CBS

Ruim 5 duizend mensen stierven niet-natuurlijke dood

Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2000 ongeveer 5,2 duizend personen door een niet-natuurlijke doodsoorzaak om het leven zijn gekomen. Het totaal aantal overledenen bedroeg ruim 140 duizend. Dit betekent dat ongeveer 1 op de 25 overledenen een niet-natuurlijke dood is gestorven als gevolg van een ongeval, zelfdoding of moord of doodslag

Twee derde door ongeval
Het grootste deel van de sterfte door een niet-natuurlijke oorzaak is het gevolg van ongevallen. Ruim 2 duizend personen zijn overleden door een privé-ongeval. Ruim duizend personen zijn overleden als gevolg van een verkeersongeval en bijna 100 personen door een bedrijfsongeval. Daarnaast kwamen nog 1,5 duizend personen om het leven door zelfdoding en 180 door moord of doodslag.

Meeste dodelijke ongevallen in de privé sfeer
De meeste dodelijke ongevallen vinden plaats in de privé sfeer. Het aantal personen dat als gevolg van een privé-ongeval overlijdt is de laatste jaren toegenomen. In 2000 zijn als gevolg daarvan ruim 2000 personen overleden. Veelal betreft het een ongeval in of rond de woning. Vrouwen zijn vaker dan mannen slachtoffers van een dodelijk ongeval in de privé-sfeer. Het betreft vooral vrouwen op hoge leeftijd (80 jaar of ouder). In de meeste gevallen overlijden zij als gevolg van een valpartij. Ook bij kinderen onder de 15 jaar is een ongeval in de privé sfeer de belangrijkste oorzaak van een niet-natuurlijke dood.

Meeste slachtoffers verkeersongevallen onder mannen en jongeren. In 2000 overleden ruim 1000 mensen als gevolg van een verkeersongeval. Mannen zijn vaker slachtoffer van een dodelijk verkeersongeval dan vrouwen. Driekwart van de verkeersslachtoffers is van het mannelijk geslacht. Onder de verkeersslachtoffers zijn jongeren en jongvolwassenen oververtegenwoordigd. Een op de drie verkeersslachtoffers is tussen de 15 en 30 jaar. Het betreft vooral jongens onder de 20 jaar die verongelukten met hun brom- of snorfiets en jonge mannen tussen de 20 en 30 jaar die bestuurder waren van een personenauto.

Zelfdoding vaker door mannen
In 2000 zijn 1,5 duizend personen door zelfdoding om het leven gekomen. Twee derde van hen is man. In de leeftijdscategorie van 30 tot 70 jaar komen meer personen door zelfdoding om het leven dan door verkeersongevallen. Sinds 1996 is er sprake van een geleidelijke daling van het aantal slachtoffers door zelfdoding, van 12,5 naar 11,6 per 100.000 inwoners.

Verhanging meest voorkomende methode zelfdoding
Bijna 40 procent van de overleden personen heeft het leven beëindigd door verhanging. Zowel bij mannen als vrouwen is verhanging de meest gebruikte methode. Andere veel voorkomende methodes zijn het innemen van medicijnen en/of alcohol en het voor de trein springen. Relatief evenveel mannen als vrouwen springen voor de trein. Vrouwen nemen twee maal zo vaak als mannen medicijnen en/of alcohol in met een fatale afloop.

Moord of doodslag
Van de 180 dodelijke slachtoffers van moord of doodslag is twee derde man. De helft van de mannelijke slachtoffers is met een vuurwapen om het leven gebracht. Vrouwen komen vaker om het leven door verwurging of een steekwapen.

Technische toelichting
Er is sprake van een niet-natuurlijke dood als het overlijden is veroorzaakt door een van buitenaf komend onheil, zoals: moord/doodslag, zelfdoding en ongeval. Euthanasie is hierbij buiten beschouwing gelaten. De gegevens zijn afkomstig uit de doodsoorzakenstatistiek. Deze wordt door het CBS samengesteld op basis van doodsoorzaakverklaringen die door artsen worden ingevuld. De cijfers hebben betrekking op personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) staan ingeschreven. Dit betekent bijvoorbeeld dat dodelijke verkeersongevallen van niet-ingezetenen die in Nederland hebben plaatsgevonden niet zijn meegeteld.