitgaven die niet direct de economie ondersteunen. Dus wel arbeidsmarktbeleid en het verminderen van de armoedeval. Maar geen onverantwoorde verlaging van belastingen. Daar kijken mensen doorheen.
Wat Nederland nodig heeft is discipline, investeringen en werk voor iedereen. Ik zeg het omdat we bewezen hebben dat het kan.
En ik zeg het uit de grond van mijn hart: nooit meer massale langdurige werkloosheid. Die afspraak kwam ik na en zal ik blijven nakomen.

Mensen vragen zich af: van wie is die overheid?
Ben ik een nummer of een naam?
Worden regels nagekomen of gedogen we uit onmacht? Gaat het lukken om de organisatie van de zorg, de veiligheid, het onderwijs voldoende bij de tijd te brengen? Ik denk zelf steeds vaker hieraan: hoe gaat het straks met mijn ouders, die nu gelukkig en nog gezond bij elkaar zijn? Houden zij en wij, hun kinderen, straks nog voldoende hun lot in eigen hand? Dat je kunt blijven kiezen voor wat je een prettigste omgeving en liefdevolle ondersteuning vindt. Wat te veel oudere mensen nu moeten meemaken is te vaak beneden de maat. Daarin komt verandering, maar de rem staat er nog op. Maatschappelijk ondernemen in de thuiszorg, in nieuwe woonvormen, in aangepaste woningen: daar moeten we woningbouwverenigingen en verzorgers op aanspreken en in stimuleren. We zijn het aan onze ouders en de samenleving van de toekomst verplicht nog heel veel meer te doen. Oud worden in een sociale omgeving is het hoogste wat we kunnen bereiken.

Een ding staat vast.
We gaan niet terug naar een grotere overheid.
We werken aan betere overheid. In een ziekenhuis bij mij in de buurt waar ik was werd stevig geklaagd over steeds meer managers en steeds minder verpleegkundigen. Bij de politie wordt niet zelden zo lang overlegd dat de CAO niet toelaat dat je nog even een frisse neus op straat haalt. We moeten juist kappen in het kreupelhout van de managers. Laten we wel wezen: vrijwel iedereen deelt de opvatting dat de overheid haar eigen dienstverlening veel beter kan en moet organiseren. We gebruiken er allemaal grote en ambitieuze woorden voor. Maar ondertussen duren die veranderingsprocessen jaren, soms decennia. Met vallen en opstaan treedt er verbetering op, het stoort ons hevig. Het klinkt mooi: nieuwe overheid, maar de oude overheid functioneert gewoon door: ze subsidieert scholen, ziekenhuizen en kinderopvang. Simpelweg in machotaal suggereren dat met een paar doorbraken de uitvoering herzien kan worden is een ontkenning van de werkelijkheid.

Maar het kan sneller en beter.
Dat heeft alles te maken met de visie, precisie en uitvoeringskracht van politieke bestuurders. Je moet delegeren, mensen vertrouwen geven, zelf oplossing laten zoeken, maar uiteindelijk mag je nimmer loslaten, moet je als bestuurder ten volle in de buurt blijven.

De yes minister cultuur wantrouw ik van nature.
Een nota of een voornemen alleen betekent niks.
Stadswachten en klasse-assistenten komen er niet vanzelf. Daar moet je bovenop zitten.
Dat heb ik gedaan als minister van Sociale Zaken.
Nieuwe processen stuiten in grote organisaties op weerstand en onbegrip. Het "yes" aan het adres van de minister wordt snel een "no" op de plek van de uitvoering. We weten allang dat je niet alleen van bovenaf kan volstaan met een beetje peptalk. Ik kan heel vriendelijk drammen, als het moet. En vaak moet het, omdat het de belangen dient van de mensen om wie het ons echt gaat.

