Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

http://www.minszw.nl

MINSZW: Toespraak staatssecretaris Hoogervorst: Kappers

Nr. 2001/218
17 december 2001

Embargo:
17 december 2001 tot
18.00 uur

Staatssecretaris Hoogervorst: arboconvenant kappersbranche concreet, kwantitatief en resultaatgericht.

Het arboconvenant dat we zo dadelijk onderteken is een convenant dat echt op de praktijk inspeelt: concreet, kwantitatief en resultaatgericht. Het is een convenant dat er uitspringt. Dat zei staatssecretaris J.F. Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de ondertekening van het arboconvenant kappersbranche op maandag 17 december 2001op het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid in Den Haag.
Het eerste dat opvalt bij dit convenant is dat het iedereen in de branche aangaat. Werknemers, meewerkende werkgevers en leerlingkappers. Dat doet recht aan het karakter van de branche, volgens de staatssecretaris. Een tweede sterk punt is het commitment van de sociale partners. Zij steken 18,6 miljoen gulden in dit convenant. Dat is veel voor een relatief kleine branche waar de winstmarges bescheiden zijn, aldus Hoogervorst. Men kiest voor een resolute aanpak. Die ambitie spreekt ook uit de doelen die worden gesteld: het optreden van kapperseczeem wordt in de convenantsperiode teruggebracht met 40 procent, het ziekteverzuim wordt met 15 procent teruggedrongen en de instroom in de WAO en de WAZ met 25 procent. RSI en andere vormen van fysieke belasting worden aangepakt door ergonomische eisen te stellen aan de materialen die gebruikt worden. Het gaat om maatregelen die de oorzaak aanpakken zoals nieuwe werkmethoden en nieuwe afspraken met producenten van materialen en producten. Dat is de ware arbo-instelling, zo zei Hoogervorst. Een pluspunt is ook dat de leerlingen bij de officiële opleidingen vertrouwd worden gemaakt met de nieuwe eisen die gesteld gaan worden. Volgens de staatssecretaris is er scherp nagedacht en scherp onderhandeld. Nu komt het aan op een scherpe uitvoering.

Toespraak door staatssecretaris J.F. Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de ondertekening van het arboconvenant kappers op 17 december 2001 in Den Haag.

'Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper' luidt de oproep van de kappersbranche aan iedereen die er goed uit wil zien. Voor dit convenant hebt u goed naar u zelf gekeken, u zelf een spiegel voorgehouden. Het beeld was niet alleen maar positief. Er kan nog het nodige verbeterd worden aan de arbeidsomstandigheden was de conclusie. Dat inzicht wordt vandaag onderstreept met de ondertekening van dit arboconvenant. Ik zet graag - met u - mijn handtekening.

Het gaat goed met de arboconvenanten. U sluit zich aan bij een positieve ontwikkeling.
Aan het begin van deze kabinetsperiode hadden we ons ten doel gesteld twintig arboconvenanten te ondertekenen. Daar zijn we inmiddels overheen.
Vandaag ondertekenen we het een en twintigste convenant. En er komen er nog een aantal aan. Er liggen 27 intentieverklaringen klaar. Gereed om uit te groeien tot een arboconvenant. Als we de inzet en het tempo vasthouden, valt binnen afzienbare tijd grofweg de helft van de beroepsbevolking onder de werking van arboconvenanten.

Tot op heden gaat het om een extra investering van ruim 250 miljoen gulden. Alleen van de sociale partners, wel te verstaan. Dat geeft het woord draagvlak een extra dimensie. De overheid neemt haar verantwoordelijkheid door er 100 miljoen bovenop te doen. We spreken dus over een impuls van ruim 350 miljoen gulden voor concrete en kwantitatieve doelstellingen om de belangrijkste risico's op het gebied van arbeidsomstandigheden te verminderen. Ieder convenant is uniek. Maar dat neemt niet weg dat het convenant voor de kappersbranche dat wij zodadelijk ondertekenen er beslist uitspringt.