Geef dus de deskundigheid van chronisch zieken en gehandicapten meer gewicht. Vertrouw meer op leraren en ouders in het onderwijs en laat ambtenaren meer volgen dan leiden. Betrek buurtbewoners bij de aanpak van de politie in hun straten, op hun pleinen. Sociaal-democratie is: keuzevrijheid vergroten binnen de gemeenschap. Ik blijf er op hameren.
Hervormingen van vandaag zullen de standaard van morgen zijn. Toegankelijkheid, kwaliteit, zeggenschap en keuzevrijheid zijn daarvan de kerndoelen.

Mensen vragen zich af: zijn de tolerantie en de individualisering niet aan het doorschieten? Het mooie van onze tijd is dat we veel meer zelf kunnen kiezen hoe we ons leven in kunnen richten, maar hebben we het met zijn allen ook wel heel erg druk gekregen met het maken van al die keuzen. Onze tolerantie en openheid lijken af en toe door te schieten in onverschilligheid. Te veel buren spreken niet met elkaar.
Onze samenleving is niet hecht genoeg.
Te veel mensen staan er uiteindelijk alleen voor.

Op 11 september, toen we die eerste verschrikkelijke beelden zagen, wilde ik, net als u, maar een ding: thuis zijn. Dan wil je alleen nog maar elkaar vasthouden.

Maar hoe hebben we in Nederland elkaar vastgehouden? Nederland is kwetsbaar gebleken.

Hoeveel onverschilligheid zit er in onze tolerantie? We kennen elkaar nog zo weinig.
We mogen en moeten dingen die niet deugen bij hun naam noemen. Nooit eerder werd het zo duidelijk, zo dichtbij.
Dat als integratie en tolerantie lege begrippen blijven, het ook hier mis kan gaan. Juist omdat we te maken hebben met zoveel verschillende opvattingen en achtergronden, moeten we duidelijk zijn naar elkaar. Over de regels en hun handhaving.
Over elkaars ruimte en grenzen.
We marchanderen niet met de vrijheden in de Grondwet. Aan de gelijkheid van mannen en vrouwen kan niet worden getornd. We hebben de dure plicht om iedereen aan te spreken en juist dan ook de dingen die niet deugen bij de naam te noemen. En dat is niet makkelijk.
Omdat we niet allemaal hetzelfde zijn en dus ook niet alles van elkaar snappen. Maar veel keus hebben we niet. Als je tenminste die ene samenleving wil, waarin je samen probeert de toekomst vorm te geven. En dat wil ik.
Dat is de ene kant.
Maar dan mag je ook tegen elkaar zeggen wat je van elkaar verwacht. Dat dit geen leenland is.
Zomaar een land waar je je zomaar vestigt.
Dit is een land, met gewoontes, met respect voor elkaar en respect voor de wet. Een staatsorde en cultuur geworteld in de Verlichting. Als je er eenmaal bij hoort, dan hoor je er ook echt bij. Dan is dit je nieuwe vader- en moederland.
Dat is de andere kant.
EEN Nederland, twee kanten.
Zo hoort het.
Dat is mijn overtuiging.
Daarin ga ik voor niemand opzij.

9.

Nu ik het toch over mezelf heb, ik krijg ontzettend veel advies. Waar ik ook ga, ik krijg advies.
Advies in de supermarkt, bij de kapper, op het schoolplein, in het zwembad, op de voetbaltribune. En thuis natuurlijk.

Het komt allemaal op 1 ding neer: 'Ad, blijf jezelf!'.

En dat had ik u willen besparen.

Maar vooruit dan.
Daarin kunt u ook op mij rekenen.

10.

Dit is onze missie:
Sterk.
Sociaal.
Samen.

Verantwoordelijkheid dáár gaat het om.
Verantwoordelijkheid voelen om problemen niet te laten voortetteren maar op te lossen. Verantwoordelijkheid nemen om een koers uit te stippelen over waar we naar toe willen. Verantwoordelijkheid dragen om aan te geven wat het doel is van onze tocht, om mensen daarin mee te nemen.

Ik wil bouwen aan een samenleving die iedereen uitnodigt.

Een samenleving waarin we de boel bij elkaar houden, waar we niemand los laten. Een samenleving waarin we de dingen met elkaar doen in plaats van groepen tegen elkaar opzetten. Een samenleving waarin mensen gelijke kansen hebben in ruil voor verantwoordelijkheid. Een vernieuwende samenleving die innovatie en vernieuwingsdrang paart aan sociale rechtvaardigheid. Een samenleving waarin iedereen gelijke toegang heeft tot hoogwaardige gemeenschappelijke voorzieningen, in de zorg, de veiligheid en het onderwijs. Een samenleving die respect toont voor ouderen. Die hulpbehoevende ouderen de verzorging biedt die zij nodig hebben. Een democratische samenleving, waarin lang niet alles hoeft te kunnen, waarin géén plaats is voor hufterigheid, géén plaats is voor zinloos geweld, géén plaats is voor machtsmisbruik van welke vorm dan ook.

11.

Elke verkiezing is een belofte, een kans, een keuze. Laat u niet wijsmaken dat het nergens over gaat.

Doorgaan met onze economische en sociale succesformule OF de lessen die we geleerd hebben in de wind slaan. Wij zeggen: blijven aflossen, verder investeren, gerichte lastenverlichting, maar geen onverantwoorde algemene lastenverlichting.

Mensen actief aan het werk helpen OF mensen in de kou laten staan. Wij zeggen: werk is recht en plicht voor wie dat kan. Werk boven een uitkering: dat moet ook in de WAO lukken. Anderen zetten nota bene een streep door de arbeidsmarktmaatregelen waarvan iedereen weet dat ze werken.

Investeren in de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg, onderwijs en veiligheid OF blijft het behelpen? Wij zeggen: wij komen onze belofte na, doorgaan met investeren. Biedt alle ouderen zekerheid en zorg voor wie dat nodig heeft. Beter dan wie ook hebben de ouderenorganisaties begrepen dat ziektekosten en solidariteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zodat je niet achteraf je hand op hoeft te houden omdat de kosten te hoog zijn.

Samenwerken over de grenzen heen OF verstoppen we ons achter de dijken? Wij zeggen: zie Europa als een historische kans.
Laten we onze verantwoordelijkheid blijven nemen voor ontwikkeling elders.

Kiezen voor één samenleving OF toestaan dat mensen tegen elkaar worden uitgespeeld? Wij zeggen: rechten en plichten in één Nederland.
Het komt niet vanzelf in orde, vertrouw niet op schijnoplossingen. Laat u dus niet wijsmaken dat het nergens over gaat. Daarom is het zo belangrijk dat de Partij van de Arbeid opnieuw de grootste wordt.

12.

Van Bergambacht naar Gouderak is linksaf door de polder en dan over de dijk: 13,9 kilometer tegen de wind. Deze week maakte ik in gedachten die tocht opnieuw. Ik zag de vijftien jaar van Kok voorbijflitsen.
De oppositie en de schuivende panelen.
De loodzware jaren met de zomer van de WAO en de ongekende bezuinigingen. De druk, de momenten dat het water ons over de schoenen leek te lopen. Die zenuwslopende verkiezingen van 1994, waar de nooduitgang zo dicht bij de ereloge lag. Het herstel van de economie.
Het gevecht om het sociale evenwicht.

De wijsheid hebben we niet in pacht.
Aan ervaring en talent hebben we heel wat in huis. Idealen en het vermogen om ze waar te maken.
Ideeën en de kunst om ze in de praktijk te brengen. Onze sociale intuïtie in tijden van twijfel.

Doorgaan met onze economische en sociale succesformule. Mensen actief aan het werk helpen
Investeren in de kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs, zorg en veiligheid Samenwerken over de grenzen heen
EEN samenleving.

Daar gaat het om op 15 mei.
Wordt het ieder voor zich, of doen we het SAMEN?
Dat is de keuze voor Nederland.