Het eerste dat opvalt is dat dit convenant iedereen aangaat in de branche. In nagenoeg alle convenanten zijn de werknemers de doelgroep. In dit convenant gaat het om alle werkenden in de branche: werknemers, meewerkend werkgevers en leerlingkappers. In totaal zo'n 37.000 mensen. Deze keuze doet recht aan het karakter van de branche. Vaak kleine bedrijven waar de baas net zo hard meewerkt om een omzet te halen als de werknemers. En waar veel leerlingen werken om het vak onder de knie te krijgen.

Een tweede sterk punt is het commitment van de sociale partners. U steekt 18,6 miljoen gulden in dit convenant. Dat is een aanzienlijk bedrag. Zeker als men bedenkt dat het hier om een relatief kleine branche gaat waar de winstmarges bescheiden zijn. U kiest dus voor een resolute aanpak.
Mijn ministerie legt er graag 5 miljoen gulden bij. Met een impuls van bijna 24 miljoen gulden moeten flinke stappen gezet kunnen worden in het terugdringen van arbeidsrisico's die typisch zijn voor de branche en op het terrein van vroegtijdige reïntegratie en verzuimbegeleiding. En die ambitie hebt u ook.

Ik noem het tegengaan van allergene belasting.
Een typisch arbeidsrisico voor de kapperbranche is het zogenoemde kapperseczeem. Zo'n 30 tot 50 op de 100 werkenden krijgt er op enig moment last van. En alhoewel betrouwbare cijfers ontbreken over het ziekteverzuim door deze klachten, erkent u het terecht als een serieus probleem. Het treft ook leerlingen. En het is triest als die hierdoor hun opleiding moeten staken. Dat gebeurt. Het kan oplopen van 6 tot 16 procent van het aantal leerlingen.

U gaat serieuze maatregelen nemen om het kapperseczeem terug te dringen. Maatregelen die de oorzaken aanpakken. Dat is de ware arbo-instelling. En die zult u nodig hebben om de doelstellingen te halen. Na afloop van het convenant moet het optreden van kapperseczeem zijn teruggebracht met 40 procent. En u wilt het aantal nieuwe gevallen halveren.

Ook de fysieke belasting krijgt de aandacht die ze verdient. Bij mijn kritische opmerkingen over RSI van enkele weken geleden, heb ik de kappersbranche genoemd als gunstig voorbeeld hoe zaken moeten worden aangepakt. Bij de bron en niet blijven steken in algemeenheden. Er is onderzocht waar het probleem precies zit. En door dit convenant gaat u ergonomische eisen vast leggen voor kappersmaterialen zoals föhnen, scharen, rollers enz.
Voor het tegengaan van rugklachten gaat u op dezelfde manier te werk. Eerst onderzoek en dan de ergonomische eisen formuleren. U gaat nieuwe werkmethoden ontwikkelen, nieuwe afspraken maken met producenten van materialen en producten. U gaat de erkende opleidingen betrekken bij de uitvoering, zodat leerlingen al op school vertrouwd worden gemaakt met de nieuwe eisen die gesteld gaan worden.

En u gaat op brancheniveau afspraken maken om het ziekteverzuim en de WAO en WAZ-instroom terug te dringen. Met name om de kleine, individuele kapperszaak te helpen. Die heeft uw steun inderdaad nodig. De sociale partners zijn voor hen een belangrijke partij zijn als het gaat om het realiseren van de doelstelling op het terrein van ziekteverzuim en WAO.

Met dit convenant neemt u zich voor het ziekteverzuim met 15 procent terug te dringen en de instroom in de WAO en de WAZ met 25 procent.

Ik zal niet alle onderdelen uit het convenant de revue laten passeren. Dat zou te ver gaan. Wat mij aanspreekt is dat dit convenant echt op de praktijk inspeelt. Dat vind ik goed. Dat was wat mij voor ogen stond toen we deze kabinetsperiode begonnen met arboconvenanten nieuwe stijl: concreet, kwantitatief en resultaatgericht. Er is scherp nagedacht, er is scherp onderhandeld. Nu komt het aan op een scherpe uitvoering. Ik wens u veel succes.


- LET OP EMBARGO -

17 dec 01 18:00